| Plan: | Wijkpark Delftwijk/SIG |
|---|---|
| Plannummer: | WP7080001 |
| Status: | onherroepelijk |
| Plantype: | wijzigingsplan |
| IMRO-idn: | NL.IMRO.0392.WP7080001-0005 |
In de voorschriften van het bestemmingsplan Delftwijk-Waterbuurt zijn onder de artikelen 20 en 21 de voorwaarden opgenomen waaraan dient te worden voldaan bij toepassing van deze wijzigingsbevoegdheden. Sommige regels hebben een dwingend karakter zoals bijvoorbeeld de maximaal toegestane bouwhoogte. Andere zaken zoals bijvoorbeeld de inpassing in het duinlandschap, hebben meer een relatie met de stedenbouwkundige uitgangspunten.
In artikel 20 van de voorschriften van het bestemmingsplan Delftwijk-Waterbuurt wordt het volgende weergegeven:
1. Burgemeester en wethouders zijn, overeenkomstig artikel 3.6 van de wet, bevoegd de bestemming(en) van de gronden die op de plankaart zijn aangeduid als “Wijzigingsbevoegheid 4”(W4) te wijzigen in de bestemmingen: maatschappelijke doeleinden (M) en/of woondoeleinden(W) , voorzover het betreft het perceel kadastraal bekend als gemeente Schoten sectie A nr. 02767, of daaruit voortgekomen percelen, en groen (G) en water (Wa), voorzover het betreft het perceel plaatselijk bekend als Martinus Nijhofflaan 17(toekomstig wijkpark), 2025 GT Haarlem.
2. Burgemeester en wethouders toetsen bij het realiseren van de
wijzigingsbevoegdheid 4 (W4), in ieder geval aan het volgende:
a. De nieuwe locatie van het SIG zal aan de Noord- en Zuidzijde worden begrensd door het doortrekken van de rooilijnen van de woningen aan de Du Perronstraat. De Oostzijde zal worden begrensd door de P.C. Boutensstraat, waarbij een strook van minimaal 1,5 meter dient vrij te blijven voor een trottoir ,terwijl de Westzijde door de dubbelbestemming Leiding - Leidingstrook.(L-L) wordt begrensd.
b. Het gebouw dient gesitueerd te worden als geïntegreerd object in het duinlandschap(grasheuvels) langs de Westelijke randweg, met een maximale bouwhoogte van 8 meter in twee bouwlagen. De ontsluiting vindt plaats via de P.C. Boutensstraat en het parkeren(zes plaatsen) dient plaats te vinden aansluitend op de geplande parkeerplaatsen ten behoeve van Delftlaan-Noord in de duinstrook. Eventuele buitenruimte dient te worden gerealiseerd aan de Westzijde.
c. Betreft uitstraling van het gebouw dient te worden aangesloten bij het beeldkwaliteitsplan Delftwijk, waarbij het gebouw een uitnodigende sfeer dient uit te stralen, wat zich uit in een differentiatie in kleur- en materiaalgbruik, samengestelde massa's,kleine korrelgrootte en de relatie van de entree met het openbaar gebied en schaalverkleining door diversiteit.
d. Voor wat betreft het perceel, plaatselijk bekend als Martinus Nijhofflaan 17, 2025 GT Haarlem, dient aansluiting in beeld en structuur te worden gezocht bij het reeds gerealiseerde deel van het aangrenzende wijkpark.
3. Burgemeester en wethouders mogen de in dit artikel genoemde bevoegheid eerst toepassen bij gelijktijdige sloop van het huidige SIG gebouw op het perceel, plaatselijk bekend als Martinus Nijhofflaan 17, 2025 GT Haarlem.
4. Bij het toepassen van de in dit artikel genoemde wijzigings- bevoegdheid 4 (W4) nemen burgemeester en wethouders artikel 23 ( en artikel 3.6 van de wet) in acht.
In artikel 21 van de voorschriften van het bestemmingsplan Delftwijk-Waterbuurt wordt het volgende weergegeven:
Burgemeester en wethouders zijn, overeenkomstig artikel 3.6 van de wet, bevoegd de bestemming(en) van de gronden die op de plankaart zijn aangeduid als “Wijzigingsbevoegheid 5”(W5) te wijzigen in de bestemmingen:Wa(Water)
1. Burgemeester en wethouders toetsen bij het realiseren van de wijzigingsbevoegdheid 5 (W5), in ieder geval aan het volgende:
a. Betreft de inrichting van de in deze wijzingsbevoegdheid bedoelde waterloop en de hieraan verbonden waterpartij in het te realiseren wijkpark met een maximale oppervlakte van 3500 m2, dient teworden aangesloten worden bij de richtlijnen van het Hoogheemraadschap Rijnland en, voorzover van toepassing, het ontwerp van het wijkpark voor Delftwijk.
2. Bij het toepassen van de in dit artikel genoemde wijzigingsbevoegdheid 5 (W5) nemen burgemeester en wethouders artikel 23( en artikel 3.6 van de wet) in acht.
Wijkpark
uitgangspunt is dat het wijkpark dient aan te sluiten op de omgeving, zowel functioneel als ruimtelijk.
Functioneel:
- de langzaam-verkeersroute die van noord naar zuid door Delftwijk loopt snijdt aan de oostkant het park aan;
- door het park komt een oost-west route (van het winkelplein naar de P.C. Boutensstraat;
- in het verlengde van de (westelijke) Slauerhoffstraat komt een verbinding dwars door het park naar het zuiden;
- ook op de kop van de niet genoemde zijstraten komen entrees van het park;
Ruimtelijk:
- langs de straten die aan het park grenzen wordt niet geparkeerd (Jan Prinslaan en Martinus Nijhofflaan): hierdoor vormt de straat ruimtelijk een onderdeel van het park;
- de bouwblokken rond het park hebben hun voorkant richting het park; hierdoor ontstaat een zekere levendigheid en wordt er toezicht gegenereerd
- aan de westkant van het park ligt (langs het woonwagenkamp) een visuele relatie met de binnenduinrand (met name wanneer het SIG-gebouw wordt verplaatst);
- wijkpark en winkelplein vormen een ruimtelijk geheel (waarbij de waterpartij in combinatie met het terras van de horecavoorziening de overgang markeert tussen beide deelruimtes).
SIG
De ontwerpfase voor het SIG kent een lange geschiedenis. Met de nadere uitwerkingen en de planaanpassingen heeft de architect steeds gezocht naar oplossingen voor de geformuleerde wensen en kanttekeningen.
Massa en plaatsing
In de voorliggende fase is gezocht naar de inpassing, massa en presentatie van het gebouw.
De massa voldoet aan de gestelde eisen in de stedenbouwkundige randvoorwaarden.
Het gebouw is als een solitaire massa in het duinlandschap geplaatst. Hierdoor krijgt Delftwijk met het duinlandschap de gewenste continuïteit en allure in de presentatie naar de A 208.
De opbouw van de massa is in een aantal stappen vereenvoudigd tot één herkenbare hoofdmassa.
De entree is georiënteerd op de P.C. Boutensstraat, hierdoor wordt de aansluiting op Delftwijk versterkt.
Architectuur
Volgens het beeldkwaliteitsplan dient de architectuur van het gebouw aan de zijde van A 208 de gewenste “allure” van de wijk te versterken, terwijl aan de binnenzijde “geborgenheid” als thema centraal staat.
Het gebouw staat solitair in het duinlandschap, daardoor presenteert het gebouw zich met vier zijden naar zijn omgeving. De architectuur voor de presentatie naar de wijk voldoet aan het thema geborgenheid. De uitstraling van het gebouw kan in de uitwerking verder worden versterkt.
Aan de zijde van de A 208 voldoet het gebouw aan het thema “allure”. Het lange horizontale raam biedt goede mogelijkheden voor een aansluiting bij het duinlandschap. De samenhang van de gevels kan eventueel worden versterkt door het voortzetten van het ritme van de grote ramen in de zijgevels in de gevel aan de A 208. Bij de detaillering van de gevels wordt voldoende rekening gehouden met de aansluiting van het duinlandschap op het gebouw. Voor de presentatie aan de A 208 zou het wenselijk zijn dat binnen de gegeven kaders van de wijzigingsbevoegdheid de opstaande dakranden iets hoger worden uitgevoerd.
De keuze voor het te gebruiken materiaal en de bijbehorende kleurvoorstellen sluiten aan bij het beeldkwaliteitsplan.
Voor eventuele bergingen en fietsenstallingen zullen aanvullend passende voorstellen worden gedaan die aansluiten op, of opgenomen worden in, het duinlandschap.
Het wijzigingsplan voorziet in de aanleg van een deel van het wijkpark, in welke gestructureerde groenzone, de stadsecoloog kansen ziet voor een uitbreiding van het aantal voorkomende soorten in het plangebied. Tevens biedt het uitnemen van de ventweg langs de Westelijke Randweg ruimte voor een groene buffer in de vorm van een ''duinlandschap'' . In deze groene buffer, die uiteindelijk van het Delftplein tot aan de Jan Gijzen kade zal lopen, keren de voor het SIG te kappen bomen , in het kader van de herplantplicht, terug. Op deze wijze komen niet alle te herplanten bomen in het wijkpark terecht, zodat in het wijkpark meer ruimte is voor andere (groen)voorzieningen. Kanttekening is dat het huidige onderkomen van het SIG zal worden afgebroken. Immers, in het kader van de Flora- en Faunawet dient bij verbouw en afbraak van daken en gevelwanden, onderzocht te worden of er zich broedplaatsen van gierzwaluwen en eventueel dwergvleermuizen voordoen. Indien uit veldonderzoek de aanwezigheid van nesten van genoemde soorten blijkt, dient de initiatiefnemer een ontheffing van de Flora- en Faunawet aan te vragen, ook bij afbraak buiten het broedseizoen. Recent veldonderzoek heeft aangetoond dat er geen sprake is van aanwezigheid van nesten van deze soorten en dat het gebouw zich ook niet leent voor nestvorming door de genoemde soorten.
Het nieuwe onderkomen van het SIG zal worden ontsloten via de P.C. Boutensstraat. Deze straat is in het bestemmingsplan Delftwijk-Waterbuurt reeds gekenmerkt als busroute en vormt tevens een noord-zuid fietsroute. De parkeerbehoefte van zes plaatsen, zoals aangegeven in de voor de wijzigingsbevoegdheid geldende criteria, wordt voorzien door zes parkeerplaatsen te realiseren aansluitend aan de parkeerplaatsen die reeds zijn voorzien voor de nieuwbouw van Delftlaan-noord.
Het wijkpark kent diverse ingangen maar wordt vooral gezien als een uitloper van het nieuwe centrale plein en is dan ook sterk oost- west gericht. Onder het centrale plein is een grote parkeergarage aangelegd waar bezoekers hun auto kunnen parkeren voor een bezoek aan het winkelcentrum, het wijkpark of beide.
Het nieuwe onderkomen van het SIG zal worden gerealiseerd in de strook tussen de Westelijke Randweg en de P.C. Boutensstraat. De geluidbelasting op de gevel door het wegverkeerslawaai van de Westelijke Randweg ligt, ondanks de verlaging van de maximum snelheid naar 70 km/h, het toepassen van geluidarm asfalt hoger dan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB. Wel valt deze waarde van 63 dB nog binnen de maximum ontheffingswaarde voor nieuwe situaties. Dit houdt in dat gelijk met de procedure voor het het wijzigingsplan een procedure wordt gevolgd betreft het ambtshalve vaststellen van hogere waarde Wet geluidhinder. Op deze procedure zijn de beleidsregels Hogere Waarden Wet Geluidhinder van toepassing. Uitgangspunt van deze beleidsregels is dat eerst oplossingen worden gezocht in de bron- overdracht- en ontvangersfeer, alvorens er een ontheffing wordt aangevraagd. Zoals reeds gemeld is er sprake van geluidarm asfalt op de Westelijke Randweg en tevens zijn de slaapkamers van het nieuwe onderkomen aan de geluidsluwe zijde gesitueerd. desondanks blijft een ontheffing betreft het verlenen van Hogere Waarden noodzakelijk.
Het plangebied valt in categorie 5 van de Archeologische Beleidskaart Haarlem (ABH). Deze categorie is lichtgrijs weergegeven op onderstaande afbeelding. Dit houdt in dat bij bouwplannen die een grondoppervlak van 10.000 m2 en meer beslaan, waarbij tevens dieper dan 30 cm dient te worden ingegaan, een archeologisch onderzoek nodig is. Het grondoppervlak betreft het bouwplan ten behoeve van het SIG bedraagt circa 1500 m2 zodat een archeologisch onderzoek achterwege kan blijven.
fig.2 Fragment Archeologische Beleidskaart Haarlem