direct naar inhoud van Artikel 19 Waarde - cultuurhistorie
Plan: Bomenbuurt
Plannummer: BP6080005
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0392.BP6080005-0004

Artikel 19 Waarde - cultuurhistorie

19.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde- cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de versterking van cultuurhistorische- en landschappelijke waarden.

19.2 Bouwregels

In aanvulling op het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemming(en) gelden voor bouwwerken de volgende regels:

  • 1. op de gronden met de bestemming 'Waarde- cultuurhistorie' mag niet worden gebouwd, met uitzondering van verbouwing of vervanging van bestaande bouwwerken, waarbij de bestaande afmetingen van de bouwwerken gehandhaafd dienen te blijven.
19.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 2 en toestaan dat wordt gebouwd overeenkomstig de bouwregels van de andere bestemming, mits:

  • a. de cultuurhistorische- en landschappelijke waarden van de gronden hierdoor niet onevenredig worden geschaad.
19.4 Nadere eisen

Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de cultuurhistorische waarden;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en/of bouwwerken.
19.5 Omgevingsvergunning-aanlegvergunning
  • 1. Voor de volgende werken of werkzaamheden is een aanlegvergunning vereist:
    • a. aanbrengen van gesloten oppervlakteverhardingen;
    • b. bodemverlagen of afgraven, ophogen, egaliseren dan wel anderszins aanbrengen van wijzigingen in het maaiveld;
    • c. het aanbrengen van diepwortelende beplantingen en/of bomen;
    • d. het verrichten van graafwerkzaamheden anders dan normaal spit- en ploegwerk;
    • e. het uitvoeren van heiwerkzaamheden en het op een of ander wijze indrijven van voorwerpen;
    • f. het aanleggen van kabels en leidingen en daarmee verband houdende constructies;
    • g. diepploegen;
    • h. het aanleggen van watergangen of het vergraven, verruimen of dempen van reeds bestaande watergangen;
    • i. het uitvoeren van werkzaamheden ter verlaging van de grondwaterstand;
    • j. het plaatsen van objecten zoals lichtmasten, wegwijzers en ander straatmeubilair.

  • 2. Geen aanlegvergunning is vereist voor werken of werkzaamheden die:
    • a. het onderhoud en beheer betreffen, passend in het normale gebruik, waaronder normaal spit- en ploegwerk, anders dan diepploegen;
    • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan krachtens een verleende vergunning;
    • c. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.

  • 3. De aanlegvergunning kan slechts worden verleend, indien hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de in de toelichting weergegeven cultuurhistorische waarden van het gebied.