direct naar inhoud van Artikel 16 Verkeer - Verblijfsgebied
Plan: Centrum Heemskerk
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0396.BPhkcentrum2010-VA01

Artikel 16 Verkeer - Verblijfsgebied

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. verblijfsgebied met een functie voor verblijf, verplaatsing en gebruik ten dienste van de aangrenzende bestemmingen, met dien verstande dat terrassen niet zijn toegestaan;
  • b. kermis en andere incidentele evenementen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage', een ondergrondse parkeergarage;
  • d. voet- en fietspaden;
  • e. bergbezinkbassins ten behoeve van regenwater opvang;
  • f. in- en uitritten;
  • g. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, (ondergrondse) vuilcontainers, verharding, geluidwerende voorzieningen, kunstobjecten, nutsvoorzieningen en water.
16.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

16.2.1 Gebouwen
  • a. de oppervlakte van een gebouw en een nutsvoorziening mag niet meer dan 15 m2 bedragen;
  • b. de bouwhoogte van een nutsvoorziening mag niet meer dan 3 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van overige gebouwen mag niet meer dan 4 m bedragen;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage' is een ondergrondse parkeergarage met bijbehorende voorzieningen toegestaan met een maximale ondergrondse bouwdiepte van 8 m.
16.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van geluidwerende voorzieningen mag niet meer dan 4,5 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van vlaggenmasten mag niet meer dan 6 m bedragen;
  • d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan ten behoeve van de verkeersregeling, de verkeers- of wegaanduiding of de verlichting, mag niet meer dan 3 m bedragen.
16.3 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 16.1 onder a ten behoeve van de ingebruikname van de openbare ruimte als terras, mits:

  • a. het woon- en leefklimaat niet onevenredig wordt aangetast;
  • b. het niet zodanig verkeersaantrekkende activiteiten betreft die verkeersoverlast veroorzaken of die verkeersmaatregelen, waaronder extra parkeervoorzieningen, noodzakelijk maken in de openbare ruimte en/ of er geparkeerd wordt op eigen terrein;
  • c. er geen milieuhygiënische belemmeringen zijn.