direct naar inhoud van Artikel 7 Natuur
Plan: Poelpolder
Plannummer: BP9080001
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0392.BP9080001-0003

Artikel 7 Natuur

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het behoud, herstel en/of de ontwikkeling van natuurwaarden en/of ecologische waarden;
  • b. voet- en fietspaden;
  • c. waterlopen, waterpartijen, kunstwerken en natuurvriendelijke oevers;
  • d. agrarisch, recreatief en educatief medegebruik;
  • e. mede voor een speeldernis, ter plaatse van de aanduiding 'speelvoorziening';
  • f. mede voor een tunnel, ter plaatse van de aanduiding 'tunnel';
  • g. bij de bestemming behorende 'andere bouwwerken', groenvoorzieningen, wegen en paden, voorzieningen voor de waterhuishouding, voorzieningen van openbaar nut;
7.2 Bouwregels

Binnen de bestemming 'Natuur' mogen 'andere bouwwerken' worden opgericht onder de volgende voorwaarden:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 1.5 m bedragen;
  • b. de maximale bouwhoogte van overige 'andere bouwwerken' mag niet meer dan 3 m bedragen.
  • c. de oppervlakte van overige 'andere bouwwerken' mag niet meer dan 5 m2 bedragen.
7.3 Nadere eisen

Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. natuur en/of ecologische waarden;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de sociale veiligheid;
  • d. het landschappelijk en bebouwingsbeeld;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en/of bouwwerken.
7.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder c Wabo wordt in elk geval gerekend het gebruiken of laten gebruiken voor:

  • a. tuinbouwgrond;
  • b. volks- doe- en/of schooltuinen;
  • c. kampeerterrein;
  • d. kampeer- en/of stacaravanterrein;
  • e. detailhandel;
  • f. parkeren;
  • g. aanleg-, afmeer- en/of opstapplaats voor woonschepen, pleziervaartuigen, rondvaartboten, hotelboten, beroepsvaartuigen, bunkerschepen e.d.;
  • h. het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, waaronder kampeermiddelen, van aan hun gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen, schroot, afbraak- en bouwmaterialen, grond en bodemspecie, puin- en vuilstortingen. Deze bepaling is niet van toepassing op opslag van materialen welke noodzakelijk is voor de realisering van de bestemming, welke voortvloeien uit het normale dagelijkse onderhoud;
7.5 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 2 en toestaan dat een bergbezinkbassin kan worden aangelegd met een maximaal oppervlak van 100 m2, mits de natuurwaarden niet onevenredig aangetast worden.

7.6 Omgevingsvergunning-aanlegvergunning
  • 1. Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Natuur' zonder een aanlegvergunning de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
    • a. het ontgronden, vergraven , afgraven, egaliseren, diepploegen, woelen en mengen en ophogen van gronden;
    • b. het aanleggen, verdiepen, verbreden en dempen van sloten, watergangen en overige waterpartijen;
    • c. het aanleggen, verbreden en verharden van wegen, paden, banen, parkeervoorzieningen en andere oppervlakteverhardingen;
    • d. het verlagen of verhogen van het grondwaterpeil;
    • e. het aanleggen of verwijderen van van diepwortelende beplantingen, het bebossen en aanplanten van gronden en het rooien en / of kappen van bos of andere houtgewassen;
    • f. het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur.

  • 2. Het verbod als bedoeld in dit artikel is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
    • a. betrekking hebben op normaal onderhoud, gebruik en beheer;
    • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
    • c. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning;

mits door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting van de landschappelijke en/of natuurwaarden van de gronden ontstaan of kan ontstaan.