direct naar inhoud van 3.6 Cultuurhistorische waarden
Plan: Over ´t Spoor
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0402.07bp00overtspoor-oh01

3.6 Cultuurhistorische waarden

3.6.1 (Steden)bouwkundige waarden

In de wijk Over 't Spoor vinden we niet of nauwelijks nog overblijfselen uit de periode van voor de komst van de spoorweg in 1874. Alleen de wegenstructuur herinnert hieraan. Met de komst van fabrieken, met name langs het spoor en de Larenseweg, werd het voornamelijk agrarische landschap ingrijpend gewijzigd. Van de fabrieken uit die periode rond 1900 is de voormalige Sigarenfabriek aan de Larenseweg 38 naar ontwerp van B.H. Bakker uit 1909 een inmiddels schaars voorbeeld. Aan de Van Leeuwenhoekstraat 55-57 bevindt zich een in vormgeving en typologisch opzicht zeldzaam boekenpakhuis, een vroeg ontwerp van de heren P. Vorkink en J.P. Wormser uit 1906. De voormalige Gasfabriek aan de Kleine Drift is grotendeels gesloopt. Het administratiekantoor uit 1907 herinnert nog aan de belangrijke functie, die zich hier ooit bevond. Gaaf bewaard aan de kop van de Larenseweg is het station van de Gooise Trammaatschappij uit 1901, een ontwerp van Van der Goot en Kruisweg.

Met de komst van bedrijven ontwikkelt zich eerst de woonbebouwing langs de doorgaande wegen. Deze bebouwing is in de loop van de afgelopen honderd jaar veelal gewijzigd. Enkele voorbeelden bevinden zich nog aan de Larenseweg, de Noorderweg, en de Oude Amersfoortseweg.

Op de agrarische terreinen tussen de radialen werden vanaf circa 1915, grofweg vanaf de komst van W.M. Dudok, kleine woonwijken ontwikkeld voor de arbeiders die naar de fabrieken trokken. Zowel de gemeente als verschillende woningbouwverenigingen namen deze taak ter hand. Voorbeelden hiervan zijn het rijksbeschermde 6de gemeentelijke woningbouwcomplex rond het Edisonplein van W.M. Dudok en het Veenshof met St. Jospehkerk, naar ontwerp van N. Andriessen. Naast deze reeds beschermde complexen verdienen het 9de en 14de gemeentelijke woningbouwcomplex, alsmede de samenhangende 2de, 3de en 4de complexen van Arbeiderswoningbouwvereniging Ons Ideaal de aandacht.

Het particulier ontwikkelde woningbouwcomplex aan de Prof. Kochstraat, Kleine Drift e.o. vormt in zowel typologisch als stilistische opzicht een uitzondering, vanwege de stedelijke opzet en Amsterdamse School kenmerken. In het noordelijk deel van de wijk over 't Spoor werd vanaf 1928 een aantal middenstandswoningen gebouwd en openbaar gebied ingericht als ankerpunt. Deze waren veelal ontworpen door J. van Laren.

De bevolkingsgroei leidde tot de bouw van scholen, kerken en dienstgebouwen. Een mooi voorbeeld van de laatste categorie is de politiepost aan de Kleine Drift, naar ontwerp van Dudok uit 1918. De H. Hartkerk aan het P.J.H. Cuypersplein werd samen met een pastorie volgens ontwerp van J.H. Valk in 1927 gebouwd. De ernaast gelegen school aan de Drebblestraat uit 1929 is een voorbeeld van de hoge architectonische kwaliteit die N. Andriessen in zijn schoolontwerpen nastreefde. Een van de oudste scholen in het gebied is gelegen aan de Geuzenweg, uit het begin van de twintigste eeuw. Deze school, die al snel na de bouw werd voorzien van een tweede bouwlaag, is in samenhang met de onderwijzerswoning behouden. Dé scholenbouwer van Hilversum, W.M. Dudok, tekende in de wijk Over 't Spoor voor de Minckelerschool en de N. Bodenheimschool, naast elkaar gelegen aan de Minckelerstraat. Een derde erbij gelegen school is gesloopt. De R.K. kweekschool aan de Oude Amersfoortseweg en de R.K. vak/huishoudschool aan de Larenseweg dienen hier tenslotte te worden genoemd.

Na de tweede wereldoorlog ondergingen delen van de wijk een transformatie. Dit geldt met name voor de industriële zones. Aan de Noorderweg, Larenseweg en de Kleine Drift verscheen nieuwe bedrijfsbebouwing. Meest markante voorbeeld is de melkfabriek aan de Larenseweg. Dit functionele ontwerp van Breebaart, Martens en Kramer uit 1954 kenmerkt zich door betonskeletbouw, glasvlakken, geometrisch vormen en een indrukwekkende bedrijfshal.

3.6.2 Archeologische waarden

In 1992 is het zogenoemde "Verdrag van Malta" door de Europese lidstaten (waaronder Nederland) aangenomen. Het Verdrag is gericht op bescherming en behoud van het archeologisch erfgoed in de lidstaten. Het Verdrag is in Nederland verwerkt in de Monumentenwet 1988 in het hoofdstuk V.

De kernpunten van die wet zijn:

  • Bescherming en behoud van het archeologisch erfgoed op de plek waar het ligt in de bodem (in situ);
  • opnemen archeologie in het ruimtelijke ordeningsproces (met name in het bestemmingsplan);
  • 'de verstoorder betaalt';
  • transparant en helder besluitvormingsproces, informatie verspreiden en kennis van het archeologisch erfgoed vergroten.

De gemeente is bevoegd gezag, en verantwoordelijk voor het opstellen van een zogenaamde archeologische verwachtingskaart. Hierop staat aangegeven welke archeologische beschermde monumenten, bekende waarden, en welke archeologische verwachtingen in Hilversum aanwezig zijn.

afbeelding "i_NL.IMRO.0402.07bp00overtspoor-oh01_0004.png"

Figuur 4; Archelogische verwachtingskaart

Uit de Archeologische Verwachtingskaart (zie figuur 4; Archelogische verwachtingskaart) voor de bebouwde kom van Hilversum blijkt dat aan het plangebied deels een middelhoge (lichtgroen) en deels een hoge verwachting (donkergroen) is toegekend.