direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Herziening Noordwestelijk Villagebied - parkeernormen 2018
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0402.04pbp01hnwpark2018-va01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

In dit hoofdstuk zijn de aanleiding, doelstelling en functie van het bestemmingsplan opgenomen.

1.1 Aanleiding

In het bestemmingsplan 'Herziening Noordwestelijk Villagebied' (vastgesteld in 2010) zijn geen parkeerregels opgenomen. De parkeerbehoefte op eigen terrein bij omgevingsvergunningaanvragen wordt geregeld via artikel 2.5.30 Bouwverordening. Vanaf 1 juli 2018 is wettelijk bepaald (Reparatiewet BZK 2014) dat dit artikel geen toetsingskader meer mag zijn voor bouwplannen. Om parkeernormen ook na 1 juli 2018 in dit plangebied te laten gelden is het nodig het plan op dit punt te herzien.

1.2 Doelstelling

Het doel van voorliggende bestemmingsplanherziening is om de gemeentelijke parkeernormen ook na 1 juli 2018 in dit plangebied te laten gelden. Het betreft een juridisch-technische wijziging, zonder overige inhoudelijke gevolgen. De bestaande bestemmingsplanregels blijven geldig.

1.3 Functie van het bestemmingsplan

Het bestemmingsplan regelt dat de meeste recente parkeernormen gelden voor de gronden van het plangebied. Het bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding (kaart), regels en een toelichting. De verbeelding en de daarop aangewezen bestemmingen en regels vormen tezamen het juridische plan. De plantoelichting heeft geen rechtskracht. De regels omvatten de omschrijvingen van de in het plan vervatte bestemmingen, waarbij per bestemming het doel of de doeleinden worden aangegeven. In de toelichting worden de achtergronden en beweegredenen aangegeven die hebben geleid tot de bestemmingen.

Een bestemmingsplan wordt met de daarbij behorende toelichting langs elektronische weg vastgelegd. Het bestemmingsplan wordt in die vorm vastgesteld. Een volledige papieren versie van het bestemmingsplan wordt gelijktijdig vastgesteld. Indien de inhoud van het langs elektronische weg vastgelegde bestemmingsplan na vaststelling en die van de papieren versie daarvan tot een verschillende uitleg aanleiding geeft, is de eerstbedoelde inhoud beslissend.

Hoofdstuk 2 Begrenzing plangebied en vigerende bestemmingsplannen

2.1 Begrenzing plangebied

Het plangebied (zie figuur 1: Begrenzing plangebied) ligt ten noordwesten van het centrum van Hilversum en bestaat uit de villawijken- en parken:

  • Trompenberg (1875);
  • Boomberg (1876);
  • Suzannapark (1879);
  • Ministerpark (1897);
  • Nimrodpark (1899);
  • Kannesheuvelpark (1902);
  • Diergaardepark (1904);
  • Indische Buurt (1905) en directe omgeving.

Aan de noord- en westzijde wordt het Noordwestelijk Villagebied omgeven door het Spanderswoud en het Corversbos, in het oosten grenst het gebied aan het verstedelijkte centrum van Hilversum. Grofweg ligt het plangebied tussen het Mediapark in het noordoosten en de Oude Haven in het zuiden.

Een aantal kleine gebieden zijn buiten het plangebied gehouden omdat hiervoor in de afgelopen jaren al nieuwe bestemmingsplannen zijn vastgesteld inclusief parkeerregeling. Zie onderstaande paragraaf voor een nadere beschrijving van deze locaties.

Figuur 1: Begrenzing plangebied

afbeelding "i_NL.IMRO.0402.04pbp01hnwpark2018-va01_0001.png"

2.2 Vigerende bestemmingsplannen

Het vigerende bestemmingsplan 'Herziening Noordwestelijk Villagebied' is vastgesteld op 31 maart 2010 en is goedgekeurd door Gedeputeerde Staten op 7 september 2010. Sindsdien zijn er een aantal (postzegel)bestemmingsplannen vastgesteld waarbij de gemeentelijke parkeernormen al zijn toegevoegd aan de regels. Om deze reden worden deze plangebieden buiten de voorliggende herziening gehouden.

Het gaat om de volgende bestemmingsplannen die geen onderdeel zijn van deze herziening:

  • bestemmingsplan 'Vivaldipark Noordoostpunt', vastgesteld door de raad op 6 februari 2013 en vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0402.04bp03vivaldiNO-va01;
  • bestemmingsplan 'Bouwvlak Koninginneweg 14', vastgesteld door de raad op 8 januari 2014en vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0402.04bp04koninginne14-va01;
  • bestemmingsplan 'Mozartlaan 40' vastgesteld door de raad op 4 maart 2015 en vervat in het GML-bestand, NL.IMRO.0402.04bp05mozartlaan40-va01;
  • bestemmingsplan 'Hoge Naarderweg 54a', vastgesteld door de raad op 5 juli 2017 en vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0402.04bp06HNaarderw54a-va01;
  • bestemmingsplan ''s-Gravelandseweg 72', vastgesteld door de raad op 31 januari 2018 en vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0402.04bp08gravelands72-va01.

Hoofdstuk 3 Relevante beleidskader

In dit hoofdstuk is het relevante rijks- en gemeentelijke beleid opgenomen ten aanzien van dit bestemmingsplan opgenomen.

3.1 Rijk

In de 'Reparatiewet BZK 2014' (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) is geregeld dat vanaf 1 juli 2018 artikel 2.5.30 Bouwverordening geen toetsingskader meer mag zijn voor bouwplannen.

Dit artikel bepaald dat als in het bestemmingsplan een parkeerregeling ontbreekt, een bouwplan moet voorzien in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein bij een aanvraag om omgevingsvergunning.

In bestemmingsplan 'Herziening Noordwestelijk Villagebied' zijn geen parkeernormen geen onderdeel van de regels en wordt de parkeerbehoefte van bouwaanvragen dus nog geregeld via de Bouwverordening. Dit bestemmingsplan is in de gemeente Hilversum overigens het enige plan zonder parkeernormen.

Om parkeernormen ook na 1 juli 2018 in dit gebied te kunnen opleggen is het noodzakelijk het bestemmingsplan op dit onderdeel te herzien.

3.2 Gemeente

3.2.1 Parkeernota Hilversum 2017

Het parkeerbeleid van Hilversum vraagt om een actualisatie. Met een nog altijd licht stijgend autobezit en met de toename van het aantal huishoudens in de gemeente blijft het een opgave om de schaarse parkeerruimte zo goed mogelijk te verdelen. Hilversum kent een aantal reguleringsmiddelen, waarvan betaald parkeren (in Hilversum altijd gecombineerd met parkeren voor vergunninghouders) en de parkeereis bij ruimtelijke ontwikkelingen de belangrijkste zijn.

In de Parkeernota Hilversum 2017 wordt nader invulling gegeven aan het parkeerbeleid voor de komende jaren (scope 2025). Uiteraard staat parkeren niet op zich; het heeft een nauw verwantschap met onder andere wonen, economie, centrum en mobiliteit. Gelet op de aanstaande veranderingen als gevolg van de Omgevingswet is het nog belangrijker geworden om parkeren goed te borgen in de stad en de mogelijkheid van flexibiliteit in te bouwen. Het bereikbaar en leefbaar houden van buurten is daarbij het uitgangspunt, waarbij klantvriendelijk parkeren voor bewoners, ondernemers en bezoekers van Hilversum nadrukkelijk betrokken is.

Het doel van de nieuwe parkeernota, waar al het autoparkeerbeleid in één document is ondergebracht, is veelledig:

  • het beter inspelen op de veranderingen die in de hedendaagse samenleving zichtbaar zijn;
  • het bereikbaar en leefbaar houden van de buurten van Hilversum;
  • het creëren van een evenwichtige parkeerbalans door vraag en aanbod beter op elkaar af te stemmen;
  • effectiever gebruik beschikbare parkeerplaatsen;
  • het verbeteren van processen rondom invoering betaald parkeren;
  • het bijdragen aan een hoogwaardig woon- en werkklimaat van Hilversum.

De actuele beleidsregels zijn toegevoegd als bijlage bij de regels, zodat deze nieuwe normen onderdeel worden van het toetsingskader bij nieuwe omgevingsvergunningaanvragen.

Hoofdstuk 4 Implementatie

4.1 Bestemmingsregeling

Een bestemmingsplan bestaat uit drie delen: de toelichting, de regels en een of meerdere verbeeldingen. De verbeelding en de daarin aangewezen bestemmingen en regels vormen tezamen het juridische plan. De toelichting heeft geen rechtskracht. In de toelichting worden de achtergronden en beweegredenen aangegeven die hebben geleid tot de bestemmingen. De regels omvatten de omschrijvingen van de in het plan vervatte bestemmingen, waarbij per bestemming het doel wordt aangegeven. In deze paragraaf wordt ingegaan op de juridische opbouw van het plan. Aan de orde komen onder meer de opbouw van de regels, de relatie tussen regels en kaarten en de beschrijving van de in de regels vastgelegde bestemmingen.

Voorligende herziening betreft een zogenaamd paraplu-bestemmingsplan. De herziening regelt alleen dat de actuele gemeentelijke parkeernormen onderdeel worden van de planegels. Voor het overige zijn er geen gevolgen. Het betreft een juridisch-technische wijziging.

In de regels is een zogenaamde 'van toepassingsverklaring' opgenomen waarin is geregeld dat de regels van het bestemmingsplan 'Herziening Noordwestelijk Villagebied' (2010) van toepassing zijn, tenzij in onderhavig plan andere regels zijn opgenomen.

De regels van dit bestemmingsplan bestaan uit de volgende bepalingen:

  • begripsbepalingen waarin de naam van het plan en het digitale identificatienummer zijn vastgelegd;
  • algemene regels, waarbij de gebruiksregels verwijzen naar de actuele parkeernormen;
  • de in ieder plan verplichte anti-dubbeltelregel, overgangsrecht en de slotregel.

4.1.1 Toelichting op de regels

De regels bevatten de juridische regeling voor het gebruik van de gronden, bepalingen over de toegelaten bebouwing en een regeling over het gebruik van bebouwing. De regels, die zijn onderverdeeld in paragrafen, worden hierna (indien nodig) toegelicht. Bij de opzet van de regels is aangesloten bij de SVBP2012 en de bepalingen van het Besluit ruimtelijke ordening.

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

In dit artikel zijn de begripsbepalingen opgenomen waarin de naam van het plan en het digitale identificatienummer zijn vastgelegd.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 2 Van toepassing verklaring

In dit artikel is bepaald dat de regels uit het bestemmingsplan 'Herziening Noordwestelijk Villagebied' van toepassing zijn, tenzij in de onderhavige regels andere regels zijn opgenomen.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 3 Anti-dubbeltelregel

Deze regel strekt ertoe te voorkomen dat van ruimte die in een bestemmingsplan voor de realisering van een bepaald gebruik of functie mogelijk is gemaakt, na realisering daarvan, ten gevolge van feitelijke functie- of gebruiksverandering van het gerealiseerde, opnieuw een tweede keer zou kunnen worden gebruik gemaakt. Een bekend voorbeeld van een dergelijke regeling is de zogenaamde rustende boer regeling. Aangesloten is bij de standaard antidubbeltelregel die in het Bro is opgenomen.

Artikel 4 Algemene gebruiksregels

4.1 Parkeren

Bij een gebouw moet ten behoeve van het parkeren en het stallen van auto’s in de juiste mate ruimte zijn aangebracht in, op of onder dat gebouw dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1, onder a van de Wet ruimtelijke ordening, de in lid 3 bedoelde parkeernormen en bedragen te wijzigen, indien door de gemeenteraad nieuwe parkeernormen, dan wel nieuwe bedragen zijn vastgesteld.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 5 Overgangsrecht

In het Besluit ruimtelijke ordening is overgangsrecht opgenomen dat in elk bestemmingsplan moet worden overgenomen. Indien de in het plan opgenomen regels, voor wat betreft gebruik of bebouwing, afwijken van een bestaande, legale situatie, dan zijn daarop de overgangsbepalingen van toepassing. De overgangsbepaling heeft tot doel bestaande belangen te respecteren totdat realisering van de nieuwe bestemmingsbepalingen dan wel bebouwingsbepalingen plaatsvindt.

Voor bouwwerken die onder het overgangsrecht vallen, is bepaald dat deze gedeeltelijk mogen worden vernieuwd of veranderd, mits de bestaande afwijking niet wordt vergroot. Gehele vernieuwing is in principe uitgesloten, waaronder ook gefaseerde vernieuwing van een bouwwerk wordt verstaan. Het doel van het overgangsrecht is dat het bestaande bouwwerk in de bestaande staat in stand mag worden gehouden. Uitsluitend na het tenietgaan van het bouwwerk door een calamiteit, waarmee onder andere brand of extreme weersomstandigheden wordt bedoeld, is onder voorwaarden gehele vernieuwing toegestaan.

Vergunningplichtige bouwwerken, die zonder vergunning zijn opgericht, kunnen door overgangsrecht niet gelegaliseerd worden. Bouwen zonder vergunning is immers een overtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht die niet door een regeling in een bestemmingsplan ongedaan kan worden gemaakt. Voor het gebruik dat onder het overgangsrecht valt, is bepaald dat dat gebruik mag worden voortgezet. Het gebruik mag eveneens worden gewijzigd voor zover de afwijking ten opzichte van het toegestane gebruik niet vergroot wordt.

Hiervoor is reeds aangegeven dat illegale bouwwerken niet gelegaliseerd kunnen worden door overgangsrecht. Voor gebruik is dat in principe wel mogelijk maar vanuit het oogpunt van handhaving ongewenst. Gezien het voorgaande is in de overgangsbepaling opgenomen dat het gebruik, dat reeds in strijd was met het voorheen geldende plan van het overgangsrecht, is uitgesloten. Ook na het van kracht worden van dit plan kan dus nog met succes handhavend worden opgetreden tegen gebruik dat reeds in strijd was met het voorgaande bestemmingsplan.

Artikel 6 Slotregel

In de regels van het wijzigingsplan wordt in de Slotregel aangegeven op welke wijze de regels van dit plan kunnen worden aangehaald.

Bijlagen

Bijlage 1 Beleidsregels Parkeren 2017

De in Hilversum gehanteerde parkeernormen uit 2017 en de daarbij behorende beleidsregels zijn opgenomen in deze bijlage.

4.2 Economische uitvoerbaarheid

Voor dit bestemmingsplan is het niet nodig een exploitatieplan vast te stellen aangezien de enige kosten in feite bestaan uit het doorlopen van de procedures. Deze activiteiten vallen onder de reguliere werkzaamheden. De economische uitvoerbaarheid is niet in het geding.

4.3 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

4.3.1 Zienswijzen

Het ontwerpbestemmingsplan is van 22 februari 2018 tot en met 5 april 2018 ter inzage gelegd ten behoeve van het indienen van zienswijzen in het kader van de wettelijk verplichte inspraak. De bekendmaking hiervan heeft op de gebruikelijk manier plaatsgevonden in de Gooi- en Eembode en de gemeentelijke website. Tevens zijn de wijkvoorzitters geïnformeerd over de ter inzage legging van het ontwerpplan. Tijdens de inzageperiode heeft iedereen de gelegenheid gehad om te reageren op het ontwerpwijzigingsplan (trede 5, raadplegen, van de participatieladder). Er zijn geen reacties ingekomen.

4.3.2 Overleg

Het gemeentebestuur overlegt bij de voorbereiding van een bestemmingsplan met betrokken gemeenten en waterschappen en met die diensten van provincie en Rijk die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen die in het plan in het geding zijn. Ook andere instanties kunnen bij het vooroverleg worden betrokken.

Voorliggend bestemmingsplan heeft alleen betrekking op het actualiseren van de parkeernormen. Hiermee zijn geen belangen van andere instanties gemoeid. Er is daarom afgezien van overleg.

4.3.3 Raadsvaststelling

In het kader van de zienswijzenprocedure is het ontwerpbestemmingsplan Herziening Noordwestelijk Villagebied - parkeernormen 2018 met de bijbehorende stukken voor een periode van zes weken ter inzage gelegd op het gemeentehuis en raadpleegbaar gesteld via www.ruimtelijkeplannen.nl. Deze terinzagelegging is van tevoren aangekondigd in de lokale krant, op www.officielebekendmakingen.nl en in de Staatscourant. Daarnaast is het voornemen gepubliceerd door plaatsing op de gemeentelijke website en zijn de wijkvoorzitters geïnformeerd over de ter inzage legging van het ontwerpplan.

Er zijn geen reacties ingediend. Op 16 mei 2018 heeft de raad het bestemmingsplan vastgesteld.