direct naar inhoud van 5.10 Geluid
Plan: N207
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0394.BPGnwv00000000N207-E001

5.10 Geluid

5.10.1 Toetsingskader

In onderhavig plan is sprake van reconstructie van de bestaande weg. Daarom dient in het kader van de Wet geluidhinder reconstructieonderzoek te worden uitgevoerd. Dit onderzoek is beschreven in het akoestisch onderzoek, dat is opgenomen in Bijlage 3.

Volgens de Wgh is er sprake van een reconstructie indien als gevolg van fysieke wijzigingen aan een weg de geluidsbelasting aan de gevels van geluidsgevoelige bestemmingen met 1,50 dB of meer toeneemt (afgerond 2 dB). Daarbij geldt dat, wanneer de feitelijke heersende geluidsbelasting voor reconstructie lager is dan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB, de verhoging moet worden berekend vanaf 48 dB.

De geluidsbelasting aan de gevels van bestaande woningen mag in principe niet met meer dan maximaal 5 dB toenemen. Ook hierbij geldt dat, wanneer de feitelijke heersende geluidsbelasting voor reconstructie lager is dan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB, de verhoging berekend moet worden vanaf 48 dB.

5.10.2 Akoestisch onderzoek

Het akoestisch onderzoek is uitgevoerd op basis van de Standaard Rekenmethode II (SRM II) uit het Reken- en meetvoorschrift geluidhinder 2006 en vastgelegd in de rapportage welke is opgenomen in Bijlage 3. Voor de verkeersintensiteiten en voertuigverdeling is uitgegaan van het Verkeersmodel Haarlemmermeer.

5.10.3 Reconstructieonderzoek

In het akoestisch onderzoek is het reconstructieonderzoek en onderzoek naar het uitstralingseffect beschreven naar alle geluidsgevoelige functies binnen de wettelijke geluidszone van de te reconstrueren wegvakken. Geconcludeerd wordt dat ter plaatse van vier woningen sprake is van een toename van de geluidsbelasting met 1,50 dB of meer. De toename overschrijdt de maximaal toelaatbare toename van 5 dB niet. Maatregelen ter reductie van de geluidsbelasting zijn mogelijk. Daarbij zullen op delen van de wegvakken Elsbroekerbrug-N205 en Valutaweg-A4 geluidswallen met een hoogte van 1,00 en 1,20 m worden toegepast. Hierdoor is er geen sprake meer van overschrijding van de reconstructiewaarde van 1,50 dB. Als gevolg van het toepassen van de geluidswallen zijn geen verdere procedures inzake de Wet geluidhinder noodzakelijk.

In het kader van uitstralingseffect van de reconstructie is onderzoek gedaan naar de geluidsbelasting van de omliggende wegen. Daarbij is gekeken naar alle wegen waar sprake is van een verkeerstoename van 20% of meer. Bij een dergelijke toename is er sprake van een geluidstoename van 1 dB of meer. Alle wegen met een kleinere procentuele toename zijn niet relevant, omdat voor het uitstralingseffect ook wordt gekeken naar de systematiek van reconstructie. Gesteld wordt dat de geluidsbelasting ten gevolge van het uitstralingseffect nergens met 5 dB of meer toeneemt. De maximale toename bedraagt 3 dB. Ook wordt nergens de uiterste grenswaarde zoals die geldt voor reconstructie overschreden. Gesteld wordt dat er ten aanzien van het uitstralingseffect sprake is van een aanvaardbaar akoestisch klimaat.

5.10.4 Conclusie

Op basis van het akoestisch onderzoek wordt geconcludeerd dat er geen sprake is van reconstructie bij het toepassen van geluidsreducerende maatregelen in de vorm van geluidswallen. Deze voorzieningen worden gerealiseerd. In het kader van de Wgh zijn derhalve geen vervolgprocedures vereist.

Ten gevolge van het uitstralingseffect is er sprake van een acceptabel akoestisch klimaat.