direct naar inhoud van 4.1 Luchtkwaliteit
Plan: Het Groene Balkon
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0396.BPgroenebalkon2010-VA01

4.1 Luchtkwaliteit

Op 15 november 2007 is de Wet luchtkwaliteit in werking getreden. Met deze wet zijn luchtkwaliteitseisen verankerd in de Wet milieubeheer. Op de beoordeling van luchtkwaliteit is niet alleen de Wet milieubeheer van toepassing, maar ook het Besluit niet in betekenende mate bijdragen en drie regelingen (Regeling niet in betekenende mate bijdragen (NIBM), de Regeling beoordeling luchtkwaliteit en de Regeling projectsaldering luchtkwaliteit 2007). De Wet luchtkwaliteit vervangt het Besluit luchtkwaliteit 2005. Afhankelijk van de projectfase kan dit besluit - voortvloeiend uit het overgangsrecht - echter van belang blijven bij de beoordeling van luchtkwaliteit. Voor het onderhavig project speelt het Besluit luchtkwaliteit 2005 geen rol meer.

Er is een andere wijze van toetsing van bouw- en bestemmingsplannen opgenomen. Zo dient te worden onderzocht of een project 'in betekenende' mate van invloed is op de luchtkwaliteit. In het Besluit NIBM en de Regeling NIBM zijn handvaten aangereikt om te bepalen of een project niet in betekenende mate bijdraagt aan luchtverontreiniging. Op dit moment (voorafgaande aan inwerkingtreding van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit, NSL) is het begrip "niet in betekenende mate" gedefinieerd als een bijdrage die maximaal 1% (tijdelijk) of 3 % (na inwerkintreding NSL) bedraagt van de grenswaarde voor stikstofdioxide en fijn stof. De mate van schaalgrootte waaronder niet hoeft te worden getoetst (de vertaling van bovengenoemde 1% norm naar concrete bouwprojecten), bedraagt 500 woningen bij één ontsluitingsweg. Voor het ontwikkelen van kantoorlocaties geldt een schaalgrootte van 33.000 m2 bruto vloeroppervlakte bij één ontsluitingsweg. De Regeling NIBM benoemt tevens categorieën van gevallen die niet in betekenende mate bijdragen aan luchtverontreiniging. Als een project in één van deze categorieën valt of voldoet aan de gestelde criteria voor de schaalgrootte van het plan (500 woningen of 33.000 m2 kantooroppervlakte) dan hoeft er niet te worden getoetst aan de luchtkwaliteitsnormen.

De begrippen goede ruimtelijke ordening en blootstelling van kwetsbare groepen blijven van belang. Voor wat betreft de bescherming van kwetsbare groepen zal nog aanvullende wetgeving (Besluit gevoelige bestemmingen) van kracht worden. Situaties waar de luchtkwaliteitnormen worden overschreden zullen integraal worden aangepakt met maatregelpakketten voor probleemgebieden. Er worden op drie bestuurslagen maatregelen genomen, namelijk door het rijk, provincie en gemeenten (Nationaal samenwerkingsprogramma luchtkwaliteit, NSL). Het NSL heeft bovendien tot doel om derogatie (uitstel) van de stikstofdioxide en fijn stof normen te verkrijgen bij de Europese commissie.

Samenvattend vormt de Wet luchtkwaliteit geen belemmering voor ruimtelijke ontwikkeling als:

  • er geen sprake is van een feitelijke of dreigende overschrijding van een grenswaarde;
  • een project, al dan niet per saldo, niet tot een verslechtering van de luchtkwaliteit leidt;
  • een project niet in betekenende mate bijdraagt aan de luchtverontreiniging;
  • een project is opgenomen in een regionaal programma van maatregelen of in het NSL.


Beoordeling plan
Er is bij het plan geen sprake van industriële emissies. Van belang is of het project valt onder de criteria zoals die zijn geformuleerd in het Besluit niet in betekenende mate bijdragen. Omdat het plan maximaal 25 woningen omvat, veel minder dan 500 woningen, valt het project niet onder de criteria zoals genoemd in paragraaf 2. Gezien de lage achtergrondconcentraties van fijn stof en stikstofdioxide in de plangebieden zal bovendien ruimschoots aan de luchtkwaliteitsnormen kunnen worden voldaan. Om dit te onderbouwen is nader onderzoek uitgevoerd in het kader van bestemmingsplan Broekpolder Zuid-West in 2007. Dit plangebied is nabij het onderhavige plangebied gesitueerd. Voor dit bestemmingsplan is een luchtkwaliteitsonderzoek opgesteld (Bestemmingsplan Broekpolder Zuid-West te Beverwijk van 14 februari 2007 met aanvulling van 20 september 2007). Uit dit onderzoek blijkt dat op drukke verkeerswegen in het zuidelijk gedeelte van de Broekpolder (namelijk de C. Stuartlaan en de Verbindingsweg) kan worden voldaan aan de luchtkwaliteitsnormen. De verkeerswegen in het bestemmingsplan Broekpolder Zuid-West hebben een veel hogere verkeersintensiteit dan de wegen in de bestemmingsplannen Broekpolder. Uit de actuele versie van het model waarmee de concentraties van vervuilende stoffen worden berekend (Car 2, versie 7) blijkt dat de in dit model op genomen achtergrondconcentraties van fijn stof en stikstofdioxide lager zijn dan de achtergrondconcentraties van deze stoffen uit het luchtkwaliteitsonderzoek van 2007. Uit een rapportage van Rijkswaterstaat over 2007 blijkt dat langs de wegrand van de A22 en A9 al kan worden voldaan aan de luchtkwaliteitsnormen.


Conclusie

In 2007 is de Wet luchtkwaliteit in werking getreden. Het bestemmingsplan voorziet in een ontwikkeling van maximaal 25 woningen. Daarmee wordt ruimschoots onder de drempel van 500 woningen gebleven. Dit betekent dat het plan als 'niet in betekenende mate bijdragend' kan worden beoordeeld en dat niet aan de normen van de Wet luchtkwaliteit hoeft te worden getoetst. Uit berekeningen blijkt bovendien dat in en nabij het plangebied in 2008, 2010 en 2015 wordt voldaan aan de normen van de Wet luchtkwaliteit. De conclusie is dat de Wet luchtkwaliteit geen knelpunt vormt voor de realisatie van dit plan.