Type plan: wijzigingsplan
Naam van het plan: Buitengebied Noord 2e wijziging
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0394.WPGlgbbgnrd2ewijz-CO01

Regels

1 Inleidende regels
Artikel 1 Begrippen
 
1.1 plan:
het wijzigingsplan Buitengebied Noord 2e wijziging met identificatienummer NL.IMRO.0394.WPGlgbbgnrd2ewijz-CO01 van de Gemeente Haarlemmermeer;
  
1.2 wijzigingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
 
1.3 aan huis verbonden beroeps- en/of bedrijfsuitoefening:
het in of aan huis uitoefenen van (vrije) beroepen en/of het in of aan huis ontplooien van bedrijfsmatige activiteiten door de bewoner(s) van dat huis en maximaal één werknemer, die door de beperkte omvang in een woning en daarbij behorende bijgebouwen met overwegend behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend;
 
1.4 bed & breakfast:
een aan de woonfunctie ondergeschikte verblijfsvoorziening, bestaande uit het tegen betaling aanbieden van toeristisch en kortdurend verblijf en ontbijt in de woning en/of bijbehorende gebouwen. Een bed & breakfast wordt gerund door de hoofdbewoner(s) van de woning. De kamers ten behoeve van een bed & breakfast functioneren niet als zelfstandige wooneenheid;
 
1.5 geldende bestemmingsplan:
het bestemmingsplan Buitengebied Noord zoals vastgesteld door de raad van de gemeente Haarlemmermeer op 4 juli 2013;
 
1.6 huishouden:
een vorm van wonen, zowel in de traditionele vorm van gezin als in de minder traditionele vorm, mits sprake is van nagenoeg zelfstandige bewoning met een zekere mate van onderlinge verbondenheid tussen de bewoners en continuïteit in de samenstelling;
 
1.7 logies/logiesfunctie:
Alle vormen van logies / verhuur voor kortdurend verblijf aan derden met commerciële doeleinden;
 
1.8 overige begrippen:
voor de overige begripsbepalingen wordt verwezen naar artikel 1 van de planregels van het bestemmingsplan Buitengebied Noord zoals vastgesteld door de raad van de gemeente Haarlemmermeer op 4 juli 2013;
 
1.9 permanent verblijf:
het gebruik van een woning, kampeermiddel, recreatieverblijf of vakantiehuis door een persoon, gezin of andere groep van personen op een wijze die ingevolge de Wet gemeenschappelijke basisadministratie persoonsgegevens noopt tot inschrijving van bewoner(s) in de basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente Haarlemmermeer, terwijl deze perso(o)n(en) niet aannemelijk kan/ kunnen maken elders over een hoofdverblijf te beschikken;
 
1.10 verwijzing:
de planregels die deel uitmaken van het geldende bestemmingsplan zijn op deze wijziging, voor zover relevant, van overeenkomstige toepassing, met uitzondering van de overgangs- en slotregels.
 
1.11 wonen:
het wonen in een woning;
 
1.12 woning:
een complex van ruimten dat dient voor de huisvesting van één huishouden. Hieronder vallen tevens bijzondere woonvormen in de vorm van begeleid wonen.
 
Artikel 2 Wijze van meten
Voor de wijze van meten is artikel 2 van de planregels van het bestemmingsplan 'Buitengebied Noord', zoals vastgesteld door de raad van de gemeente Haarlemmermeer op 4 juli 2013, voor zover relevant, van overeenkomstige toepassing.
 
2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Wonen
 
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: 
  1. wonen;
  2. aan huis verbonden beroeps- en/of bedrijfsuitoefening; 
met daarbij behorend(e): 
  1. tuinen en erven;
  2. terreinverhardingen.
3.2 Bouwregels
3.2.1 Gebouwen
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
  1. hoofdgebouwen dienen binnen een bouwvlak te worden gebouwd; 
  2. per bouwvlak is één woning toegestaan;
  3. de nokrichting van een hoofdgebouw in het noordoostelijke bouwvlak dient evenwijdig aan de lengterichting van het bouwperceel te verlopen;
  4. bijbehorende bouwwerken mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd; 
  5. ter plaatse van de aanduiding ‘maximale goot- en bouwhoogte’ zijn voor hoofdgebouwen de aangegeven maximale goot- en bouwhoogte toegestaan; 
  6. de bouwhoogte van tegen het hoofdgebouw aangebouwde bijbehorende bouwwerken mag niet meer zijn dan 0,3 meter boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw, tot een maximum van 5 meter; 
  7. de diepte van tegen het hoofdgebouw aangebouwde bijbehorende bouwwerken mag niet meer zijn dan 3 meter, gemeten vanaf de oorspronkelijke achtergevel van het hoofdgebouw dan wel het denkbeeldige verlengde daarvan; 
  8. op de gronden buiten het bouwvlak mag de maximum oppervlakte van bijbehorende bouwwerken 250 m² zijn, met een maximum goot- en bouwhoogte van 3 respectievelijk 6 meter.
3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen: 
  1. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer zijn dan 2 meter;
  2. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer zijn dan 3 meter.
3.2.3 Ondergrondse gebouwen
Voor het bouwen van ondergronds gebouwen gelden de volgende bepalingen: 
  1. ondergrondse gebouwen dienen binnen een bouwvlak te worden gebouwd, met dien verstande dat ondergrondse gebouwen ook mogen worden gebouwd zonder een daarboven aanwezig bovengronds gebouw;
  2. ondergrondse gebouwen zijn uitsluitend toegestaan in één bouwlaag met een maximale diepte van 3 meter.
3.3 Afwijken van de bouwregels
3.3.1 Bouwhoogte bijbehorende bouwwerken
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3 lid 2.1 sub f en toestaan dat de bouwhoogte van aangebouwde bijbehorende bouwwerken wordt vergroot, met dien verstande dat de bouwhoogte van aangebouwde bijbehorende bouwwerken niet meer mag zijn dan 7 meter, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van: 
  1. het stedenbouwkundige beeld, gelet op onder meer de onderlinge samenhang tussen de verschijningsvorm en situering van een bijbehorend bouwwerk enerzijds en die van het hoofdgebouw anderzijds;
  2. de woonsituatie;
  3. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
3.4 Specifieke gebruiksregels
3.4.1 Aan huis verbonden beroepsuitoefening
Het gebruik van een woning en/of bijbehorende bouwwerken ten dienste van aan huis verbonden beroeps- en bedrijfsuitoefening is toegestaan tot niet meer dan 40% van het gezamenlijke vloeroppervlak van de woning en bijbehorende bouwwerken, tot een maximum van 50 m².
 
3.4.2 Strijdig gebruik
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval begrepen: 
  1. het gebruiken of laten gebruiken van de gronden en/of opstallen binnen deze bestemming ten behoeve van zelfstandige bewoning en afhankelijke woonruimte, voor zover het betreft vrijstaande bijbehorende bouwwerken;
  2. het verhuren of anderszins beschikbaar stellen van woonruimte aan derden ten behoeve van de uitoefening van een beroep hoe gering ook van omvang, tenzij een afwijkend gebruik is toegestaan;
  3. het bij aan huis verbonden beroeps- en/of bedrijfsuitoefening ontplooien van bedrijfsmatige activiteiten die vallen in een hogere categorie dan categorie 1 uit de bij dit plan behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten of die vergunnings- of meldingsplichtig zijn op basis van de Wet milieubeheer;
  4. het ten behoeve van aan huis verbonden beroeps- en/of bedrijfsuitoefening hebben van bedrijfsmatige opslag in de open lucht;
  5. het gebruik ten behoeve van detailhandel;
  6. het wonen in een woning door meer dan één huishouden;
  7. het gebruik van de woning voor de uitoefening van een bed & breakfast of logiesfunctie;
  8. het gebruik van de woning voor bedrijfsmatige kamerverhuur, indien de verhuur betrekking heeft op meer dan twee kamers.
3.4.3 Voorwaardelijke verplichting
Het gebruik van de in de aanduiding 'bouwvlak' nieuw te realiseren woning en de bijbehorende gebouwen is uitsluitend toegestaan onder de voorwaarde dat: 
  1. de bestaande agrarische bebouwing van het agrarische bouwvlak gesloopt is, zoals weergegeven in bijlagen bij de regels bijlage 2;
  2. de landschappelijke inpassing binnen 3 jaar na verlening van de omgevingsvergunning voor het bouwen van de nieuwe woning en bijbehorende gebouwen is gerealiseerd en in stand wordt gehouden overeenkomstig het in bijlagen bij de regels bijlage 3 opgenomen inpassingsplan;
Artikel 4 Waarde - Archeologie
Op de voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden is artikel 48 van de planregels van het bestemmingsplan Buitengebied Noord zoals vastgesteld door de raad van de gemeente Haarlemmermeer op 4 juli 2013, voor zover relevant, van overeenkomstige toepassing.
Artikel 5 Waarde - Cultuurhistorie stelling van Amsterdam
Op de voor 'Waarde - Cultuurhistorie stelling van Amsterdam' aangewezen gronden is artikel 49 van de planregels van het bestemmingsplan Buitengebied Noord zoals vastgesteld door de raad van de gemeente Haarlemmermeer op 4 juli 2013, voor zover relevant, van overeenkomstige toepassing.
 
3 Algemene regels
Voor de algemene regels wordt, voor zover relevant, verwezen naar hoofdstuk 3 van de planregels van het bestemmingsplan Buitengebied Noord zoals vastgesteld door de raad van de gemeente Haarlemmermeer op 4 juli 2013.
Artikel 6 Overige regels
6.1 Parkeren, stallen, laden, lossen
6.1.1 Reserveren en inrichten ruimte voor parkeren, stallen, laden, lossen
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor bouwen en/of een wijziging van het gebruik van gronden of bouwwerken geldt, dat op eigen terrein in voldoende mate ruimte moet zijn gereserveerd en ingericht en in stand worden gehouden voor het parkeren, stallen, laden en/of lossen van voertuigen met inachtneming van de parkeernormen zoals deze zijn opgenomen in het geldende parkeerbeleid van Haarlemmermeer.
 
6.1.2 Beleidsregels en peildatum
Het bevoegd gezag past de in artikel 6 lid 1.1 genoemde regels toe met inachtneming van de beleidsregels zoals die gelden ten tijde van de ontvangst van de aanvraag om een omgevingsvergunning.
 
6.1.3 Specifieke gebruiksregels
Ruimte voor het parkeren, stallen, laden en/of lossen van voertuigen, voor zover de aanwezigheid van deze ruimte krachtens deze parkeerregels is geëist, dient te allen tijde voor dit doel beschikbaar te blijven. Ander gebruik wordt aangemerkt als strijdig gebruik.
 
6.1.4 Afwijken
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 6 lid 1.1, indien:
  1. op basis van gegronde redenen aangetoond kan worden dat het voldoen aan deze bepalingen door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit, en bovendien
  2. op andere wijze in de nodige ruimte voor het parkeren, stallen laden en/of lossen van voertuigen blijvend wordt voorzien.
4 Overgangs- en slotregels
 
Artikel 7 Overgangsrecht
 
7.1 Overgangsrecht bouwwerken
  1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, danwel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  2. Het bevoegd gezag kan eenmalig bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde van het eerste lid voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10 %.
  3. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
7.2 Overgangsrecht gebruik
  1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  3. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  4. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
7.3 Hardheidsclausule
Voor zover toepassing van het overgangsrecht bouwwerken of gebruik leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard jegens een of meer natuurlijke personen kunnen burgemeester en wethouders ten behoeve van die persoon of personen van dat overgangsrecht ontheffing verlenen.
Artikel 8 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het wijzigingsplan 'Buitengebied Noord 2e wijziging' van Gemeente Haarlemmermeer.