direct naar inhoud van 3.1 Natuur en recreatie
Plan: Poelpolder
Plannummer: BP9080001
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0392.BP9080001-0003

3.1 Natuur en recreatie

3.1.1 Rijks- en provinciaal beleid

Nota Ruimte (2006)

Hoofddoel van het nationaal ruimtelijk beleid is ruimte scheppen voor verschillende ruimte vragende functies op het beperkte oppervlak dat Nederland ter beschikking staat. Het ruimtelijk beleid van het Rijk, vastgelegd in de Nota Ruimte “Ruimte voor ontwikkeling” (2006), richt zich vervolgens op vier algemene doelen:

  • 1. de versterking van de internationale concurrentiepositie;
  • 2. het bevorderen van krachtige steden en vitaal platteland;
  • 3. het borgen en ontwikkelen van belangrijke (inter-)nationale ruimtelijke waarden;
  • 4. het borgen van de veiligheid.

In de Nota Ruimte wordt behalve het optimaliseren van bestaand stedelijk gebied ook aandacht geschonken aan de ontwikkeling van voorzieningen voor dagrecreatie en ontspanning in en om de stad die zijn achtergebleven bij de toenemende verstedelijking. Recreatie voorzieningen moeten hierbij bereikbaar en toegankelijk zijn.

Natuur is een belangrijk onderdeel van de groene ruimte. Het Rijk vraagt provincies en gemeenten om gezamenlijk te zorgen voor goede ruimtelijke condities en realisatie van de voor de natuur vereiste milieu- en waterkwaliteit. De landschappelijke kwaliteiten van een gebied horen bij de ruimtelijke afwegingen meegenomen te worden.

NB: Ter vervanging van de Nota Ruimte is onlangs de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte in ontwerp ter visie gelegd. Op dit moment november 2011 is daarmee (nog) rekening gehouden.

Structuurvisie Noord-Holland 2040 (2010)

In de provinciale Structuurvisie Noord-Holland 2040 zijn de uitgangspunten van de Nota Ruimte verder uitgewerkt. De provincie zet in op “kwaliteit door veelzijdigheid”. Het Noord-Hollandse landschap is namelijk gevarieerd, open, heeft hoge cultuurhistorische een natuurlijke waarden en is over het algemeen goed bereikbaar vanuit de stad. De bereikbaarheid van groene gebieden om in te recreëren maken de steden aantrekkelijk en leefbaar. Noord-Holland moet daarom aantrekkelijk blijven in wat het is: een diverse, internationaal concurrerende regio, in contact met het water en uitgaande van de kracht van het landschap.

Het toekomstbeeld voor 2040 is dat de identiteit van de landschappen in Noord-Holland versterkt zijn met behoud door ontwikkeling en door transformatie. De afwisseling tussen stad en open landschap is duidelijk herkenbaar. De landschappen rond de steden zijn toegankelijk voor recreatie, en de landbouw gebieden rond steden zijn gericht op kleinschalige productie, streekproducten, educatie, 'zorglandbouw', natuur en landschapsbeheer. Door de hele provincie zijn nieuwe recreatieve routes aangelegd voor wandelen, fietsen en varen. Natuur en bijbehorende soortenrijkdom in planten en dieren hebben de ruimte gekregen dank zij de Ecologische Hoofdstructuur.

Om het geschetste toekomstbeeld ruimtelijk te realiseren heeft de Provincie Noord-Holland provinciale belangen benoemd. Deze vallen uiteen in drie hoofdbelangen, namelijk: Ruimtelijke kwaliteit, Duurzaam ruimtegebruik en Klimaatbestendigheid. Deze hoofdbelangen worden in de Structuurvisie verder uitgewerkt en door vertaald in een overzicht van projecten en uitvoeringsprogramma's. Daarnaast zijn de Beleidsnota Landschap & Cultuurhistorie en de Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie (PRVS) belangrijke (juridische) onderleggers van de Structuurvisie. Hierin zijn enerzijds het toetsingskader voor de landschappelijke en cultuurhistorische kwaliteiten van Noord-Holland (Ruimtelijke Kwaliteit) en anderzijds de juridische beleidsuitwerking neergelegd.

In het kader van "natuur en recreatie" raken de volgende onderwerpen uit de Structuurvisie het plangebied Poelpolder:

Bestaand Bebouwd Gebied

Door de aanwijzing van het Bestaand Bebouwd Gebied (BBG), in het kader van het hoofd belang Duurzaam ruimtegebruik, worden gemeenten gestimuleerd het bestaand stedelijk gebied beter te benutten. Het BBG vervangt hiermee de rode contouren uit het oude Streekplan. Woningbouwprogramma dient zoveel mogelijk gerealiseerd te worden binnen het BBG, waardoor intensivering en bundeling van stedelijkheid wordt bevorderd.

Buiten het BBG dient gebouwd te worden mét identiteit, op basis van landschap en cultuurhistorie, uitgaande van een samenhangende, integrale ontwikkeling en een sluitende financiële constructie. De beleidsnota Landschap en Cultuurhistorie is een belangrijke toetsingskader voor de gewenste identiteit. Daar bovenop dient de nut en noodzaak van toevoeging van woningbouw te worden aangetoond. Het plangebied Poelpolder valt bijna in zijn geheel buiten het BBG (zie Afbeelding 3.1). Behalve het gebied ten noorden van de Boerhaavelaan is ook de bestaande bebouwing aan de Vijfhuizen aangemerkt als BBG.

Afbeelding 3.1 Bestaand bebouwd gebied

afbeelding "i_NL.IMRO.0392.BP9080001-0003_0006.jpg"

Bron: Provincie Noord-Holland (2010)

Behoud en ontwikkeling van natuurgebieden

Eén van de nadere uitwerkingen van het hoofd belang Ruimtelijke Kwaliteit is "behoud en ontwikkeling van natuurgebieden", waar de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) onderdeel van uitmaakt. De EHS is een samenhangend netwerk van bestaande en nog te ontwikkelen belangrijke natuurgebieden dat de basis vormt voor het natuurbeleid. In Afbeelding 3.2 is te zien dat een groot deel van het plangebied ten zuiden van de Boerhaavelaan onder de EHS valt, met uitzondering van het volkstuinencomplex Poelpoldervreugde, de aangelegde bebossing en Poelbroek.

Poelbroek is daarentegen een "weidevogelleefgebied". Dat wil zeggen dat weidevogels hier goed gedijen. Het traditionele landschap en de wijze van beheer van weidevogelleefgebieden zijn aan het verdwijnen, waardoor het tegenwoordig minder goed gaat met de weidevogels. Poelbroek dient daarom beschermd te worden tegen inbreuken op de openheid.

Afbeelding 3.2 Fragment uit begrenzing Ecologisch Hoofdstructuur (EHS)

afbeelding "i_NL.IMRO.0392.BP9080001-0003_0007.png"

Bron: Provincie Noord-Holland (2010)

Behoud en ontwikkeling van groen om de stad

"Behoud en ontwikkeling van groen om de stad" maakt ook onderdeel uit van het hoofd belang Ruimtelijke Kwaliteit. Poelpolder is bijna in zijn geheel aangewezen tot het Nationale Landschap: Stelling van Amsterdam (zie afbeelding 3.3). De definitie van Nationale Landschap komt uit de Nota Ruimte: gebieden met internationaal zeldzame of unieke en nationaal kenmerkende landschapskwaliteiten, en in samenhang daarmee bijzondere natuurlijke en recreatieve kwaliteiten. De Stellingzone is aangewezen tot te beschermen cultuurhistorisch ruimtelijke hoofdstructuur van de Stelling van Amsterdam, met als doel de herkenbaarheid en de aantrekkingskracht van het gebied te vergroten.

De kernkwaltiteiten van de Stelling zijn: een groene en relatief stille ring rond Amsterdam, een samenhangend systeem van forten, dijken, kanalen & inundatiekommen, en een relatief grote openheid. Deze kernkwaliteiten moeten beschermd worden. Hierbij moet er ruimtelijk gezien aandacht zijn voor het vergroten van publieke toegankelijkheid (ten behoeven van recreatie & toerisme) en het behouden c.q. versterken van de ruimtelijke samenhang en landschappelijke herkenbaarheid.

Het ruimtelijk beleidsregime met betrekking tot de Stelling van Amsterdam is vastgelegd in de Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie (PRVS) en de Beleidsnota Landschap en Cultuurhistorie. Ontwikkelingen binnen een Nationaal Landschap en UNESCO-Werelderfgoed is uitsluitend toegestaan voor zover deze geen significant negatieve effecten kunnen hebben op de kernkwaliteiten. Voor de toevoeging van woningbouw wordt aangesloten op de regels ten aanzien van nieuwbouw buiten het BBG. Hierbij geldt dat ten minste de nut en noodzaak van de toevoeging moet worden aangetoond.

Daarnaast gelden voor de Stelling de regels die voortvloeien uit de Convention Concerning the Protection of the World Cultural and Natural Heritage en de Operational Guidelines for the Implementation of the World Heritage Convention.

Afbeelding 3.3 Haarlems deel van het Nationaal Landschap Stelling van Amsterdam

afbeelding "i_NL.IMRO.0392.BP9080001-0003_0008.jpg"

Bron: Provincie Noord-Holland (2010)

"Behoud en ontwikkeling van groen om de stad" raakt behalve het Nationale Landschap Stelling van Amsterdam ook de zogenaamde Metropolitane landschappen. Ten eerste draait het om "Recreatie om de Stad" (RodS; zie afbeelding 3.3), waarbij de Provincie voor de metropoolregio een extra ambitie zich tot doel heeft gesteld voor de ontwikkeling van recreatie mogelijkheden en het gebruik van het landschap voor stedelijke functies. Het idee achter RodS is het streven naar meer samenhang in de totale recreatieve structuur: verbindingen tussen bestaande recreatiegebieden en het recreatief medegebruik van natuur- en landbouw gebieden. Opgave is om het landschap beter 'beleefbaar' te maken. Een deel van het plangebied Poelpolder is aangewezen tot (zoek)gebied ten behoeven van het metropolitane landschap RodS.

Ten tweede is het gebied tussen Haarlem en Amsterdam aangewezen als één van de vier Rijksbufferzones in de provincie. Doel van de Rijksbufferzones is dat zij gevrijwaard blijven van verdere verstedelijking en dat ze zich verder kunnen ontwikkelen tot relatief grootschalige groene gebieden. De mogelijkheid van dagrecreatie voor de bewoners van stedelijke netwerken dient vergroot en verbeterd te worden. De bufferzone ligt direct ten oosten van het plangebied Poelpolder, dat wil zeggen aansluitend maar vallend buiten het plangebied.

Provinciaal Milieubeleidsplan 2009-2013 | Een beter milieu begint in Noord-Holland

In de toekomst leeft iedereen in een schoon Noord-Holland. Wonen, werken en recreëren vindt dan plaats in een gezonde, schone en veilige omgeving. Er is geen overlast meer van bodemverontreiniging en luchtvervuiling en ook lawaai en stank van bedrijven en verkeer behoren tot het verleden. Daarnaast wordt een bijdrage geleverd aan het verminderen van de mondiale milieubelasting en de aantasting van de draagkracht van de aarde, in ieder geval voor dat deel waar provincie verantwoordelijk voor is.

In dit Provinciaal Milieubeleidsplan (voortaan: milieubeleidsplan) beschrijft wat in de periode 2009-2013 gedaan wordt om bij te dragen aan bovenstaande lange termijn visie.

Achtergrond

Dit milieubeleidsplan sluit aan bij de duurzaamheids doelstelling uit het collegeprogramma Krachtig, in balans (2007-2011) en het nieuwe collegeprogramma Kort en Krachtig (2009-2011). Provinciale Staten formuleerden de kaders en uitgangspunten voor dit plan. Daarnaast is de evaluatie van het vorige milieubeleidsplan in dit plan verwerkt evenals de aanbevelingen van de VROM-inspectie. Ook is tijdens het maken van dit plan een klankbordgroep met vertegenwoordigers van gemeenten, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties geraadpleegd.

Tot slot is het milieubeleidsplan afgestemd op ander provinciaal beleid waaronder de komende structuurnota en het nieuwe waterplan.

Wat is het doel? 

De activiteiten in de komende vier jaar moeten er in ieder geval toe leiden dat eind 2013 overal in Noord-Holland de zogeheten basiskwaliteit is bereikt. De basiskwaliteit is vastgelegd in Europese en nationale milieu normen en regels en hangt samen met de functie van een gebied: wonen, werken of recreëren. De functie van de Poelpolder is vooral van recreatieve aard.

Voorts heeft de Provincie twee overkoepelende doelen gesteld:

1. het voorkomen van schade aan de menselijke gezondheid, dier en plant;

2. het stimuleren van duurzame ontwikkeling in Noord-Holland voor nu en in de toekomst,zonder afwenteling van de milieubelasting naar elders.

In het milieubeleidsplan van de Provincie staan acht milieuthema’s centraal: afval, bodem, externe veiligheid, geluid, geur, licht en donkerte, lucht, klimaat en energie. Op al deze thema's zijn activiteiten gericht om de doelen te halen.

3.1.2 Gemeentelijk beleid

Oostelijke stadsrandzone

Het Structuurplan Haarlem 2020 (2005) legt voor de periode 2005 tot 2020 op hoofdlijnen de ambities en wensen vast die alles te maken hebben met ruimte en de verdeling van ruimte in Haarlem. Het Structuurplan geeft inzicht in de verandergebieden en dynamische knooppunten en de gebieden die consolideren. De speerpunten van beleid zijn profilering op een duurzaam goed woonklimaat, versterking van de zakelijke dienstverlening en versterking van de culturele en toeristische wervingskracht.

Wat betreft de groene en blauwe netwerken gaat de aandacht uit naar de bescherming van bestaande natuurgebieden en verbetering van de onderlinge verbondenheid. Daarnaast dient er gezocht te worden naar geschikte locaties voor verbetering van het lokaal watersysteem voor met name (piek)berging.

In de nota Ruimtelijke Kwaliteit (2012) wordt een integrale stadsbrede visie gegeven op ruimtelijke kwaliteit die voor ieder nieuw ruimtelijk plan de basis vormt. Met de visie wil Haarlem kernachtig uitdragen waar haar kracht en haar ambitie ligt. De relatie tussen duurzaamheid, in de zin van toekomstbestendigheid en de kwaliteit van de leefomgeving, cultuurhistorie en ruimtelijke kwaliteit is een belangrijk thema van de visie. Er zijn tien gouden regels geformuleerd die een prioriteit voor ruimtelijke ontwikkeling in Haarlem uitspreken.

Voor het plangebied Poelpolder geldt de Bijzondere regie. Voor de openbare ruimte van de lange lijnen betekent Bijzondere regie dat ontwikkelingen van een klein stukje van de lijn altijd in het grotere geheel worden bekeken. De opgave is voldoende samenhang in het lengteprofiel te creëren (door bomen, verlichting, detaillering margestroken) zodat afwisseling in het breedte profiel mogelijk is. De beoordelingskaders voor openbare ruimte van de structuurlijnen geven hiervoor concrete criteria.

Het groen heeft als gebiedstypering 'Landschappelijk groen': Waterlopen en historische wegen zijn structuurbepalend in samenhang met de ondergrond. Het gebied heeft een groen, open karakter, met daarin boerderijen, arbeiderswoningen, forten en bunkers. Restant van het tuinbouwgebied aan de westelijke stadsrand. Open gebied met spaarzame, vrijstaande bebouwing: woonhuizen, kassen, schuren en enkele (restanten van) buitenplaatsen.

Het pad langs de Poelpolder heeft als typering 'Historische route': Het netwerk van historische lange lijnen bevat oude topografische routes en oude toegangswegen tot de stad die nu opgenomen in het stedelijk netwerk de ontstaansgeschiedenis van de stad verbeelden. Vaak samenvallend met de verschillende functionele lijnen door de stad zijn het die routes die door de stadsbewoners (ook nu nog) het meest intensief worden gebruikt.

De Schipholweg heeft als gebiedstypering 'Nieuwe routes': De nieuwe lange lijnen zijn van recentere datum. Ontworpen en gedimensioneerd op de verkeersfunctie en vaak gekoppeld aan brede groenstructuren. De nieuwe lijnen liggen veelal in transformatiegebieden en zijn daarmee zelf ook (stedenbouwkundig) aan verandering onderhevig.

Poelpolder behoort tot de stadsrandzone in het zuidoosten van Haarlem en maakt onderdeel uit van de te beschermen bestaande natuurgebieden langs de ecologische verbindingszone. Op de rol van de stedelijke stadsrandzones wordt in Het Groenstructuurplan (1991) uitgebreider ingegaan. Het plangebied Poelpolder valt binnen de oostelijke stadsrandzone, en wordt begrensd door de Ringvaart, de Liede, Mooie Nel, de oostelijke bebouwingsgrens van Haarlem, alsmede het Hekslootgebied tussen Spaarndam en Haarlem. De Groene Zoom rondom Schalkwijk maakt hier dus ook onderdeel van uit. Met betrekking tot de oostelijke stadsrandzone wordt in het Groenstructuurplan de nadruk gelegd op het versterken van de onderliggende relaties tussen de verschillende groen- en watergebieden. Deze relaties moeten verder ontwikkeld worden vanuit het oogpunt van natuur, landschap en recreatie.

De oostelijke stadsrandzone is van regionale betekenis in de vorm van:

  • recreatief schakelgebied tussen Spaarnwoude en Haarlemmermeerse- en Staatsbos;
  • uitloopgebied voor zowel Haarlem, als voor Hoofddorp/Vijfhuizen;
  • groen buffergebied tussen Haarlem, de Haarlemmermeerpolder en Amsterdam;
  • ecologisch schakelgebied tussen het Noord- en Zuid-Hollandse veenweidegebied.

Concreet betekent dit voor Poelpolder dat het open veenweidegebied met het kenmerkende slotenpatroon en als stadsrand beschermd moeten worden, met de accenten op het versterken van de ecologische- & cultuurhistorische waarden, en agrarisch dan wel recreatief medegebruik.

Door onder andere het langzame verkeersnetwerk te verbeteren kan het recreatief medegebruik versterkt en de onderlinge samenhang tussen de gebieden verbeterd worden. Deze uitgangspunten worden, naast het Structuurplan Haarlem 2020 en het Groenstructuurplan, in min of meerdere mate onderschreven in andere gemeentelijke beleidsnota's , zoals de Recreatienota (1997) en de Actualisatie Uitvoeringsplan Schalkwijk 2000+ (2006). Ook is er al veel geïnvesteerd in dit kader, met name vanuit het Project Ringvaart-West (1997), een deelproject van Haarlemmerméér Groen, denk aan: het aanleggen van nieuwe wandel- en fietspaden (in en om volkstuinen), het aanleggen van het bos en weiland.

Volkstuinen

In de Recreatienota (1997) en het Volkstuinbeleid Haarlem (2000) wordt het volkstuinieren als belangrijke vorm van vrijetijdsbesteding gezien, waarbij de voorkeur wordt geuit voor het openbaar toegankelijk zijn van deze 'tuinparken' voor iedere recreant. Tevens hebben de tuinparken een belangrijke groene overgangsfunctie tussen stad en platteland, waar flora en fauna de recreatieve belevingswaarde vergroten. Deze tuinparken vervullen hierdoor, naast de functie voor de tuinders, ook een functie voor het recreatief- en natuurlijke medegebruik. Hoewel de schooltuinen en doetuinen in deze twee beleidsstukken niet worden beschouwd als tuinpark, bezitten deze ook een recreatieve waarde. Daarom zijn ook deze functies onder de bestemming Recreatie gebracht.

In het Structuurplan Haarlem 2020 (2005) wordt ook nadruk gelegd op de openstelling voor recreatief medegebruik van bestaande volkstuinlocaties, zoals dat bij Poelpoldervreugde reeds het geval is.

Het volkstuinencomplex "Eigen Tuin" en "Ons Buiten" staan echter aangemerkt als 'te verplaatsen volkstuinen' (Structuurplankaart en e.a. op blz. 62). Deze keuze hangt samen met de grote verstedelijkingsopgave rond de woon-werkas Schipholweg, zijnde een van de aangewezen verandergebieden in het Structuurplan. De verplaatsing van de volkstuinencomplexen is echter pas aan de orde indien alternatieve locaties gevonden zijn aan de rand van de bebouwde kom van Haarlem (daarbij wordt gelet op de woonplek van de tuinders). Aangezien de beoogde ontwikkelingen voor dit gebeid nog onvoldoende concreet en uitgewerkt zijn en ook alternatieve locaties voor deze volkstuinen nog niet in beeld zijn, zijn genoemde volkstuinen - vooralsnog - consoliderend bestemd. Dit betekent niet dat er sprake is van een wijziging van aangehaalde Structuurplan beleid.

Speelvoorzieningen

Formele en informele speelvoorzieningen maken een belangrijk deel uit van het woon- en leefmilieu. Ze bieden ruimte voor spel en ontmoeting, soms in samenhang met de natuur. Het is noodzakelijk speelvoorzieningen op een kwalitatief hoogwaardig niveau te brengen, met een goede spreiding en ze duurzaam in stand te houden.

In het Speelruimteplan (1998) zijn het aantal gewenste en feitelijke speelplekken per wijk geïnventariseerd op basis van o.a. demografische gegevens en maximale (loop)afstanden vanaf huis. In 2009 is aangevangen met een herijking van het Speelruimteplan. De speelruimtenorm van 3%, in april 2006 voorgesteld door de minister van VROM als richtlijn, wordt meegenomen. Alhoewel deze speelruimtenorm niet verplicht is, wordt de 3%-norm bij nieuw te ontwikkelen wijken voor buitenspeelruimte wel als richtlijn gebruikt.

Voor Poelpolder is een aantal jaren terug een plan opgesteld, waarin ook een zogenaamde speeldernis (natuurspeelplek) is opgenomen. Deze speeldernis is ook benoemd in de Nota Speelruimtebeleid 2012-2020. Om de in deze Nota genoemde natuurspeelplek in de Poelpolder te kunnen realiseren is deze ruimtelijk mogelijk gemaakt in het bestemmingsplan.

Sport

In de nota Haarlem Sport! Agenda voor de Sport 2010-2014 (2010) stimuleert Haarlem een gezonde en verantwoorde sportbeoefening voor een ieder die dat wenst. Sport wordt ingezet als middel om een aanvullende bijdrage te leveren aan de sociaalmaatschappelijke cohesie en op beleidsterreinen als volksgezondheid, jeugd- en jongerenwerk en integratie.

De gemeente zal zich continu inzetten op het vergroten van de sportparticipatie, en wel vanuit een aantal invalshoeken, waar onder topsport en breedtesportontwikkeling. Daarnaast wordt er ingezet op het bevorderen van sportparticipatie van specifieke doelgroepen (zoals ouderen en kinderen uit aandachtswijken). Ook de combinatie sport, recreatie en gezondheid is belangrijk. Zo zal de gemeente zorg moeten dragen voor goede en aantrekkelijke (hard-)loop-, fiets- en kanoroutes, zodat de Haarlemmer op een recreatieve manier kan bewegen. Tot slot is er aandacht voor de optimalisering van sportaccommodaties. Hier ligt de nadruk op de kwaliteit en gevarieerdheid van het aanbod. In het plangebied Poelpolder wordt ruimte voor sport gefaciliteerd. Dit gebeurt zowel in de vorm van sportverenigingen als in recreatieve zin.

Conclusie: in dit bestemmingsplan wordt de bescherming van de landschappelijke en cultuurhistorisch waarden van het plangebied Poelpolder onder andere met behulp van de natuurbestemming en de dubbelbestemming waarde Cultuurhistorie geregeld. Het aanleggen van nieuwe voet- en fietspaden is beperkt mogelijk met een aanlegvergunningsstelsel, waarbij aangetoond moet worden dat landschappelijke en cultuurhistorische waarden niet in betekenende mate aangetast zal worden. hiermee wordt in het plangebied ruimte geboden voor extensieve recreatie. In het noordelijk deel is ruimte voor sport activiteiten.