direct naar inhoud van Artikel 14 Maatschappelijk - 2
Plan: Woongebied I
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0396.BPwoongebiedI2010-VA01

Artikel 14 Maatschappelijk - 2

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. sociale en welzijnsvoorzieningen;
  • b. (semi)overheidsinstellingen;
  • c. gezondheidszorg;
  • d. bibliotheek;
  • e. verenigingsleven;
  • f. religieuze en levensbeschouwelijke activiteiten en bijeenkomsten;
  • g. zorgwoningen;
  • h. uitsluitend op de verdieping: wonen, daaronder begrepen aan-huis-gebonden beroepen;
  • i. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met horecacategorie 3': zalenverhuur;
  • j. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'uitvaartcentrum': een mortuarium en een rouwcentrum of een daarmee vergelijkbare instelling;
  • k. ter plaatse van de aanduiding 'religie': uitsluitend religieuze en levensbeschouwelijke activiteiten en bijeenkomsten;
  • l. ter plaatse van de aanduiding 'wonen': naast het wonen op de verdiepingen tevens wonen op de begane grond;
  • m. geluidswerende voorzieningen;
  • n. speelvoorzieningen;
  • o. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, terreinen, groen, voet- en fietspaden, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en water.

14.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

14 .2.1 Gebouwen

  • a. de totale oppervlakte van gebouwen en overkappingen bedraagt per bouwperceel ten hoogste het ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' aangegeven bebouwingspercentage van het bouwvlak; indien geen bebouwingspercentage is aangegeven, geldt een bebouwingspercentage van 100% van het bouwvlak; het bestaand oppervlak mag met ten hoogste 1.000 m² worden uitgebreid;
  • b. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte;
  • c. de goothoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' aangegeven goothoogte;
  • d. de bouwhoogte van een nutsvoorziening bedraagt ten hoogste 3 m;
  • e. de oppervlakte van een nutsvoorziening bedraagt ten hoogste 15 m².

14 .2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 2 m;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen en geen kunstobjecten zijnde, anders dan ten behoeve van de verkeersregeling, de verkeers- of wegaanduiding of de verlichting, mag niet meer dan 3 m bedragen.

14.3 Specifieke gebruiksregels

14.3.1. De uitoefening van een aan-huis-gebonden beroep in samenhang met het wonen:

  • a. mag geen onevenredige hinder opleveren voor de woonomgeving;
  • b. mag geen afbreuk doen aan het woonkarakter en de woonkwaliteit van de woonwijk;
  • c. dient de woonfunctie te ondersteunen, dat wil zeggen dat de persoon die de activiteit uitoefent tevens bewoner is van de betreffende woning;
  • d. mag uitsluitend binnen de woning of het bijgebouw, dus inpandig, worden uitgeoefend;
  • e. dient ondergeschikt te zijn aan de woonfunctie, met dien verstande dat:
    • 1. maximaal 30% van de vloeroppervlakte van de woning mag worden gebruikt voor de bedoelde activiteiten, met een maximum van 45 m²;
    • 2. het genoemde maximum oppervlak, het totaal is van de oppervlakken binnen de woning en de eventueel bij deze woning horende aan-, uit- en bijgebouwen;
  • f. er mag geen detailhandel plaatsvinden, met uitzondering van een beperkte verkoop als ondergeschikte nevenactiviteit van de beroepsmatige activiteit;
  • g. er mag geen horecabedrijf plaatsvinden;
  • h. er dient op eigen erf (terrein) te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid, met dien verstande dat wanneer parkeren op eigen erf verkeerskundig niet mogelijk is, stedenbouwkundig niet aanvaardbaar is, of om een andere reden niet mogelijk is, het niet zodanig verkeersaantrekkende activiteiten mag betreffen, dat daardoor extra verkeersmaatregelen, waaronder parkeervoorzieningen, noodzakelijk worden in het openbare gebied.

14.3.2. Met betrekking tot het gebruik geldt de volgende regel:

  • het gebruik van bijgebouwen als woonruimte is niet toegestaan.

14.4 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van dit plan voor:

  • a. het bepaalde in lid 14.1 om een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit aan huis toe te laten, mits:
    • 1. de bedrijfsmatige activiteit voldoet aan de criteria uit lid 14.3.1 onder a t/m h;
    • 2. de activiteit valt onder de selectie van bedrijfsmatige activiteiten van de VNG bedrijvenlijst als opgenomen in de bijlage van deze planregels;
    • 3. geen bedrijfsmatige opslag plaatsvindt in de open lucht;
    • 4. wordt uitgeweken naar een andere locatie, zodra de uitoefening van de bedrijfsmatige activiteit aan huis hinderlijk wordt voor de woonomgeving;
  • b. het bepaalde in lid 14.3.1 onder e tot een oppervlak van ten hoogste 55 m², mits:
    • 1. de uitoefening van het aan-huis-gebonden beroep blijft voldoen aan de criteria uit lid 14.3.1, met uitzondering van lid 14.3.1 onder e1;
    • 2. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan woonsituatie en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • c. het bepaalde in lid 14.1 onder i:
    • 1. om horecabedrijven toe te laten in één categorie hoger dan in lid 14.1 genoemd, voor zover het betrokken horecabedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of de bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 14.1 genoemd;
    • 2. om horecabedrijven toe te laten die niet in de Staat van Horeca-activiteiten zijn genoemd, voor zover het betrokken horecabedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 14.1 genoemd.