direct naar inhoud van Artikel 9 Gemengd - 2
Plan: Centrum Heemskerk
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0396.BPhkcentrum2010-VA01

Artikel 9 Gemengd - 2

9.1 Bestemmingsomschrijving

De op de verbeelding voor 'Gemengd - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. Uitsluitend op de begane grond: horeca-activiteiten uit ten hoogste categorie 4 van de Staat van Horeca-activiteiten;
  • b. maatschappelijke dienstverlening, alsook hieraan ondergeschikte detailhandel en horeca;
  • c. dienstverlening;
  • d. kantoren;
  • e. uitsluitend op de verdieping: wonen, daaronder begrepen een aan huis-gebonden-beroep;
  • f. ondergronds parkeren;
  • g. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, terreinen, nutsvoorzieningen en kunstobjecten;
9.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

9.2.1 Gebouwen
  • a. gebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)';
  • c. de bouwhoogte van een nutsvoorziening bedraagt ten hoogste 3 m;
  • d. de oppervlakte van een nutsvoorziening bedraagt ten hoogste 15 m²;
  • e. onder gebouwen en terreinen zijn kelders toegestaan tot een verticale diepte van niet meer dan 8 m beneden het peil.
9.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van terreinafscheidingen vóór (het verlengde van) de voorgevelrooilijn bedraagt ten hoogste 1 m;
  • b. de bouwhoogte van terreinafscheidingen achter (het verlengde van) de voorgevelrooilijn bedraagt ten hoogste 2 m;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.
9.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen met betrekking tot de afmetingen en de plaatsing van de bebouwing ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. een goede woonsituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
9.4 Afwijken van de bouwregels
9.4.1 Dakopbouwen

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van dit plan voor plaatsing van dakopbouwen ten behoeve van liften en/of trappen en/of technische installaties die direct ten dienste staan van het gebouw en straatgevelbeëindigingen, mits:

  • a. de hoogte van dakopbouwen maximaal 3,5 meter hoger is dan de op de verbeelding aangegeven bouwhoogte;
  • b. de hoogte van gevelbeëindigingen aan de straatzijde maximaal 1,5 meter hoger is dan de op de verbeelding aangegeven bouwhoogte;
  • c. de lengte van genoemde gevelbeëindigingen niet meer bedraagt dan 15% van de totale voorgevellengte van het betreffende project;
  • d. de maximale oppervlakte van de genoemde gevelbeëindigingen en / of dakopbouwen ten hoogste 15% van het betreffende bouwvlak zal bedragen.

Omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:

  • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. een goede woonsituatie;
  • c. de sociale veiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.