direct naar inhoud van Artikel 35 Algemene gebruiksregels
Plan: Vreelandseweg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0402.13bp00vreelandsew-va02

Artikel 35 Algemene gebruiksregels

35.1 Algemeen
  • a. Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval begrepen het gebruiken van gronden of bouwwerken:
    • 1. opslagplaats voor bagger en grondspecie;
    • 2. opslagplaats voor vaten, kisten, al dan niet voor gebruik geschikte werktuigen en machines of onderdelen daarvan, oude en nieuwe (bouw)materialen, afval, puin, grond- en brandstoffen;
    • 3. uitstallings- of opslagplaats voor al dan niet voor gebruik geschikte voer- of vaartuigen of onderdelen daarvan;
    • 4. uitstallings-, opslag-, stand-, of ligplaats voor kampeer- en verblijfsmiddelen;
    • 5. gebruik als motorcrossterrein of paardenbak;
    • 6. bouwwerken voor de exploitatie van een seksinrichting;
  • b. Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval niet verstaan:
    • 1. het tijdelijk opslaan van bouwmaterialen, puin en specie in verband met normaal onderhoud, dan wel ter verwezenlijking van de bestemming;
    • 2. detailhandel, voor zover dit een normaal en ondergeschikt bestanddeel uitmaakt van de totale bedrijfsuitoefening, zoals ingevolge de bestemming, de bestemmingsomschrijving en/of de overige planregels is toegestaan en de verkoop van goederen, gelet op de aard daarvan, geschiedt in rechtstreeks verband met de uitoefening van het bedrijf;
    • 3. uitstalling ten behoeve van de detailhandel, zoals bedoeld in sub b.;
    • 4. het uitoefenen van een ambachtelijk bedrijf, voor zover dit een normaal en ondergeschikt bestanddeel uitmaakt van een detailhandelsbedrijf, zoals ingevolge de bestemming, de bestemmingsomschrijving en/of de overige planregels toegestaan en de ambachtelijke bedrijfsvoering, gelet op de aard daarvan, geschiedt in rechtstreeks verband met de uitoefening van het detailhandelsbedrijf;
35.2 Parkeren
35.2.1 Algemeen

Bij een gebouw moet ten behoeve van het parkeren en het stallen van auto’s in de juiste mate ruimte zijn aangebracht in, op of onder dat gebouw dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort, met dien verstande dat:

  • a. de juiste mate van ruimte wordt bepaald met behulp van de parkeernormen zoals die zijn opgenomen in de "Beleidsregels Parkeernormen Hilversum 2009", behorende bij deze regels;
  • b. de in lid a. bedoelde ruimten voor het parkeren van auto’s moeten afmetingen hebben die zijn afgestemd op gangbare personenauto’s. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan;
  • c. indien de bestemming van een gebouw aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor laden en lossen van goederen, moet in deze behoefte in voldoende mate zijn voorzien aan, in of onder dat gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw hoort.
35.2.2 Afwijking

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. het bepaalde in artikel 35.2 voor zover op andere wijze in de nodige parkeer- of stallingruimte wordt voorzien.
35.2.3 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1, onder a van de Wet ruimtelijke ordening, de in artikel 35.2.1 bedoelde parkeernormen te wijzigen.

35.3 Vuurwerk
35.3.1 Verbod

Het is verboden gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken voor de opslag en verkoop van consumentenvuurwerk.

35.3.2 Afwijken

Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in 35.3.1 voor het opslaan en verkopen van consumentenvuurwerk indien er vanuit brandveiligheid en milieu geen bezwaren bestaan.