direct naar inhoud van 5.2 Cultuurhistorie en archeologie
Plan: Nieuw-Vennep AT-station HSL-zuid
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0394.BPGnwvATstationHSL-E001

5.2 Cultuurhistorie en archeologie

5.2.1 Beleid- en regelgeving

Monumentenwet 1998

Op grond van de Monumentenwet 1988 is het verboden beschermde monumenten te beschadigen of te vernielen. Afbraak, verstoring, verplaatsing, herstel of gebruik op een wijze die leidt tot ontsiering of gevaar, is vergunningplichtig. De wet bepaalt daarnaast dat de gemeenteraad bij vaststelling van een bestemmingsplan rekening houdt met de in de grond aanwezige dan wel te verwachten monumenten.

Beleid provincie Noord-Holland

Het archeologiebeleid van de provincie richt zich op het leesbaar houden van de ontstaansgeschiedenis van de provincie. De provincie is voorstander van het bewaren van het erfgoed in de bodem (in situ). Om te voorkomen dat de waardevolle informatie verloren gaat, moeten archeologische vindplaatsen zo vroeg mogelijk in de planontwikkeling door een archeologisch vooronderzoek worden gelokaliseerd en gewaardeerd. Wanneer behoud niet mogelijk is en aantasting onvermijdelijk, dient de informatie van het bodemarchief te worden veiliggesteld door middel van een wetenschappelijk verantwoord onderzoek, uitgevoerd volgens algemeen geldende normen en richtlijnen zoals vastgelegd in de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA).

In het beleidskader Landschap en Cultuurhistorie staat aangegeven waarmee op het gebied van landschap en cultuurhistorie rekening is te houden bij nieuwe ontwikkelingen en wat aangrijpingspunten kunnen zijn voor meer kwaliteit bij de planvorming. De nota biedt handvatten voor onder meer het opstellen van bestemmingsplannen.

De Cultuurhistorische Waardenkaart levert een belangrijk overzicht van de (inter)nationale, regionale en lokale cultuurhistorische waarden.

Gemeente Haarlemmermeer

De gemeente Haarlemmermeer heeft geen eigen archeologiebeleid.

5.2.2 Onderzoek

Voor de realisatie van het AT-station is een (door een KNA gekwalificeerd persoon opgestelde) quickscan uitgevoerd2(Bijlage 2. Bij het opstellen van deze quickscan is gebruik gemaakt van de Cultuurhistorische Waardenkaart van de Provincie Noord-Holland (CHW), de archeologische monumentenkaart (AMK) en ARCHIS-II van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE). Ook is aanvullende informatie verkregen uit beschikbaar historisch kaartmateriaal.

Hieruit blijkt dat op de Cultuur Historische Waardenkaart van de provincie Noord-Holland voor het plangebied niets staat aangegeven ten aanzien van de archeologische potentie.De Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden (landelijke verwachtingskaart van archeologische waarden van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed) geeft voor het plangebied een zeer lage trefkans op archeologische waarden. Daarnaast kan worden vermeldt dat in het kader van de aanleg van de HSL in 1994-1995 archeologisch onderzoek heeft plaatsgevonden. Hierbij zijn fragmenten Middeleeuws aardewerk aangetroffen (niet in situ) en een vuursteensplinter (een pseudo-artefact). Het plangebied is vanaf het midden van de 19e eeuw in gebruik als landbouwgrond.

De conclusie is dat voor het plangebied een zeer lage verwachting geldt ten aanzien van de aanwezigheid van archeologische waarden. Een archeologisch onderzoek wordt daarom niet nodig geacht.

Dit laat vanzelfsprekend onverlet dat indien bij werkzaamheden archeologische waarden worden aangetroffen deze conform de Monumentenwet 1988 gemeld dienen te worden.

5.2.3 Conclusies

Gelet op het voorgaande kan worden vastgesteld dat de bouw van het AT-station plaatsvindt op een wijze die in overeenstemming is met de wet- en regelgeving ter bescherming van het archeologisch en cultureel erfgoed. Van een aantasting van cultuurhistorische of archeologische waarden is geen sprake. Archeologie staat dan ook niet aan de realisering van dit project in de weg.