direct naar inhoud van 6.6 Hoofdstuk 4 overgangs- en slotregel
Plan: Nieuwstad
Plannummer: BP1080004
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0392.BP1080004-0003

6.6 Hoofdstuk 4 overgangs- en slotregel

Artikel 25 Overgangsrecht

Het overgangsrecht is van toepassing op bestaande bouwwerken, bestaand gebruik of bouwwerken die op basis van een verleende bouw- of omgevingsvergunning nog gebouwd mogen worden, die op het moment van het van kracht worden van dit bestemmingsplan afwijken van het nieuwe plan. Met de overgangsregels wordt bepaald dat deze afwijkingen zijn toegestaan, mits de afwijking niet wordt vergroot.

Onder het overgangsrecht mag aan bestaande gebouwen het normale onderhoud gedaan worden waaronder ook het gedeeltelijk vernieuwen mag worden gerekend. Alleen in het geval van een calamiteit mag een gebouw geheel worden vernieuwd.

Het overgangsrecht is nadrukkelijk niet van toepassing op bouwwerken die zijn gebouwd zonder vergunning of in afwijking van het daarvoor geldende plan. Ook als er sprake is van gebruik dat reeds in strijd was op het moment van het van kracht worden van dit bestemmingsplan vallen niet onder het overgangsrecht. De gemeente behoudt de mogelijkheid om hiertegen handhavend op te treden.

Om de mogelijkheid te behouden om een gebouw waar nodig aan te passen aan de daaraan te stellen eisen, is in de overgangsbepalingen ook een afwijkingsbevoegdheid opgenomen waarmee eenmalig met een omgevingsvergunning het bouwwerk mag worden vergroot met een maximum van 10%.

Artikel 26 Slotregel

Dit artikel geeft aan op welke wijze dit bestemmingsplan kan worden aangehaald.

Bijlage 1 Bedrijvenlijst

De bedrijvenlijst is opgenomen in bijlage 1 van de regels en geeft – voor zover passend binnen de bestemming – op basis van de hindercategorie aan welk type activiteiten zijn toegestaan. Activiteiten die niet in de lijst omschreven staan kunnen – voor zover passend binnen de bestemming – worden beoordeeld op basis van de hinder die ze (kunnen) veroorzaken. Vanuit milieuoverwegingen (zoals lawaai en stank) zowel als vanuit ruimtelijke overwegingen (een bedrijf met een vloeroppervlak van 90 m2 ziet er geheel anders uit dan een bedrijf met een vloeroppervlak van 350 m2) is het wenselijk niet alle werk functies toe te laten. Daarom is als aanvulling op de regels de zogeheten Bedrijvenlijst opgenomen. Deze lijst vormt het planologische toetsingskader bij het al dan niet toelaten van een nieuw bedrijf. Naast deze planologische toetsing vindt ook altijd een toetsing plaats in het kader van de Wet Milieubeheer (onder meer het verlenen van een milieuvergunning) wanneer een nieuw bedrijf (de wet spreekt over een inrichting) gevestigd wordt.