direct naar inhoud van Artikel 33 Algemene aanduidingsregels
Plan: Bosdrift 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0402.14bp00bosdrift-va01

Artikel 33 Algemene aanduidingsregels

33.1 Primair woongebied
33.1.1 Omschrijving gebiedsaanduiding

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'Primair woongebied' zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor het behoud van ruimtelijke karakteristieken behorende bij het woongebied.

33.1.2 Bouwregels
  • a. ter plaatse van deze aanduiding mag naast de andere daar voor komende bestemmingen ook worden gewoond.
33.1.3 Gebruik

Het is verboden de voortuinen ter plaatse van de aanduiding 'primair woongebied' te gebruiken of te laten gebruiken als parkeerplaats voor meer dan één motorvoertuig per perceel.

33.2 Verbouwen tot één of meer zelfstandige woonruimten uitgesloten
33.2.1 Verbod

Ter plaatse van de aanduiding ´verbouwen tot één of meer zelfstandige woonruimten uitgesloten´ is het verbouwen van bestaande panden tot één of meer zelfstandige woonruimten niet toegestaan.

33.2.2 Afwijken

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsgvergunning afwijken van het bepaalde in lid 33.2.1, mits:

  • a. dit niet leidt tot een ontoelaatbare inbreuk op het woon- en leefklimaat in het gebouw zelf of de omgeving;
  • b. het maximum aantal verbouwingen tot één of meer zelfstandige woonruimten van één per postcodegebied nog niet is bereikt.
33.3 Geluidzone – luchtvaartverkeer 2

Op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'geluidszone – luchtvaartverkeer 2', betreffende de gronden binnen de 47 bkl-lijn vanwege luchtverkeer, mag, ongeacht het bepaalde in de afzonderlijke bestemmingen, geen geluidsgevoelige bebouwing worden opgericht, met uitzondering van:

  • a. objecten die een open plek in de bestaande bebouwing opvullen;
  • b. objecten die ter plaatse dringend noodzakelijk zijn om redenen van grond- of bedrijfsgebondenheid;
  • c. objecten die zullen dienen ter vervanging van op die plaats reeds aanwezige bebouwing, mits de vervanging niet leidt tot:
    • 1. een ingrijpende wijziging van de bestaande stedenbouwkundige functie of structuur;
    • 2. een wezenlijke toename van het aantal geluidgehinderden;
    • 3. een wezenlijke toename van de aan de uitwendige scheidingsconstructie optredende geluidsbelasting.