direct naar inhoud van 4.4 Gemeente
Plan: Vreelandseweg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0402.13bp00vreelandsew-va02

4.4 Gemeente

4.4.1 Structuurvisie Hilversum 2030

Een structuurvisie is een visie op de toekomst. De gemeente beschrijft hierin wat ze met de beschikbare ruimte doet om in de toekomst te voldoen aan de behoeften van iedereen die in Hilversum woont, werkt en recreëert. Het gaat bijvoorbeeld om de beste plek voor huizen, bedrijven, parken en recreatiemogelijkheden. Een structuurvisie opstellen betekent nu keuzes maken voor later. De Hilversumse gemeenteraad heeft ervoor gekozen om voor Hilversum als geheel één structuurvisie op te stellen, met een looptijd tot 2030.

Momenteel worden de uitgangspunten voor het gemeentelijke ruimtelijke beleid vastgelegd in een structuurvisie. Begin maart 2011 is de kenschets door de raad ter kennisgeving aangenomen. Daarbij is vastgesteld dat het eindproduct van fase 1, de kenschets, de onderdelen omvat zoals vastgesteld door de raad met het Plan van aanpak structuurvisie Hilversum 2030 (23 november 2009). Daarnaast is fase 1 (de analyse van de bestaande situatie en het vastgestelde beleid) afgerond. Overeenkomstig het vastgestelde plan van aanpak is fase 2 van het structuurvisie proces doorlopen. Deze fase bestond uit een drietal participatieronden en het opstellen van een visiedocument in de vorm van de Contourennota Structuurvisie Hilversum 2030. In de contourennota is op basis van de verzamelde informatie en inzichten een doorvertaling gemaakt in een visie op hoofdlijnen van het toekomstig ruimtelijk beleid.

De planning van het project is geactualiseerd. Uitgaande van een positief raadsbesluit zijn de volgende mijlpalen gesteld, namelijk:

  • Oktober 2012 voorontwerp structuurvisie vrijgeven voor inspraak;
  • Juni 2013 ontwerp structuurvisie vaststellen.
4.4.2 Toekomstvisie Hilversum 2015

In de toekomstvisie kiest de gemeente voor een stabilisatie van het inwonersaantal rond 80.000 inwoners en een stabilisatie en versterking van de werkgelegenheid. In de nota zijn hoofdlijnen uitgezet ten behoeve van komende beleidsontwikkelingen en zijn binnen die hoofdlijnen speerpunten en sleutelprojecten aangegeven zoals die op dit moment kunnen worden geconcretiseerd. Onevenwichtigheden aanpakken en tegelijk de bestaande kwaliteiten die Hilversum heeft, behouden en versterken is daarbij de leidraad. Doelgericht, maar ook zorgvuldig en behoedzaam toewerken naar een compacte en tegelijk complete stad die duurzaam in evenwicht zal zijn. Waar sprake is en blijft van hoogwaardig wonen en werken in het groen, voor jong en oud en alles daartussenin.

In hoofdlijnen:

  • handhaven en versterken van de positie van Hilversum als centrumgemeente;
  • handhaven en versterken van Hilversum als woongemeente;
  • handhaven en versterken van Hilversum als werkgemeente en multimediastad;
  • handhaven en versterken van de bereikbaarheid van Hilversum;
  • handhaven en versterken van de hoogwaardige stedenbouwkundige, architectonische en landschappelijke kwaliteit van Hilversum.

Samengevat: streven naar 'stabiliteit met een plus'.

Verder wordt gesteld dat met de voorstellen in de nota een goede mix en balans gevonden is ten aanzien van:

  • stabilisering van het inwoneraantal en versterking van de differentiatie in de bevolkingsopbouw;
  • in de ruimtebehoefte voor wonen voorzien door optimaal benutten van de capaciteit voor woningbouw in het stedelijk gebied, binnen de in het het voormalige streekplan vastgestelde bebouwingscontour;
  • in de ruimte voor bedrijvigheid voorzien door verder ontwikkelen van de in het voormalige streekplan opgenomen nieuwe bedrijvenlocaties, in combinatie met betere benutting van de bestaande bedrijventerreinen; met een selectief vestigingsbeleid en afstemming in regionaal verband;
  • de mobiliteit accommoderen door waar mogelijk knelpunten op het hoofdwegennet aan te pakken, gepaard aan bevordering van alternatieve vervoerswijzen;
  • bij de inrichting van het stedelijke en landelijke gebied nadrukkelijk te streven naar bevordering van hoogwaardige omgevingskwaliteit, omdat deze het imago van Hilversum bepaalt en door eenieder hoog wordt gewaardeerd.

Momenteel worden de uitgangspunten voor het gemeentelijke ruimtelijke beleid vastgelegd in een structuurvisie. Begin maart 2011 is de kenschets door de raad ter kennisgeving aangenomen. Daarbij is vastgesteld dat het eindproduct van fase 1, de kenschets, de onderdelen omvat zoals vastgesteld door de raad met het Plan van aanpak structuurvisie Hilversum 2030 (23 november 2009). Daarnaast is fase 1 (de analyse van de bestaande situatie en het vastgestelde beleid) afgerond.

Daarna volgt de visievormende fase. De uiteindelijke vaststelling van de structuurvisie staat voor 2012 gepland.

4.4.3 Kenniscentrum Hilversum, Economische visie 2007-2020

De Economische visie 2007-2020 is een meerjarenvisie met een kader waaraan economische besluitvorming moet worden getoetst. De raad heeft deze visie 9 mei 2007 vastgesteld. Daarbij is gekozen voor de scenario's:

  • Hilversum werkstad' om voldoende werkgelegenheid binnen de gemeentegrenzen te houden;
  • 'focus' op bepaalde vormen van bedrijvigheid.

In het beleid is voor diverse gebieden in Hilversum de ontwikkelingsrichting opgenomen. De uitgangspunten voor het plangebied van onderhavig bestemmingsplan worden hieronder kort weergegeven. De algemene uitgangspunten zijn:

  • behoud van bestaande werklocaties;
  • benutting van alle economische ruimte in de stad;
  • gevestigde bedrijfsleven koesteren binnen de randvoorwaarden.

De uiteindelijk te nemen maatregelen voor ondermeer het bestemmingsplan zijn uitgewerkt in het Masterplan Havenkwartier.

4.4.4 Van app tot z@pp

De nota ´Van app tot Z@pp, werkprogramma voor versterking van het creatieve bedrijfsleven in Hilversum (november 2011) vervangt het bestaande Uitvoeringsprogramma versterking positie Hilversum Mediastad, die in 2010 door de Raad werd vastgesteld. De beleidslijnen voor versterking van de mediasector (scheppen van klimaat van innovatie, netwerkvorming en profilering als Hilversum Mediastad) zijn in deze nota opgenomen maar hebben daarmee een bredere doelgroep gekregen, te weten de gehele creatieve sector.

Dit sluit ook aan bij de behoefte van de creatieve sector om niet afzonderlijke creatieve disciplines te ondersteunen maar juist de crossovers en interdisciplinariteit waaraan de creatieve sector haar bestaansrecht ontleent.

De activiteiten die zijn opgenomen in deze nota ondersteunen primair de versterking van de creatieve sector als economisch relevante sector voor Hilversum. De creatieve sector is bij uitstek een sector die niet alleen waarde hecht aan ‘harde’ vestigingsplaatsfactoren zoals bedrijfshuisvesting maar juist aan ‘zachte’ vestigingsplaatsfactoren zoals kwaliteit van het woon- en leefklimaat, culturele diversiteit en imago van de locatie. Die ‘zachte’ vestigingsplaatsfactoren worden in deze nota besproken als relevant flankerend beleid.

Beleid voor versterking van de creatieve sector vraagt om een bredere benadering, die niet alleen tegemoet komt aan de behoeften vanuit het mediabedrijfsleven maar ook vanuit bedrijven in de creatieve zakelijke dienstverlening, de kunsten, het cultureel erfgoed en de entertainmentsector. Vanuit het economisch perspectief richt beleid voor de creatieve sector zich op verbetering van het vestigings- en ontwikkelingsklimaat voor creatieve ondernemers. Het vraagt echter ook een nauwe samenwerking op het terrein van cultuurbeleid: kunst, cultuur en cultureel erfgoed (waaronder monumenten) vertegenwoordigen een maatschappelijke waarde en vormen de humuslaag voor Hilversums creatieve ondernemingen.

Hilversum en de regio herbergen een schat aan human capital, creatieve bedrijvigheid en creatief talent. De rol van de overheid is om deze elementen te verbinden en te faciliteren en (soms financieel) te ondersteunen in hun ontwikkeling waar dat nodig is.

Een groot deel van de activiteiten die zijn gestart onder het Uitvoeringsprogramma Versterking positie Mediastad levert ook een bijdrage aan de versterking van de creatieve sector in brede zin. Het investeringsprogramma voor de creatieve sector omvat drie hoofdlijnen:

  • 1. verbetering vestigings- en ontwikkelingsklimaat creatieve bedrijven;
  • 2. versterking innovatieklimaat;
  • 3. versterking communicatie.

Creatieve ondernemers waarderen Hilversum om zijn ‘harde’ vestigingsplaatsfactoren: dichtbij opdrachtgevers in de omroepsector, met een breed spectrum aan toeleverende bedrijven die nodig zijn voor audiovisuele en digitale productie van content (= nieuws, entertainment, games etc). Dat is Hilversums ‘unique selling point’ en dat vestigingsklimaat moet op peil worden gehouden om Hilversum aantrekkelijk te houden. Investeringen zijn nodig in kennis en innovatie, en in uitstraling van Hilversumals mediastad of Hilversum als creatieve stad.

Creativiteit is een containerbegrip en betekent niets meer en niets minder dan het vermogen om te vernieuwen. Creativiteit is daarom niet louter voorbehouden aan creatieve klasse of creatieve sector maar kan in alle sectoren van de economie voorkomen, sterker: is zelfs een vereiste om -als bedrijf of organisatie- duurzaam te overleven.

Ook de creatieve sector is een containerbegrip, en omvat bedrijfstakken met zeer uiteenlopende kenmerken.

Een onderneming in de creatieve industrie is gericht op het voortbrengen en exploiteren van kunstzinnigheid, creativiteit en intellectueel eigendom. Hieronder worden ondernemingen en organisaties verstaan die actief zijn in sectoren media- en entertainmentindustrie (inclusief gameontwikkeling en -exploitatie), creatieve zakelijke dienstverlening (bijvoorbeeld vormgeving, reclame en softwareontwikkeling), en kunsten en cultureel erfgoed (inclusief beeldende kunst). De creatieve industrie is een verzameling van culturele en economische sectoren waarin creativiteit centraal staat.

De creatieve industrie is onderverdeeld in 3 categorieën:

  • 1. Media en entertainment

De media- en entertainmentindustrie is een consumentenmarkt. Technologische ontwikkelingen maken verspreiding en exploitatie op grote schaal mogelijk. Door de oriëntatie op de markt en de wereldwijde verspreiding is de media- en entertainmentindustrie onderdeel van het dagelijks leven. Hieronder vallen creatieve beroepen zoals schrijver, journalist, uitgever, boekhandelaar, boekdrukker, game-ontwerper en film-, radio- en televisie-industrie;

  • 2. Creatieve zakelijke dienstverlening

De creatieve zakelijke dienstverlening is een zakelijke markt. Deze bedrijven leveren creativiteit en symbolische waarde aan andere bedrijven. Hieronder vallen creatieve beroepen zoals modeontwerper, grafisch ontwerper, (landschap) architect en (industrieel) vormgever;

  • 3. Kunsten

In de kunsten staan doorgaans artistieke motieven centraal. Economische motieven komen op de tweede plaats. Hieronder vallen de creatieve beroepen in de sectoren podiumkunsten (theater, muziek, dans), de museumsector en de cd- en dvd-industrie.

4.4.5 Masterplan Havenkwartier

Op 18 november 2009 heeft de gemeenteraad het Masterplan Havenkwartier vastgesteld.

Het Havenkwartier is het grootste gemengde bedrijventerrein in Hilversum. Het bedrijventerrein wordt begrensd door de Vreelandseweg, Gijsbrecht van Amstelstraat, Gooise Vaart/Beresteinseweg en het Sportpark Berestein. Het terrein kent tegenwoordig twee havenarmen. Deze worden benut door betoncentrale Mebin, diverse woonboten, de roeivereniging en de recreatievaart.

Het havenkwartier is een intensief gebruikt bedrijventerrein dat inmiddels deels is verouderd. En ondanks de grote vraag naar bedrijfsruimte heeft het gebied ook te maken met leegstand. Andere problemen zijn veroudering, gebrek aan uitstraling, beperkte gebruiksmogelijkheden, rommelige structuur, problemen met geluidszonering en een groot probleem op het gebied van bereikbaarheid en verkeersdoorstroming. De opgave voor het Havenkwartier kan worden geformuleerd als (lichte) revitalisering. Hierbij blijft de bestaande economische functie (bedrijventerrein) gehandhaafd, maar is sprake van (dreigende) leegstand en achteruitgang van het terrein. Forse ingrepen zijn nodig om de kwaliteit van de locatie te verbeteren, zoals de aanpak van infrastructuur, openbare en private ruimte. Aandacht voor de kwaliteit en toekomst van het Havenkwartier is urgent.

In het masterplan zijn de volgende ambities voor het Havenkwartier benoemd:

  • Heldere structuur: Het Havenkwartier krijgt een heldere structuur. De basis hiervoor is een nieuw bestemmingsplan met een herkenbare zonering van het terrein. De bestemming voor het oostelijk deel van het terrein wordt uitgebreid met perifere detailhandel (bouwmarkten, woninginrichting, e.d.), de rest van het terrein is bestemd voor de milieucategorieën 2, 3 en 4.
  • Modern: Het Havenkwartier krijgt een modern karakter met hoogwaardige bedrijfsruimten, moderne voorzieningen (onderzoek naar haalbaarheid quality centre) en een vorm van parkmanagement (nader te verkennen). Op deze manier kan het Havenkwartier weer jaren vooruit.
  • Intensief gebruik: Intensief ruimtegebruik is belangrijk, gelet op de ruimtedruk in Hilversum. Zo kan er meer onder- en bovengrondse ruimte benut worden. Op deze manier behouden ondernemers ook in de toekomst mogelijkheden om te ondernemen en is er ruimte voor meer werkgelegenheid op het Havenkwartier.
  • Ruimte voor nieuwe ontwikkelingen: Op het Havenkwartier ontstaat ruimte voor nieuwe ontwikkelingen. In het nieuwe bestemmingsplan worden hiervoor mogelijkheden gecreëerd. Zo wordt vestiging van lichtere bedrijvigheid (categorie 2) rechtstreeks mogelijk gemaakt. Daarnaast ontstaat langs de Gijsbrecht van Amstelstraat ruimte voor een cluster van perifere detailhandel (PDV).
  • Beter Bereikbaar: Het Havenkwartier krijgt, naar de toekomst toe, een ontsluiting en bereikbaarheid die past bij het profiel van het bedrijventerrein (qua omvang, intensiteit van het gebruik en situering). De investeringen in het kader van het IBP (Integraal BereikbaarheidsPlan) dragen reeds bij aan deze ambitie, maar er is meer nodig.

Om deze ambities te kunnen realiseren zijn deze doorvertaald in vijf verschillende thema's met concrete doelstellingen.

  • Bereikbaarheid: Het creëren van een heldere, overzichtelijke en toekomstvaste wegenstructuur die passend is voor de functies op het Havenkwartier.
  • Parkeren: Voldoende parkeermogelijkheden en mogelijkheden voor laden en lossen zijn belangrijke randvoorwaarden voor een goed functionerend bedrijventerrein.
  • Uitstraling en omgeving: Garanderen van een bij het Havenkwartier passend basiskwaliteitsniveau van uitstraling en omgeving.
  • Ruimtegebruik: Optimale ruimtelijke inrichting waardoor zoveel mogelijk partijen (wonen, werken en recreëren) gebruik kunnen maken van het Havenkwartier (droge en natte delen). Het optimaal benutten van alle ruimte is in de gehele Gooi en Vechtstreek een belangrijk aandachtspunt. Uit dit masterplan spreekt dan ook de ambitie om zuinig en zorgvuldig om te gaan met de ruimte op het Havenkwartier. Hier gaat het om zowel de publiek als de private (wonen en werken) delen en om zowel de droge als de natte delen.
  • Vestigingsmilieu: Het creëren van ruimte voor nieuwe ontwikkelingen, waarbij het nieuwe bestemmingsplan en de regels die gelden in de openbare ruimte worden nageleefd.

Om invulling te geven aan ambities en doelen zijn voor de verschillende thema´s projecten benoemd in het masterplan.

Voor het bestemmingsplan zijn de volgende uitgangspunten doorvertaald:

    • 1. vestiging van perifere detailhandel in het gebied Gijsbrecht van Amstelstraat-Vreelandseweg- Verlengde Zuiderloswal-Nieuwe Havenweg mogelijk maken;
    • 2. op overige delen van het bedrijventerrein blijft perifere detailhandel niet toegestaan;
    • 3. locaties in de overige delen van het bedrijventerrein, waar momenteel perifere detailhandel is gevestigd, worden positief bestemd. Behalve perifere detailhandel geen andere vormen van detailhandel op het Havenkwartier toestaan;
    • 4. vestiging van bedrijven op het Havenkwartier wordt verruimd met vrije vestiging van bedrijven uit milieucategorie 2;
    • 5. kantoren blijven uitgesloten van vestiging;
    • 6. een zone-indeling voor het Havenkwartier te hanteren waarin naast de bovengenoemde perifere detailhandelszone nieuwe bedrijven met een milieucategorie 4 zich op een minimale afstand vanaf gevoelige bestemmingen kunnen vestigen; dit wordt middels inwaartse zonering bepaald;
    • 7. nieuwe bedrijven met milieucategorie 2 en 3 mogen zich overal op het Havenkwartier vestigen;
    • 8. de staat van bedrijfsactiviteiten is vereenvoudigd. De vereenvoudiging van de bedrijfsactiviteiten heeft ten doel om enerzijds de regelgeving te vereenvoudigen en anderzijds daarmee het aantal benodigde ontheffingsverzoeken aanzienlijk te beperken;
    • 9. bebouwingspercentage 75 % en bouwhoogte van 12 meter blijft ongewijzigd;
    • 10. parkeren op eigen terrein blijft gehandhaafd, zowel bij de PDV locaties als bij de andere bedrijven.

Uit het onlangs uitgevoerde verkeersonderzoek, opgenomen in bijlage Verkeersonderzoek Havenkwartier, is gebleken dat volledige 'vulling' van de PDV-zone aan de Gijsbrecht van Amstelstraat niet leidt tot verkeers- en parkeerproblemen.

4.4.6 Aanzet gebiedsvisie Kerkelanden

Hilversum koestert het bedrijfsleven. Herstructurering van bedrijventerreinen staat daarbij sinds 2008 hoog op de economische agenda. Het gemengd bedrijventerrein Kerkelanden is één van de bedrijventerreinen die behouden en daar waar mogelijk verbeterd moeten worden. De eerste stappen naar een betere toekomst zijn reeds in gang gezet door ondermeer het oprichten van de Ondernemersvereniging Kerkelanden Collectief. Wat nog ontbreekt is een gedeelde visie op de toekomst en een stategie om deze ten uitvoer te brengen. De nota Aanzet gebiedsvisie Kerkelanden voorziet hierin. De volgende onderdelen zijn in voorliggend bestemmingsplan overgenomen:

  • toevoeging van nieuwe zelfstandige kantoren op Kerkelanden is ongewenst;
  • meer ruimte bieden voor eigenaren om kavels ruimer en intensiever te bebouwen. Hiervoor is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om een hoger bebouwingspercentage op te nemen en een hogere bouwhoogte aan de Loosdrechtseweg op te nemen.
4.4.7 Nota Geïntegreerd parkeerbeleid in Hilversum (2009)

Het behoud van karakteristieke waarden van de stad stelt grenzen aan de opnamecapaciteit van het autoverkeer. Tegelijkertijd is voor een duurzame maatschappelijke en economische ontwikkeling van de stad een goede bereikbaarheid met de auto, het openbaar vervoer en langzaam verkeer een voorwaarde. De grenzen van de opnamecapaciteit voor de auto komen langzamerhand in zicht. Dat vraagt om ruimtelijk maatwerk en stevig flankerend verkeersbeleid.

De visie in deze nota is er een van gecontroleerde groei. Geïntegreerd parkeerbeleid is inhoudelijk, organisatorisch en financieel stevig verankerd in het ruimtelijk beleid en mobiliteitsbeleid van Hilversum.

De doelen van het geïntegreerde parkeerbeleid zijn:

  • 1. Effectief gebruik van de beschikbare parkeerruimte (te meten in bezettingsgraden van parkeergarages en maaiveldparkeerplaatsen).
  • 2. Minder overlast in woonwijken door geparkeerde auto´s van woon-werkverkeer en bezoekers van het centrum (te meten met de Omnibusenquête).
  • 3. Mobiliteitsgroei wordt niet meer voornamelijk opgevangen met de auto. Er wordt tot 2010 flankerend verkeersbeleid voor fiets, OV en mobiliteitsmanagement vastgesteld en in uitvoering gebracht. In de programmabegroting staat de ambitieuze doelstelling ´vasthouden van de aandelen van fiets en OV in de totale mobiliteit´ (fiets en OV samen is 48%, te meten door de modal split uit het Mobiliteitsonderzoek Nederland). Dat betekent een verandering met voorbije jaren, waarin de groei van de totale mobiliteit in Hilversum vooral met de auto werd opgevangen.
  • 4. Een evenwichtige parkeerbalans (vraag en aanbod zijn ook op termijn, rekening houdend met autonome mobiliteitsgroei en toevoegen programma, in evenwicht) en meer kwaliteit in parkeren.

Het parkeervraagstuk spitst zich toe op het centrum en omliggende buurten. Deze nota biedt mogelijkheden tot maatwerk voor deze gebieden, maar is van toepassing op de totale stad. Door de vraag beter te sturen, stevig flankerend beleid te voeren en aanhaken op plannen en plaatsen waar al beweging is in de bestaande stad, willen wij een integrale en positieve bijdrage aan de ontwikkeling van de stad leveren. Tegelijkertijd volgen wij ontwikkelingen en vernieuwing op het gebied van technologie en wetgeving nauwlettend.

De nota ´Geintregreerd parkeerbeleid is in 2009 vastgesteld.

4.4.8 Beleidsregels Parkeernormen Hilversum

Deze beleidsregels hebben betrekking op het stellen van een eis tot het aanbrengen van parkeer-/stallingsruimte voor auto’s op ‘eigen terrein’, alsmede de wijze van bepalen van de hoeveelheid benodigde parkeerplaatsen, in verband met aanvragen betrekking hebbend op bouwen en/of gebruik.

Ook wordt een eis gesteld aan de afmetingen van de parkeer-/stallingsruimte en wordt een verplichtinggeformuleerd inzake laad- of losruimte.

Het doel van dit beleid is dat in parkeer-/stallingsruimte voor auto’s, dan wel laad- of losruimte, op eigen terrein moet worden voorzien als daartoe behoefte ontstaat ten gevolge van bouwen, waarvoor een vergunning is vereist, en/of gebruik, waarvoor een ontheffing nodig is op grond van de Wro. Op deze wijze wordt in het bijzonder de parkeerdruk in de openbare ruimte beperkt, en wordt de verantwoordelijkheid voor het realiseren van de benodigde parkeerplaatsen primair bij de ‘veroorzaker’ van de parkeervraag gelegd.

4.4.9 Uitwerkingsnotitie toerisme en recreatie, binnenpret en buitenkansen

Toerisme is een speerpunt van het economisch beleid. De kern van de visie is er daarom op gericht om ervoor te zorgen dat Hilversum samen met de regiogemeenten en het bedrijfsleven gebruik maken van deze kansen. De notitie is 9 januari 2008 vastgesteld door de raad. Het benutten ervan kan door aan te sluiten bij de unieke kwaliteiten die stad Hilversum heeft op de gebieden van multimedia, zorg, cultuurhistorie, natuur en winkelen. Er zijn vooral kansen in het dagtoerisme, waaronder ook zakelijk dagtoerisme. De gemeente kiest bewust niet voor het ontwikkelen van nieuwe grootschalige attracties. De hoofdredenen hiervoor zijn het gebrek aan uitbreidingsruimte en de verkeersaantrekkende werking.

Voor de volgende kansen (speerpunten) is door de gemeente in samenwerking met het bedrijfsleven gekozen:

  • het leggen van regionale en lokale verbindingen tussen attracties;

Door samenwerking tussen verschillende attracties in de regio Gooi en Vechtstreek (bijvoorbeeld in de vorm van arrangementen) kan meerdaags toerisme worden bevorderd. Toeristische bestedingen nemen hierdoor toe. Hierbij hoort ook een voldoende en breed aanbod in overnachtingsmogelijkheden. Om het verblijfsrecreatieve aanbod in de gemeente Hilversum te verbreden wil de gemeente onderzoeken of er in de gemeente ruimte is voor het vestigen van enkele kleinschalige, onderscheidende hotels in een ander marktsegment dan de nu veel voorkomende klasse (4 sterren). Ook zal de gemeente onderzoeken of er in de stad Bed & Breakfasts gevestigd kunnen worden.

  • ontwikkeling en profilering van Mediastad Hilversum als attractieve (dag)bestemming;

Om in toeristisch-recreatief opzicht meer rendement uit de Mediasector te halen, is het essentieel dat de media zichtbaarder worden in Hilversum en dat er media-gerelateerde producten worden ontwikkeld. Ook op het Media Park zelf zal meer aandacht moeten zijn voor de zichtbaarheid van het centrum van Hilversum. Om de bezoekers op het Media Park zelf langer vast te kunnen houden wordt door de gemeente de ontwikkeling van een beperkt aantal aanvullende voorzieningen (in zijn totaliteit maximaal 7.500 m²) mogelijk gemaakt, zoals de ontwikkeling van een hotel, detailhandel, horeca en een businesscentrum. Daarnaast kan de link tussen media en binnenstad worden versterkt door samen met het reguliere bedrijfsleven actief acquisitie beleid te richten op innovatieve detailhandel- en horecaconcepten gericht op de multimediasector.

  • het ontwikkelen van nieuwe product-markt-combinaties tussen zorg en toerisme in regionaal verband;

Door de schone lucht en groene ruimte kunnen patiënten beter herstellen. Zorg en toerisme zijn dus al decennia lang vervlochten met elkaar. De regio en de gemeente Hilversum hebben gekozen voor de verdere uitbouw van zowel de zorgsector als de toeristische sector.

  • het versterken van de centrumpositie van de binnenstad voor de regio;

De Hilversumse binnenstad vervult binnen de regio een centrumpositie op het gebied van winkelen en uitgaan. Een groot deel van de regionale bestedingen op deze terreinen vindt plaats in de Hilversumse binnenstad. Het is voor de Hilversumse binnenstadondernemer van belang dat Hilversum deze positie behoudt en waar mogelijk uitbouwt.

  • het beter bereiken van de internationale toerist die komt voor de jonge monumenten.

Hilversum staat nationaal en internationaal bekend als stad van jonge monumenten van architectuur en stedenbouw. In samenwerking met het bedrijfsleven wil de gemeente deze aantrekkelijke kant van Hilversum bij de (internationale) doelgroep meer over het voetlicht brengen.

4.4.10 Nota aanvullend fietsbeleid

Het gaat goed met het gebruik van de fiets in Hilversum. Naast het continueren van investeringen in nieuwe fietsvoorzieningen en het economische en culturele klimaat van de Hilversum zijn extra impulsen noodzakelijk om het fietsgebruik verder te laten groeien. Niet het fietspad maar de fietser staat hierbij centraal. Hoe kan de Hilversummer worden verleid om te gaan fietsen? De komende vijf jaar zijn hiervoor tientallen miljoenen euro's beschikbaar gesteld. Dit bedrag is naar verwachting voldoende om een groot aantal projecten op de korte termijn te realiseren. De grootste investering betreft het completeren van het recreatieve fietspadennetwerk. De nota is 16 oktober 2008 vastgesteld door de raad.

4.4.11 Woonvisie Hilversum 2006-2009

De Woonvisie is op 8 februari 2006 door de raad vastgesteld. Voor elke wijk in Hilversum is een omschrijving opgenomen met het (gewenste) woonmilieu. Onderstaand is de uitwerking voor de wijk Kerkelanden opgenomen.

Het grootste deel van deze wijk is in de jaren '70 opgezet als een hofjeswijk en primair ontwikkeld als gezinswijk oftewel een buiten centrum hofjeswoonmilieu. De wijk kenmerkt zich door een hoog percentage grondgebonden gezinswoningen. Het versterken van de aantrekkelijkheid van de wijk als gezinswijk zal gepaard dienen te gaan met een heroverweging van de inrichting van de openbare ruimten (incl. speelvoorzieningen). De wijk is erg populair onder de verhuisgeneigden. Dit heeft vooral te maken met het feit dat het een traditionele woonwijk is.

Hiermee wordt bedoeld dat het rijtjeswoningen met een kap, voor- en achtertuin zijn in een hofjeswijk. Toch nog vaak het ideaalbeeld van Nederlanders. De voor woningbouw beschikbare locaties zullen primair gestapeld worden ingevuld. Aldus bestaat de mogelijkheid om aantrekkelijke alternatieven te ontwikkelen voor de 'lege nesters' die thans de gezinswoningen bewonen.

4.4.12 Hilversum meer dan Groen

Dit plan is een groenstructuurplan voor de bebouwde kom van Hilversum en is een integrale visie op de onbebouwde ruimte op hoofdlijnen. Het plan is in mei 1993 vastgesteld door de raad. Het doel van het plan is het veiligstellen en ontwikkelen van de specifieke kwaliteitskenmerken van de onbebouwde ruimte van Hilversum. Grootste problemen zijn verdichting, meer ruimte voor auto's en het uitblijven van beheermaatregelen. Doordat Hilversum niet kan uitbreiden, moeten bouwwensen binnen de bebouwde kom worden opgelost. De druk op onbebouwde ruimte is groot, hetgeen ten koste kan gaan van de kwaliteit van die onbebouwde ruimte. De aanwezige kwaliteit dreigt verkleind en versnipperd te worden.

Uitgangspunten voor de ruimtelijke structuur zijn:

  • de specifieke ruimtelijke kwaliteiten van de gebieden en lijnen veilig stellen en waar mogelijk versterken;
  • handhaven van het concept van de Dudokwijken in hoofdlijnen;
  • bewaren en versterken van het los verkavelde bosachtige karakter van de villagebieden;
  • herstellen en bewaren van het compacte karakter van bepaalde oude wijken;
  • verdichten van het compacte centrum met zowel behoud van dorpse als ontwikkeling van stedelijke elementen;
  • accentueren en verbeteren van de ruimtelijke structuur van de laatste jongste wijken, waarbij de groenstructuur aansluit op het buitengebied;
  • een continue ruimtelijke inrichting van de hoofdlijnen per lijn (radialen, recreatieve routes, zichtassen);
  • een zo uniform mogelijk continue ruimtelijke inrichting van de ringweg een logische route per wijkkarakteristiek;
  • accentueren van belangrijke knooppunten van een invalsweg met de ring als herkenningspunt;
  • de samenhang tussen onbebouwde en bebouwde ruimte veiligstellen en waar mogelijk versterken;
  • de karakteristieke overgang van stadsranden en de stadsrandzones herstellen en veiligstellen;
  • een geleidelijke overgang in de villagebieden tussen bebouwing en bos;
  • voornamelijk harde overgangen in de Dudokwijken;
  • geen onderlinge negatieve beïnvloeding van stedenbouwkundige kwaliteiten en kwaliteiten van het buitengebied (harmonie);
  • sturen van typische activiteiten in de stadrand.
4.4.13 Structuurvisie Archeologie 'De ondergrondse stad'

De gemeente Hilversum heeft het archeologisch erfgoed en mogelijke verstoringen daarvan in kaart gebracht. Op 11 mei 2011 heeft de gemeenteraad de met Structuurvisie Archeologie ‘De ondergrondse stad’ ingestemd. Een belangrijk uitgangspunt wordt daarbij dat de verstoorder betaalt.

‘De ondergrondse stad’ is een logisch gevolg van internationale afspraken over behoud en bescherming van het archeologisch erfgoed die al in 1992 in het Europese Verdrag van Malta werden gemaakt en in 2006 zijn verankerd in nationale wetgeving. Als gevolg van deze afspraken gaat de gemeente de kennis over de ontwikkeling van het landschap en de bewoningsgeschiedenis gebruiken om vindplaatsen van archeologisch erfgoed in kaart te brengen. Inmiddels is een archeologische beleidskaart ontwikkeld die het mogelijk maakt archeologisch onderzoek in te plannen.

Wanneer sprake is van verstoring van de bodem (bijvoorbeeld bij bebouwing) dan stelt de archeologische beleidskaart (en bijbehorende regels) de initiatiefnemer in staat om te beoordelen waar onderzoek moet plaatsvinden. Allereerst wordt onderzocht of erfgoed aanwezig is, vervolgens om welk erfgoed uit welke periode het gaat. Uiteindelijk wordt het erfgoed opgegraven, worden de sporen van bewoning en gebruik vastgelegd en dienen de voorwerpen als illustratiemateriaal voor de geschiedenis van Hilversum.

4.4.14 Beleidsnota Monumenten 'Van zorg tot kans'

Op 12 september 2007 heeft de gemeenteraad de monumentennota vastgesteld. De aanwijzing van een aanzienlijke hoeveelheid 'objecten' tot gemeentelijke monument vormde de concrete aanleiding voor de nota. Dit aanwijzingstraject zal de kennis over het Hilversumse culturele erfgoed vergroten. Bovendien dragen de aanwijzingen bij aan het behoud van een aantal gebouwen en gebieden die representatief zijn voor de bouwhistorische en cultuurhistorische ontwikkeling van Hilversum. Voor eigenaren, ontwikkelende en beherende partijen levert de nota duidelijkheid op. Door cultuurhistorische waarden in een vroegtijdig stadium te benoemen en te beschermen kan beter sturing worden gegeven aan de altijd veranderende stad.

De nota, die uitspraken doet over de periode 2007-2011 gaat in op het onderzoeks- en aanwijzingsbeleid, het monument in de Hilversumse samenleving en de relatie tussen Monumentenzorg, ruimtelijke ordening, Hilversumse monumentenzorg en burger. Ook voorziet de nota in een gemeentedekkend besluit voor cultuurhistorie in 2010 en een overzicht van financieringsstromen, zowel gemeentelijk als van rijkswege.

4.4.15 Visie op cultuur in Hilversum

De missie voor cultuurbeleid in Hilversum is het versterken van veelzijdig cultureel aanbod en verbinden van media en cultuur als bijdragen aan een vitale samenleving en aan de profilering van de identiteit van Hilversum.

De kern van deze visie ligt besloten in de volgende vier punten.

  • 1. Strategische doelen

De gemeente Hilversum werkt toe naar gezamenlijke sturing op strategische doelen met alle daarvoor in aanmerking komende bedrijven, instellingen en organisaties.

2. Concentratie en verbinding 

De gemeente Hilversum werkt toe naar een concentratie en verbinding van voorzieningen en activiteiten in het centrumgebied om daarmee gemakkelijker synergie te krijgen tussen cultuur en media en economie en daarmee een betere zichtbaarheid en profilering van de cultuursector als proeftuin voor experiment en talentontwikkeling.

3. Sturing op programma´s

De verhouding tussen gemeente en gesubsidieerde instelling zal het karakter krijgen van een zakelijk relatie tussen opdrachtgever (inkoper) en opdrachtnemer (leverancier).

4. Ondernemerschap

Bezuinigingen leiden tot ingrijpende bijstelling van het financiële perspectief. Subsidies worden beëindigd waar een terugtredende lokale overheid op zijn plaats is. De instellingen ontwikkelen hun cultureel ondernemerschap waar dat nog onvoldoende het geval is.

De nota is vastgesteld door de gemeenteraad in oktober 2011.

4.4.16 Landschapsbeleidsplan Gemeente Hilversum

Is de notitie Hilversum meer dan groen bedoeld voor het gebied binnen de bebouwde kom, het Landschapsbeleidsplan geldt voor het buitengebied. De meeste natuurgebieden zijn in handen van natuurorganisaties. De gemeente heeft alleen publiekrechtelijke invloed op het behoud en de ontwikkeling van de natuurlijke en landschappelijke waarden in haar buitengebied. Dit moet gebeuren vanuit een totaalvisie op natuur en landschap, waartoe dit Landschapbeleidsplan door de gemeenteraad in december 1992 is vastgesteld. Uit het landschapsbeleidsplan volgt een aantal concrete projecten dat planologische gevolgen kan hebben zoals:

  • planologisch medewerking verlenen aan verplaatsing van stuwtjes in Laegieskamp Zuid;
  • planologisch medewerking verlenen aan de mogelijkheid tot peilverhoging in de Bovenmeent;
  • het creëren van robuuste aaneengesloten gebieden die bestemd zijn voor 'Natuur';
  • het creëren van verbindingzones tussen natuurgebieden;
  • het actualiseren van planologische regelingen in de kritische stadrandzones, ter bescherming van landschappelijke en ecologische structuren en een betere overgang van stad naar buitengebied;
  • het instellen van rustzones voor natuurontwikkeling en deze zoneringsuitgangspunten vertalen in bestemmingsplannen.
4.4.17 Duurzaamheid en de gebouwde omgeving

Duurzaam bouwen staat voor het ontwikkelen en beheren van de gebouwde omgeving met respect voor mens en milieu, en is daarmee een integraal onderdeel van de kwaliteit van de gebouwde omgeving. Dit betekent dat de gezondheids- en milieuaspecten in alle fasen van de inrichting van de gebouwde omgeving, de bouw en het gebruik (inclusief sloop) betrokken dienen te worden. Hierbij wordt gestreefd naar een duurzame (stedelijke) ontwikkeling die leidt tot een extensiever energieverbruik / lage milieubelasting, integraal ketenbeheer en behoud en versterking van de kwaliteit van de gebouwde omgeving (ruimtelijke kwaliteit). Duurzaam bouwen betekent ook dat de gerealiseerde kwaliteit in de toekomst wordt gehandhaafd, zodat ook toekomstige generaties daarin delen. Energiebesparing vormt bij duurzaam bouwen een belangrijk item. Hierbij kan gedacht worden aan compacte bouwvormen, gunstige lichttoetreding en zongerichte verkaveling. Ook waterbesparing is een belangrijk aspect. Het installeren van waterbesparende voorzieningen is hiervan een voorbeeld.

De gemeente Hilversum is voornemens om toekomstige nieuwbouw te toetsen met duurzaam bouwen-meetinstrument 'GPR-gebouwen'. Hierbij is het halen van de gemiddelde score van een 7 of 8 de ambitie. Dit is echter nog geen vastgesteld beleid. Te zijner tijd wordt dit opgenomen in de Visie duurzame stedenbouw.

Tevens is de gemeente Hilversum voornemens om in de toekomst te gaan werken met het meetinstrument DPL (duurzaamheids Profiel van een Lokatie) en dit te gaan hanteren voor het integreren van duurzaamheid in de ruimtelijke planning. DPL is een computerprogramma dat de duurzaamheid van een wijk meet op de verschillende duurzame aspecten als: materialen, energie, groen in de wijk, sociale cohesie, duurzame bedrijven, milieukwaliteit etc. Dit DPL-instrument kan worden ingezet bij gebiedontwikkeling en hierin kunnen de ambities voor duurzaamheid tijdens het planproces worden gevoerd gezamenlijk met de verschillende planscenario´s, en een sterkte-zwakte analyse.

4.4.18 Welstandsnota Hilversum 2008

De welstandsnota is op 23 april 2008 door de raad vastgesteld met als doel vooraf helderheid te bieden over de welstandcriteria die door de gemeente worden gehanteerd bij het beoordelen van bouwinitiatieven. Daarbij staat behoud van de bestaande kwaliteiten voorop staat. Het is belangrijk dat het bestemmingsplan en de welstandsnota goed op elkaar zijn aangesloten. Daarom is in Hilversum de afspraak gemaakt dat bestemmingsplannen vooraf om advies aan de commissie voor welstand en monumenten worden voorgelegd, waarbij het in eerste instantie gaat om de kwalitatieve paragrafen en de wijzigingsbevoegdheden.

Het plangebied is in de welstandsnota beschreven als één gebied met drie deelgebieden met een heel verschillend karakter. Het oostelijk deel van het gebied, deelgebied Tuinwijk, is een woongebied dat vanaf 1930 complexmatig tot stand is gekomen. Het westelijk deel van het gebied is het deelgebied Haven. Eind jaren dertig is het havenkwartier met de drie havenarmen aangelegd. Het zuidelijk deel van het gebied is het deelgebied Bedrijventerrein Kerkelanden waar kantoren, bedrijven en enkele flats en voorzieningengebouwen staan.

In het deelgebied tuinwijk heeft met name de oudere bebouwing cultuurhistorische waarde. Het welstandsbeleid is erop gericht nieuwe ontwikkelingen zorgvuldig in te passen in het gebied. Daarbij dient deze bebouwing als uitgangspunt. Eenheid in bouwblokken en samenhang is hierbij belangrijk. Het goed functioneren van de bedrijventerreinen is van belang. De gebouwen zijn functioneel waarvan enkele bijzondere cultuurhistorische waarde (Dudok) hebben. Afhankelijk van de ouderdom van de bestaande bebouwing en de behoefte van de daarin gevestigde bedrijven zullen er veranderingen gewenst zijn. Daarbij zal het voornamelijk gaan om het plaatsen van bijgebouwen en de vervanging van oudere hallen door gebouwen die aan de huidige eisen voldoen. Het welstandsbeleid voor de bedrijventerreinen is terughoudend. Het welstandsbeleid voor bedrijven aan de Gijsbrecht van Amstelstraat, Vreelandseweg en Loosdrechtseweg is gericht op representativiteit van de gevels aan Loosdrechtseweg is gericht op representativiteit van de gevels aan deze wegen.

Welstandsniveau voor het deelgebied Tuinwijk

Het welstandsniveau voor het deelgebied Tuinwijk is bijzonder, waarbij de welstandsbeoordeling gericht is op het beschermen van de bijzondere waarde van het gebied. Het behouden van de samenhang tussen stedenbouw en architectuur, samenhang en herhaling binnen een cluster zijn daarbij uitgangspunt, hetgeen vooral tot uiting komt in de opbouw, geleding, kappen, materiaal- en kleurgebruik.

Welstandsniveau voor het deelgebied Haven

Het welstandsniveau is regulier en gericht op beheer, eenvoudigeopbouw, terughoudend materiaal- en kleurgebruik.

Welstandsniveau voor het deelgebied Bedrijventerrein Kerkelanden

Het welstandsniveau is regulier en gericht op beheer, simpele opbouw, terughoudend materiaal- en kleurgebruik.

4.4.19 Waterplan 1997-2001

De gemeente Hilversum heeft een Waterplan 1997-2001. Binnen de gemeente Hilversum is binnen het stedelijk gebied nagenoeg geen oppervlaktewater aanwezig en is het aanwezige oppervlaktewater sterk verweven met het rioolsysteem.

4.4.20 Gemeentelijk Rioleringsplan 2009-2014

In het Gemeentelijk Rioleringsplan 2009-2014 is dan ook deels het van belang zijnde waterbeleid voor de gemeente opgenomen. De gemeente stelt als eis dat een maximale inspanning wordt gedaan om het hemelwater af te koppelen van het gemengde rioolstelsel. Waar infiltratie mogelijk is moet zoveel mogelijk water worden afgevoerd naar de bodem.