Plan: | Bos en Vaartschool |
---|---|
Plannummer: | BP4080010 |
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0392.BP4080010-0004 |
In dit bestemmingsplan wordt onder meer de gewenste uitbreiding van de school mogelijk gemaakt. De bestaande bebouwing wordt positief bestemd, op de noodlokalen na. De oorspronkelijke bebouwing van de school is inclusief de oorspronkelijke muren/toegangspoort op de waarderingskaart aangeduid als "orde 2" pand. Bij dit gebouw dient de bestaande bouwhoogte, kapvorm, dakkapellen en nokrichting etc. behouden te blijven.
Op de volgende wijze is onderzoek gedaan om de bestaande situatie goed in beeld te brengen ten behoeve van de totstandkoming van dit bestemmingsplan:
Met de informatie van deze bronnen is een compleet beeld van het plangebied ontstaan op basis waarvan de bestemmingen, de bouw- en gebruiksmogelijkheden en de bouwvlakken op de verbeelding zijn vastgelegd en in de regels zijn geregeld.
Bestemmingen
In dit bestemmingsplan zijn twee hoofdbestemmingen opgenomen, te weten de Maatschappelijke bestemming en de Groenbestemming. Verder zijn er twee dubbelbestemmingen opgenomen om de Waarde-Archeologie en de Waarde-Beschermd stadsgezicht vast te leggen.
Aanduidingen
In dit bestemmingsplan zijn de volgende aanduidingen conform de Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen 2008 (SVBP) opgenomen:
1. Functieaanduidingen
Een functieaanduiding wordt gebruikt om de gebruiksmogelijkheden binnen een bestemming of een gedeelte daarvan te specificeren. Het kan hierbij gaan om een nadere specificatie van het gebruik, een expliciete verruiming daarvan of juist een beperking. In dit bestemmingsplan is met de aanduiding "p" binnen de daar geldende bestemmingen een parkeerterrein mogelijk gemaakt aan de noordzijde van het terrein grenzend aan het Florapark/Wagenweg.
2. Bouwaanduidingen
Alle aanduidingen met betrekking tot de wijze van bouwen en de verschijningsvorm van bouwwerken, worden bouwaanduidingen genoemd. Bij het opstellen van een bestemmingsplan moet – voor zover van toepassing – van deze bouwaanduidingen gebruik worden gemaakt. Met het oog op een goede ruimtelijke ordening kan het echter nodig zijn om ook met andere dan de daar genoemde bouwaanduidingen te werken. Dit kan door gebruik te maken van een verzamelaanduiding die aangeeft dat het hier om een specifieke bouwaanduiding gaat.
In bestemmingsplan Bos en Vaartschool worden zaken met betrekking tot verschijningsvorm in de regels beschreven. De bouwaanduidingen die op de verbeelding voorkomen betreffen de volgende specifieke bouwaanduidingen:
De bouwaanduiding brandtrap is opgenomen om de brandtrap, die op het schoolplein staat ten dienste van het pand Floraplein 3, vast te leggen. Voor deze brandtrap is eind jaren '80 vergunning verleend.
De aanduiding 'orde 2' is overgenomen uit de waarderingskaart. Het bestaande schoolgebouw en de hoge muren/toeganspoort zijn gewaardeerd als 'orde 2'. Hier gelden andere regels dan voor de nieuwbouw.
3. Maatvoeringsaanduidingen
Maatvoeringsaanduidingen hebben betrekking op: afmetingen, percentages, oppervlakten, hellingshoeken en aantallen, zowel ten aanzien van het bouwen als ten aanzien van het gebruik.
De hoogtes zijn geïnventariseerd volgens de originele bouwtekeningen. De opgenomen maten zijn in hele meters naar boven afgerond.
Afhankelijk van het type bebouwing wordt een hoogte aangegeven met één van de volgende aanduidingen:
Bebouwingsgrenzen
Uitgaande van de bestaande bebouwing en bestaand gebruik in combinatie met de nieuwbouw zijn op de verbeelding bebouwingsgrenzen opgenomen. De bebouwingsgrenzen geven het gebied aan waarbinnen de hoofdbebouwing mag worden gebouwd. In de regels is een kleine berging met een maximale oppervlakte en hoogte toegestaan op het schoolplein aan de zijde van het Florapark/Wagenweg. De bestaande berging moet verdwijnen in verband met de komst van de uitbreiding. Omdat nog niet precies bekend is waar de nieuwe berging zal komen is deze niet met bebouwingsgrenzen vastgelegd.
De bebouwingsgrenzen staan het huidige volume plus de nieuwbouw toe, maar geven geen ruimte voor andere ontwikkelingen. Behalve bebouwingsgrenzen bevinden zich op de verbeelding tevens maatvoeringsvlakken. Op deze manier kunnen binnen één bestemming op een pand meerdere verschillende goot- en/of bouwhoogten worden bepaald. In de vaststellingsfase is de afwijkingsregel van 10% geschrapt. In plaats van de 10% afwijkingsmogelijkheid is het bouwvlak waar de uitbreiding is voorzien rondom met circa 30 centimeter vergroot. Zo wordt voorkomen dat door bijvoorbeeld nieuwe eisen uit bijvoorbeeld het Bouwbesluit het bouwvlak op een enkele plek net overschreden gaat worden waarvoor dan weer een aparte procedure gevolgd moet worden.
Maximale bouwhoogte
De aanduiding maximale bouwhoogte is gebruikt in bouwvlakken die maximaal tot een bepaalde hoogte mogen worden bebouwd en waarbij het niet bezwaarlijk is om lager dan die aangegeven waarde te bouwen. Deze aanduiding wordt in dit bestemmingsplan gebruikt voor onder meer de uitbreiding uit 1984 en onderdelen van de nieuwe uitbreiding.
Maximale goot- en bouwhoogte
De aanduiding maximale goot- en bouwhoogte is gebruikt in bouwvlakken die maximaal tot een op de verbeelding aangegeven hoogte mogen worden bebouwd en waarbij het niet bezwaarlijk is om lager dan die aangegeven waarde te bouwen. Het is gebruikt in de bouwvlakken voor de uitbreiding waarbij het noodzakelijk is voor het concept dat de afdekkende kap op de volumes eenzelfde hellingshoek heeft als het aangrenzende hoofdgebouw van de school (het orde 2 gebouw).
Bouwhoogte
Op de verbeelding is de bouwhoogte van de toren van de bestaande school aangegeven met de aanduiding 'bouwhoogte'. Dit wil zeggen dat de bestaande bouwhoogte gehandhaafd dient te blijven. De bouwhoogte wordt afgerond op de verbeelding aangegeven.
Goothoogte
Op de verbeelding is de goothoogte van de volumes met kappen van de bestaande school aangegeven met de aanduiding 'goothoogte'. Dit wil zeggen dat de bestaande goothoogte gehandhaafd dient te blijven evenals de daarboven gelegen kapvormen, nokrichting, dakkapellen etc.