direct naar inhoud van Artikel 5 Wonen
Plan: Pieter Breughelstraat
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0396.BPpbreughel2010-VA01

Artikel 5 Wonen

5.1 Bestemmingsomschrijving
5.1.1 Algemeen

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor wonen met bijbehorende voorzieningen.

5.1.2 Toegestaan gebruik

Onder de hiervoor genoemde bestemming is toegestaan:

  • a. hoofdgebouwen in de vorm van woningen;
  • b. bergingen en andere nevenruimten;
  • c. aan huis gebonden beroep;
  • d. tuinen en erven.
5.2 Bouwregels
5.2.1 Gebouwen

Binnen deze bestemming mogen gebouwen ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

Voor het bouwen van hoofdgebouwen geldt:

  • a. gebouwen zijn alleen toegestaan binnen de op de plankaart aangegeven bouwvlakken;
  • b. maximum bebouwingspercentage: 100% van het bouwvlak;
  • c. maximum goot- en bouwhoogte: zoals in het bestemmingsplan is aangegeven;
  • d. maximum aantal woningen: zoals met de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' in het bestemmingsplan is aangegeven;
  • e. woningtype: zoals met de bouwaanduiding 'aaneengebouwd [aeg]' in het bestemmingsplan is aangegeven.

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken geldt:

  • a. bijbehorende bouwwerken mogen binnen en buiten het bouwvlak gebouwd worden;
  • b. alle gebouwde bijbehorende bouwwerken en overkappingen mogen tezamen niet meer dan 50% van de oppervlakte van het bouwperceel, het bouwvlak niet meegerekend, in beslag nemen, met een maximum van 60 m2;
  • c. de goothoogte mag niet meer dan 3 meter dan wel de hoogte van de 1e bouwlaag van het hoofdgebouw plus 0,25 meter, bedragen;
  • d. de bouwhoogte mag niet meer dan 4,5 meter bedragen;
  • e. de hoogte van balkonhekken op bijbehorende bouwwerken en overkappingen mag niet meer dan 1,2 meter ten opzichte van de hoogte van de 1e bouwlaag van de bijbehorende bouwwerk of overkapping bedragen;
  • f. onder bijbehorende bouwwerken zijn kelders toegestaan tot een verticale diepte van maximaal 3,3 meter.
5.2.2 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken geen gebouwen zijnde ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. voor zover gelegen vóór het hoofdgebouw mag de hoogte van erf- en terreinafscheidingen niet meer dan 1 meter bedragen;
  • b. voor zover gelegen naast of achter de hoofdgebouw mag de hoogte van erf- en terreinafscheidingen niet meer dan 2 meter bedragen;
  • c. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 meter bedragen.
5.3 Specifieke gebruiksregels

De uitoefening van een aan huis gebonden beroep of bedrijf in samenhang met het wonen:

  • a. mag geen onevenredige hinder opleveren voor de woonomgeving;
  • b. mag geen afbreuk doen aan het woonkarakter en de woonkwaliteit van de woonwijk;
  • c. dient de woonfunctie te ondersteunen, d.w.z. dat de persoon die de activiteit uitoefent tevens bewoner is van de betreffende woning;
  • d. mag uitsluitend binnen de woning of het bijgebouw, dus inpandig, worden uitgeoefend;
  • e. dient ondergeschikt te zijn aan de woonfunctie, met dien verstande dat:
    • 1. maximaal 30% van de vloeroppervlakte van de woning mag worden gebruikt voor de bedoelde activiteiten, met een maximum van 45 m2;
    • 2. het genoemde maximum oppervlak, het totaal is van de oppervlakken binnen de woning en de eventueel bij deze woning horende aan-, uit- en bijgebouwen;
  • f. er mag geen reclame gemaakt worden aan of bij het pand, met uitzondering van een klein bord, met een maximum oppervlak van 0,5 m2, voor de mededeling van het beroep, de openingstijden e.d.;
  • g. er mag geen detailhandel plaatsvinden, met uitzondering van een beperkte verkoop als ondergeschikte nevenactiviteit van de beroepsmatige activiteit;
  • h. er mag geen horeca plaatsvinden;
  • i. er dient op eigen erf (terrein) te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid met dien verstande dat wanneer parkeren op eigen erf verkeerskundig niet mogelijk is, stedenbouwkundig niet aanvaardbaar is, of om een andere reden niet mogelijk is, het niet zodanig verkeersaantrekkende activiteiten mag betreffen, dat daardoor extra verkeersmaatregelen, waaronder parkeervoorzieningen, noodzakelijk worden in het openbare gebied;
  • j. tot een strijdig gebruik als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening ten aanzien van de uitoefening van een aan huis gebonden beroep wordt in elk geval gerekend:
    • 1. aanwenden van een groter percentage dan wel een grotere oppervlakte voor de uitoefening van aan huis gebonden beroep, dan in lid 5.3 onder e is bepaald;
    • 2. uitoefening van een aan huis gebonden beroep op een wijze die hinder voor de omgeving veroorzaakt.
5.4 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd:

a. omgevingsvergunning te verlenen voor een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit aan huis, mits:

  • 1. de bedrijfsmatige activiteit voldoet aan de criteria uit lid 5.3 onder a t/m i;
  • 2. de activiteit valt onder de selectie van bedrijfsmatige activiteiten van de VNG bedrijvenlijst als opgenomen in de bijlage van deze planregels;
  • 3. geen bedrijfsmatige opslag plaatsvindt in de open lucht;
  • 4. wordt uitgeweken naar een andere locatie, zodra de uitoefening van de bedrijfsmatige activiteit aan huis hinderlijk wordt voor de woonomgeving.

b. omgevingsvergunning te verlenen van het bepaalde in lid 5.3. onder j.1. tot een oppervlak van maximaal 55 m2, mits:

  • 1. de uitoefening van het aan huis gebonden beroep blijft voldoen aan de criteria uit lid 5.3, met uitzondering van 5.3 onder e;
  • 2. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan woonsituatie en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.