direct naar inhoud van 5.10 Externe veiligheid
Plan: Hoofddorp Hoofdweg 793-795
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0394.BPGhfdhoofdweg793-C001

5.10 Externe veiligheid

Beleid en normstelling

Bij ruimtelijke plannen wordt ten aanzien van externe veiligheid naar verschillende aspecten gekeken, namelijk:

  • bedrijven waar opslag, gebruik en/of productie van gevaarlijke stoffen plaatsvindt;
  • vervoer van gevaarlijke stoffen over wegen, spoor, water of door leidingen.

Voor zowel bedrijvigheid als vervoer van gevaarlijke stoffen zijn twee aspecten van belang, namelijk het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Het PR is de kans per jaar dat een persoon dodelijk wordt getroffen door een ongeval, indien hij zich onafgebroken en onbeschermd op een bepaalde plaats zou bevinden. Het PR wordt weergegeven met risicocontouren rondom een inrichting dan wel de infrastructuur. Voor het PR geldt een grenswaarde voor kwetsbare objecten en een richtwaarde voor beperkt kwetsbare objecten op een niveau van 10-6 per jaar. Binnen de 10-6-contour mogen dan ook geen nieuwe kwetsbare functies zoals woningen mogelijk worden gemaakt. De risicocontour van 10-6 is dus maatgevend voor nieuwe ontwikkelingen.

Het GR drukt de kans per jaar uit dat een groep mensen van minimaal een bepaalde omvang overlijdt als direct gevolg van een ongeval waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn. De normen voor het GR hebben een oriënterende waarde (inspanningsverplichting). Indien de oriënterende waarde voor het GR wordt overschreden, legt dit in het algemeen ook ruimtelijke beperkingen op aan een gebied buiten de 10-6-contour (PR). Voor de grens van het invloedsgebied wordt vaak uitgegaan van de PR 10-8-contour. Het bevoegd gezag, in dit geval de gemeente moet de hoogte van het GR verantwoorden.

Voor inrichtingen is het aspect externe veiligheid geregeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi). Voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over water, wegen en spoorwegen ligt het beleid vast in de Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (circulaire Rnvgs). De circulaire vermeldt dat op een afstand van 200 m vanaf een tracé in principe geen beperkingen hoeven te worden gesteld aan het ruimtegebruik.

De provincie Noord-Holland heeft een toetsingskader (stappenplan) GR opgesteld voor de beoordeling van ruimtelijke plannen. Om te kunnen bepalen of een Bevi-inrichting en/of het vervoer van gevaarlijke stoffen voldoet aan de externe veiligheidsnormen, moeten eerst het PR en het GR worden bepaald.

Onderzoek en resultaten

Uit de provinciale risicokaart (www.risicokaart.nl) blijkt dat in de omgeving van het plangebied geen risicovolle inrichtingen liggen. Het plangebied ligt ongeveer 5 m ten zuiden van de N520. Noch uit de circulaire Rnvgs, noch uit de provinciale risicokaart blijkt dat over deze weg gevaarlijke stoffen worden vervoerd. Het aspect vervoer gevaarlijke stoffen over de weg vormt daarom geen belemmering voor de uitvoering van dit plan.

afbeelding "i_NL.IMRO.0394.BPGhfdhoofdweg793-C001_0013.png"

Figuur 5.4 Uitsnede van de risicokaart Bron: (www.risicokaart.nl)

Conclusie

Er kan geconcludeerd worden dat het plangebied buiten het invloedsgebied van risicovolle bedrijven, transportassen en leidingen ligt. Daarom wordt geconcludeerd dat het aspect externe veiligheid geen belemmering oplevert voor de beoogde ontwikkeling.