Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Maalwater 9
Status: onherroepelijk
Plan identificatie: NL.IMRO.0399.bpMaalwater9-onhr

Artikel 3 Tuin

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Tuin aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen en erven behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen binnen de bestemming “Wonen”, en water. De gronden dienen niet als erf te worden beschouwd in de zin van artikel 1 van bijlage II van het 'Besluit omgevingsrecht'.

3.2 Bouwregels

3.2.1 De voor Tuin aangewezen gronden mogen niet worden gebouwd, met uitzondering van uitbouwen in de vorm van:
  1. erkers bij de hoofdgebouwen van de op de aangrenzende gronden gelegen woningen, mits:
    1. de breedte maximaal 2/3 van de breedte van de gevel van het hoofdgebouw bedraagt;
    2. de horizontale diepte maximaal 1 m bedraagt; en
    3. de goothoogte maximaal 3 m bedraagt, dan wel de hoogte van de 1e bouwlaag van het hoofdgebouw plus 0,25 m.
  2. ingangspartijen bij de hoofdgebouwen van de op de aangrenzende gronden gelegen woningen mits:
    1. de breedte maximaal 1/3 van de breedte van de gevel van het hoofdgebouw bedraagt;
    2. de horizontale diepte maximaal 1,5 meter bedraagt; en
    3. de goothoogte maximaal 3 meter bedraagt, dan wel de hoogte van de 1e bouwlaag van het hoofdgebouw plus 0,25 m; met dien verstande dat een erker en een ingangspartij niet in combinatie met elkaar aan eenzelfde gevel mogen worden gerealiseerd.
3.2.2 Bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde, maximaal:
  1. erf- en perceelafscheidingen voor de voorgevelrooilijn 1 m;
  2. erf- en perceelafscheidingen achter de voorgevelrooilijn 2 m;
  3. pergola’s 2 m;
  4. vlaggenmasten 6,5 m;
  5. overige bouwwerken geen gebouwen zijnde 2 m.

3.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 3.2.1 ten behoeve van het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen ten behoeve van de bestemming “Wonen”, met dien verstande dat geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
  1. de bezonning, privacy en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  2. het straat- en bebouwingsbeeld;
  3. de bouwvorm van karakteristieke panden;
  4. de beleving van groen en water;
  5. de verkeersveiligheid en toegankelijkheid;
  6. de parkeerruimte op eigen erf;
  7. de sociale veiligheid.