1.3 Werkwijze en opzet van toelichting
Voorliggend plan voorziet in een kleine bijstellen van de juridische borging van het aspect parkeren zoals hiertoe in oktober 2019 is besloten door de gemeenteraad van Heiloo . Met de vaststelling van deze technische herziening wordt de parkeerregeling afgestemd op de nieuwe afwijkingsregeling zoals deze verwoord in in de nieuwe Nota parkeernormen.
Voor de toelichting betekent het bovenstaande dat dit bestemmingsplan een andere opzet kent dan gebruikelijk. Aspecten zoals de beleidskaders en de uitvoerbaarheid met betrekking tot milieuaspecten zijn niet van toepassing op dit plan en komen dan ook niet ter sprake.
In de toelichting wordt wel ingegaan op de huidige beleidssituatie van het parkeren in de gemeente Heiloo (hoofdstuk 2), de juridische planopzet (hoofdstuk 3) en de planprocedure (hoofdstuk 4).
hoofdstuk 3 Juridische planopzet
Algemene achtergrond
Op basis van artikel 3.1.2 lid 2 sub a van het Besluit ruimtelijke ordening kan een bestemmingsplan regels bevatten waarvan de uitleg bij de uitoefening van een daarbij aangegeven bevoegdheid, afhankelijk wordt gesteld van beleidsregels. Van belang daarbij is dat het algemeen gekende en geaccepteerde beleidsregels zijn. Het voordeel van deze benadering is dat de beleidsregel zelf direct juridisch verankerd is via het bestemmingsplan én dat betekent dat, als de beleidsregel wordt aangepast, die vanzelf óók verankerd is in het daarvoor opgestelde bestemmingsplan. Het gaat hier om een parapluherziening, aanvullend op alle bestemmingsplannen, inclusief uitwerkingsplannen en wijzigingsplannen in de gemeente Heiloo.
Voorwaardelijke verplichting & gebruik
Het voorzien in de juiste en voldoende parkeervoorzieningen is een voorwaardelijke verplichting. Dat betekent dat het niet alleen getoetst wordt op het moment dat een vergunning wordt verleend maar dat daarna ook voorzien moet worden in de juiste instandhouding van de voorzieningen.
De behoefte aan parkeervoorzieningen komt voort uit het gebruik van gronden en opstallen. Het is daarmee een 'gebruiksregeling' en niet een bouwbepaling. Dat betekent dat er aan moet worden voldaan ongeacht of er (al dan niet vergunningplichtig) gebouwd wordt.
Afwijken
Het gemeentelijke parkeerbeleid is generiek beleid. Dat beleid kan, om plan- en/of locatiespecifieke redenen, te streng zijn. Daarom kan afgeweken worden van de norm. In de nieuwe nota “parkeernormen” is er een mogelijkheid opgenomen voor bouwplannen met een kleine (extra) parkeervraag. Ook is er de mogelijkheid van een mobiliteitscorrectie in opgenomen waardoor – in eerste aanleg en onder voorwaarden - minder parkeerplaatsen kunnen worden aangelegd.
Verbeelding
Het voorliggende bestemmingsplan bestaat uitsluitend uit regels en geen bestemmingen. Om die reden bestaat de verbeelding uit niet meer dan de bepaling van het plangebied (in dit geval het gehele gemeentelijke grondgebied).
4.1 Algemeen
Aangezien met het onderhavige plan geen sprake is van een ruimtelijke impact en/of ruimtelijke ontwikkeling, is het niet nodig om vooroverleg of inspraak te voeren.
Wel zal het parapluplan conform afdeling 3.4 Awb gedurende 6 weken in ontwerp ter inzage worden gelegd. Hierbij is er de mogelijkheid voor een ieder om zienswijzen in te dienen op het plan. Na vaststelling door de Raad wordt het vaststellingsbesluit bekend gemaakt. Het bestemmingsplan ligt na bekendmaking opnieuw 6 weken ter inzage. Gedurende deze termijn is er de mogelijkheid voor belanghebbenden beroep in te dienen bij de Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State. Het bestemmingsplan treedt vervolgens daags na afloop van de tervisielegging in werking als er geen beroep is ingesteld. Is er wel beroep ingesteld dan treedt het bestemmingsplan ook in werking, tenzij naast het indienen van een beroepschrift ook om een voorlopige voorziening is gevraagd. De schorsing van de inwerkingtreding eindigt indien de voorlopige voorziening wordt afgewezen. De procedure eindigt met het besluit van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.