direct naar inhoud van Artikel 10 Waarde - Cultuurhistorie
Plan: Melkfabriek
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0402.07bp01melkfabriek-oh01

Artikel 10 Waarde - Cultuurhistorie

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar aangewezen bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en het herstel van de cultuurhistorische, ruimtelijke en landschappelijke waarden en voor het behoud en herstel van de karakteristieke hoofdvorm van gebouwen.

10.2 Bouwregels

In aanvulling op het bepaalde bij andere aangewezen of aangeduide bestemmingen, geldt voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken dat de bestaande nokrichting en kapvorm in stand moeten worden gelaten.

10.3 Sloopvergunning
  • a. Het is verboden op de in lid 10.1 bedoelde gronden bouwwerken te slopen zonder of in afwijking van een schriftelijke sloopvergunning van burgemeester en wethouders.
  • b. Burgemeester en wethouders verlenen de sloopvergunning, zoals bedoeld in lid 10.3 sub a. uitsluitend, indien het slopen:
    • 1. noodzakelijk is in verband met een onherroepelijke bouwvergunning;
    • 2. delen betreft van een hoofdgebouw die op zichzelf niet als karakteristiek vallen aan te merken en door het slopen geen aantasting plaatsvindt van de karakteristieke hoofdvorm van het hoofdgebouw;
    • 3. de cultuurhistorische waarden van het beschermd stadsgezicht niet in onevenredige mate aantast.
  • c. Bij het voornemen tot het verlenen van de sloopvergunning als bedoeld in artikel 10.3 sub a. vragen burgemeester en wethouders de monumentencommissie van de gemeente Hilversum om advies.
10.4 Aanlegvergunning
  • a. Het is verboden de in lid 10.1 bedoelde gronden bomen of andere opgaande houtgewassen te rooien zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning (aanlegvergunning) van burgemeester en wethouders.
  • b. Burgemeester en wethouders verlenen de aanlegvergunning, zoals bedoeld in lid 10.4 sub a. uitsluitend, indien:
    • 1. deze werkzaamheden noodzakelijk zijn in verband met een onherroepelijke bouwvergunning;
    • 2. de beplanting door ziekte of anderszins ernstig is aangetast;
    • 3. de landschappelijke en cultuurhistorische waarden alsmede het groene karakter van bebouwing in het groen niet in onevenredige mate worden aangetast.
  • c. Een aanlegvergunning als bedoeld in artikel 10.4 sub a. is niet vereist voor bomen en ander opgaand houtgewas, waarvan de stam doorsnede 20 cm of meer bedraagt.
  • d. Bij het voornemen tot het verlenen van de aanlegvergunning als bedoeld in artikel 10.4 sub a. vragen burgemeester en wethouders de monumentencommissie van de gemeente Hilversum om advies.