direct naar inhoud van Artikel 13 Algemene gebruiksregels
Plan: Melkfabriek
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0402.07bp01melkfabriek-oh01

Artikel 13 Algemene gebruiksregels

13.1 Parkeren
13.1.1 Algemeen

Bij een gebouw moet ten behoeve van het parkeren en het stallen van auto’s in de juiste mate ruimte zijn aangebracht in, op of onder dat gebouw dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort, met dien verstande dat:

  • a. de juiste mate van ruimte wordt bepaald met behulp van de parkeernormen zoals die zijn opgenomen in de ´Beleidsregels parkeernormen Hilversum 2009' (onderdeel van de Bouwverordening gemeente Hilversum) behorende bij deze planregels;
  • b. de in lid a bedoelde ruimten voor het parkeren van auto’s afmetingen moeten hebben die zijn afgestemd op gangbare personenauto’s;
  • c. indien de bestemming van een gebouw aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor laden en lossen van goederen, moet in deze behoefte in voldoende mate zijn voorzien aan, in of onder dat gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw hoort.

13.1.2 Ontheffing

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

  • a. het bepaalde in artikel 13.1.1 voor zover op andere wijze in de nodige parkeer- of stallingruimte wordt voorzien.

13.1.3 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1, onder a van de Wet ruimtelijke ordening, de in artikel 13.1.1 bedoelde parkeernormen te wijzigen, indien door de gemeenteraad nieuwe parkeernormen zijn vastgesteld.

13.2 Strijdig gebruik

Tot een strijdig gebruik met het bestemmingsplan, als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in elk geval begrepen het gebruik van de gronden en opstallen als seksinrichting.