Plan: | Bos en Vaartschool |
---|---|
Plannummer: | BP4080010 |
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0392.BP4080010-0003 |
Al in 2004 heeft de gemeenteraad de uitgangspunten van het Strategisch Huisvestingsplan Onderwijs (SHO) vastgesteld en om onderwijskundige en financiële redenen ingestemd met de realisering van één unilocatie voor de Bos en Vaartschool aan het Florapark.
Onderwijskundige en organisatorische onderbouwing
Financiële onderbouwing
De gemeente Haarlem studeert al jaren op de realisatie van de unilocatie en de ruimtelijke consequenties van het plan. Er is in de afgelopen jaren intensief contact geweest over de uitbreidingsplannen met een groot aantal betrokkenen en belanghebbenden, waaronder de Rijksdienst voor de Monumentenzorg, de gemeentelijke Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit (ARK), de school, de direct omwonenden, de wijkraad etcetera.
In 2010 is op verzoek van omwonenden nogmaals naar de uitbreiding van de school gekeken en is onderzocht of er wellicht andere mogelijkheden zijn voor de huisvesting van de school. De resultaten van dat alternatievenonderzoek zijn samen met overige relevante informatie verwerkt in de brief “planontwikkeling Bos en Vaartschool”. Deze brief is behandeld in de vergadering van de commissie Ontwikkeling d.d. 13 januari 2011.
Uitkomsten van het alternatievenonderzoek:
a. Een nieuwe unilocatie in de Koninginnebuurt
Er is onderzoek gedaan naar mogelijke alternatieve locaties in de Koninginnebuurt. Echter een gebouw of perceel van voldoende omvang is in het voedingsgebied van de school niet beschikbaar. Onder een voedingsgebied wordt verstaan “die verzameling herkomstgebieden (wijken) van waaruit minimaal 70% van de leerlingen afkomstig is”. Elke school heeft een eigen berekend voedingsgebied op basis van de waargenomen herkomst van de leerlingen.
De school verder van het voedingsgebied huisvesten is niet wenselijk voor de buurt en zal nadelige gevolgen hebben voor de voedingsgebieden van de daar gelegen scholen.
b. Locatie “Vaart” als unilocatie
De locatie Vaart (gebouw met zeven leslokalen) is ook onderzocht als vestigingsplaats voor de unilocatie. Deze locatie is te klein om de hele school in te huisvesten.
c. Handhaven locatie “Bos” én locatie “Vaart”
Naast de reeds aangegeven onderwijskundige argumenten is deze variant in financieel opzicht onrendabel voor zowel de gemeente als het schoolbestuur (zie ook 2.4.1).
d. Alternatief ontwerp van omwonenden op de locatie “Bos”
Omwonenden hebben in 2010 een alternatief schetsplan ontwikkeld, waarbij de nieuwbouw aan de zijde van het Florapark, dus aan de noordzijde, zou moeten komen. Het programma van dit bewonersalternatief is echter niet groot genoeg om de hele school te huisvesten aan het Florapark. In dit plan werd de Vaartlocatie dan ook niet afgestoten. Zoals onder c. reeds is aangegeven past dit niet in de onderwijskundige en financiële uitgangspunten. Daarbij moest in het plan van de omwonenden een deel van het oorspronkelijke schoolgebouw van Friedhoff, namelijk de gymzaal, worden afgebroken om ruimte te maken voor de nieuwbouw. Aan de Wagenwegzijde moest volgens dit ontwerp een nieuwe vrijstaande gymzaal komen.
Dit ontwerp van omwonenden, met de schooluitbreiding richting het Florapark, is voorgelegd aan de (voormalig) rijksadviseur Cultureel erfgoed, de heer W. Eggenkamp. De heer Eggenkamp was tot medio 2012 als onafhankelijk adviseur nauw betrokken bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Hij wijst een uitbreiding in de richting van het Florapark af. Het bestaande gebouw moest bij voorkeur in stand blijven en de nieuwbouw moest zoveel mogelijk aansluiten op het bestaande gebouw, zo mogelijk op de kopse kanten.
Het ontwerp van de omwonenden draagt niet bij aan de doelstelling van het SHO, dan wel het realiseren van een unilocatie. Tevens voldoet het ontwerp niet aan de onderwijskundige en financiële uitgangspunten die bijdragen aan de kwaliteit van het onderwijs dat wordt verzorgd. Daarbij wordt het bijzondere gebouw (orde-2 pand), met de daarbij behorende cultuurhistorische waarden, door de beoogde sloop van de gymzaal ernstig aangetast.
Conclusie alternatievenonderzoek
Uit het alternatievenonderzoek is gebleken dat de onderzochte alternatieven om uiteen lopende redenen niet mogelijk dan wel niet wenselijk zijn. De alternatieven stuitten onder meer op bezwaren van onderwijskundige, monumentale en financiële aard, leiden tot versnipperde bouwvolumes of bieden te weinig ruimte voor het programma.