Plan: | Wijkpark Delftwijk/SIG |
---|---|
Plannummer: | WP7080001 |
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | wijzigingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0392.WP7080001-0005 |
De voor 'verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. rijwegen, straten en voet- en fietspaden;
b. pleinen, speelvoorzieningen, groenvoorzieningen en kunstwerken;
c. parkeervoorzieningen, waaronder begrepen ondergrondse parkeergrages
met in- uitrit en bijbehorende voorzieningen zoals o.a. uitlaten voor luchtcirculatie;
d. verhardingen en bermen;
e. waterpartijen zoals vijvers, fonteinen en dergelijke;
f. kiosken en ambulante handel;
g. nutsvoorzieningen kleiner dan 10 m²;
h. bijbehorende voorzieningen, waaronder straatmeubilair, abri's,
bergbezinkbassins en (ondergrondse-) inzamelplaatsen voor afval- en recyclecontainers;
Binnen de bestemming 'Verkeer' mogen 'gebouwen' en 'andere bouwwerken' worden opgericht, onder de volgende voorwaarden:
a. bebouwingshoogte mag niet meer bedragen dan 3,0 meter, met uitzondering van installaties voor geleiding, beveiliging en regeling van verkeer evenals lichtmasten, die, met uitzondering van die op de N 208, waar de maximale hoogte voor deze objecten 11 meter bedraagt, niet hoger mogen zijn dan 6 meter. Onder bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden in elk geval begrepen straatmeubilair, speeltoestellen, nutsvoorzieningen, ondergrondse inzamelplaatsen voor gescheiden afval en kunstwerken;
b. de maximale oppervlakte per bouwwerk, geen gebouw zijnde, mag niet meer bedragen dan 10,0 m²;
c. waar dit op de plankaart is aangegeven,is een parkeerkelder mogelijk met een maximum diepte van 7,0 meter;
archeologisch waardevol gebied
d. voordat, ter voorbereiding van bouwerkzaamheden, wordt overgegaan tot
grondwerkzaamheden dieper dan 30,0 centimeter met een oppervlakte van 10.000m2 of meer, dient de gelegenheid worden geboden tot archeologisch (voor)onderzoek.
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 2 onder a en toestaan dat de bouwhoogte van andere bouwwerken maximaal 6,0 meter bedraagt, mits geen onevenredige aantasting zal plaatsvinden van
- de verkeerssituatie ter plaatse;
- het straat- en bebouwingsbeeld;
- de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder c Wabo wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4 als strikte toepassing van deze bepalingen zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
a. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij de toepassing van de in lid 3 gestelde voorschriften nadere eisen stellen ten aanzien van de situering van bouwwerken en kiosken.
b. Burgemeester en wethouders toetsen bij de toepassing van deze nadere
eisen of geen onevenredige aantasting zal plaatsvinden.
- het straat-en bebouwingsbeeld;
- de verkeerssituatie ter plaatse;
- de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.