Nieuw-Vennep AT-station HSL-zuid

5.7 Explosieven

5.7.1 Beleid- en regelgeving

Het mogelijk voorkomen van explosieven in de ondergrond houdt over het algemeen in Nederland verband met oorlogshandelingen gedurende de Tweede Wereldoorlog. Voorbeelden hiervan zijn bombardementen (zowel geallieerde als Duitse), gevechten (meidagen 1940, bevrijding 1944-1945), verdedigingswerken (mijnenvelden) en dumpingen.

5.7.2 Onderzoek

Tijdens 2e wereldoorlog is het gebied in en rondom Schiphol diverse malen gebombardeerd door zowel Duitse als Geallieerde vliegtuigen. Alle (mogelijke) inslagen zijn geregistreerd in het digitale systeem waarin ook de bodemgegevens vastliggen. Bij alle aangemelde projecten wordt dit systeem geraadpleegd op eventueel aanwezige niet gesprongen explosieven (NGE). Indien daarvan sprake is, zal daarnaar onderzoek worden uitgevoerd en zullen indien noodzakelijk NGE's worden verwijderd.

In het kader van de rijwegverdubbeling van de N207 heeft de provincie Noord-Holland onderzoek laten verrichten naar mogelijk Niet Gesprongen Explosieven4 (Bijlage 3). Dit onderzoek is met toestemming van de provincie ook bij dit bestemmingsplan gehanteerd.

5.7.3 Conclusies

De conclusie uit dit onderzoek is dat er geen feiten over oorlogshandelingen in het onderzoekslocatie aanwezig zijn. Ook zijn er geen archiefstukken die met betrekking tot oorlogshandelingen verwijzen naar het onderzoeksgebied; dit blijkt ook uit een luchtfoto-interpretatie.

Het plangebied ligt naast de N207. Uit bovenstaande kan worden geconcludeerd dat het plangebied als onverdacht kan worden gekwalificeerd.

• 4. Rapportage van de probleeminventarisatie naar de aanwezigheid van conventionele explosieven ter plaatse van de N207 gedeelte A4-N205, T&A Survey BV, juli 2009.