direct naar inhoud van 3.9 Verkeer
Plan: Nieuwstad
Plannummer: BP1080004
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0392.BP1080004-0003

3.9 Verkeer

In de Regionale bereikbaarheidsvisie "Zuid Kennemerland, bereikbaar door samenwerking" (2011) is een regionale visie waarin de twee belangrijkste voorstellen voor Haarlem een mariatunnel tussen Westelijke randweg en Schipholweg en het doortrekken van de Prins Bernhardlaan naar de Oude weg is. Gestreefd wordt naar twee ringstructuren rond Haarlem. De aanleg van een oostelijk ringweg heeft invloed op de verkeersstromen in het plangebied. Het oost-west autoverkeer over de Bolwerken zal afnemen. Dit is een visie voor de lange termijn.

Het Haarlems Verkeer en Vervoersplan (2003) (HVVP) beschrijft het beleid op het gebied van verkeer en vervoer voor de komende 10 jaar. De huidige en toekomstige hoofdstructuren voor het autoverkeer, het openbaar vervoer en de fiets worden nader toegelicht. Belangrijke pijlers zijn leefbaarheid en bereikbaarheid. Het plan beoogt het fiets- en ov-gebruik in de stad te stimuleren en het autoverkeer in de wijken zoveel mogelijk terug te dringen.

De auto

Op het Haarlemse wegennet wordt niet meer autoverkeer toegelaten dan de stad aan kan. Het wegennet wordt gecategoriseerd om binnen de stad grote stadsleefgebieden te creëren. Dit zijn gebieden waarin geen gebiedsvreemd autoverkeer wordt toegelaten.

Onderscheid wordt gemaakt tussen gebiedsontsluitsweg 70 km/h, gebiedsontsluitingsweg type A, gebiedsontsluitingsweg type B en erftoegangswegen.

Een stadsleefgebied bestaat uit een aantal verblijfsgebieden waar maximaal 30km/h gereden mag worden. Het autoverkeer dat de stadsleefgebieden in of uit wil, wordt via ontsluitingswegen type B zo direct mogelijk naar de randen van het gebied geleid. Op de buiten de stadsleefgebieden gelegen wegen van type A wordt het wijkvreemde en doorgaande verkeer afgewikkeld.

In de filosofie van het HVVP wordt fietsgebruik in de stad gestimuleerd en het autoverkeer in de wijken zoveel mogelijk teruggedrongen. De fiets en voetganger krijgen voorrang op de automobilist (behalve op gebiedsontsluitingswegen type A). Ook betekent dit geen uitbreiding van wegen in wijken en in de binnenstad. Op het maaiveld parkeren wordt in de binnenstad beperkt, parkeren in garages wordt gestimuleerd. Het HVVP gaat door op de inzet uit de nota 'Haarlem Centrum Autoluw'. Dit plan is erop gericht de kwaliteit van de binnenstad te verbeteren, door onder andere het onmogelijk maken van doorgaand verkeer door de binnenstad. Het verkeer wordt om de binnenstad heen geleid, zoveel mogelijk over de tangenten. Verder wordt ingezet op verbetering en uitbreiding van het fietsnet en realiseren van stallingen bij stations.

De auto in Nieuwstad:

Het Prinsen Bolwerk, Kennemerplein en Staten Bolwerk zijn getypeerd als gebiedsontsluitingsweg A. Deze wegen vormen een belangrijke doorvoerroute vanuit oostelijke richting (Amsterdam) naar onder andere Zandvoort en Bloemendaal en maakt deel uit van de kustroute.

Gebiedsontsluitingsweg type B zijn het Kenaupark (alleen de weg die door het park zelf gaat, niet het deel gelegen aan de zijde van de Tuinstraat), de Parklaan en de Friese Varkensmarkt-Hooimarkt. De Kruisweg en Jansweg zijn 30 km wegen, maar met een busroute waarover ook de Zuidtangent geleid wordt.

Langzaam verkeer

Het HVVP gaat uit van het creëren van stadsleefgebieden, waarbij de rol van de auto geminimaliseerd wordt. De auto is in het plangebied geminimaliseerd door het creëren van een verblijfsgebied (30 km/h). Dit schept voor de fietser een ruimere en veiliger omgeving, maar ook voor de voetganger.

Voetgangers verplaatsen zich over korte afstanden. Veiligheid staat hierbij voorop. Kinderen verdienen in dit kader bijzondere aandacht. Deze aandacht richt zich op schoolroutes (gecombineerd met de fiets), de schoolomgeving en de woonomgeving. Maar ook de minder validen en oudere verkeersdeelnemer verdienen extra aandacht. Voor hen worden voorzieningen gerealiseerd op routes en bij inrichting van het openbare gebied.

In het HVVP worden daarnaast op de fiets gerichte beleidslijnen uitgezet om het fietsgebruik te stimuleren. Verkeersveiligheid gaat boven alles, daarom krijgt fietsverkeer op GOW-A wegen per definitie geen voorrang bij kruisingen, en wordt de voorrang bij kruisingen op GOW-B wegen per situatie beoordeeld. De belangrijkste uitgangspunten zijn de verbetering van de bestaande fietsroutes en voorzieningen en uitbreiding van het fietsnet.

afbeelding "i_NL.IMRO.0392.BP1080004-0003_0012.png"

Afbeelding 3.4: Verkeersnetwerk uit het Structuurplan 2020 (2005)

Aan de westzijde van het plangebied is een fietsbrug gerealiseerd over de Kinderhuissingel. Aan de oostzijde van het plangebied ligt de wens voor het realiseren van een langzaamverkeersbrug vanuit Scheepmakerskwartier (fietsbrug Adriaan) naar de Nieuwe Gracht. Beide bruggen komen uit het Masterplan Spoorzone (rondje Bolwerken).

Ten behoeve van de langzaamverkeersroute van noord naar zuid door de stad, beter bekend als de Rode loper wordt een nieuwe brug voor langzaam verkeer via de Bolwerken voorgesteld. Deze Schoterrsingelbrug wordt in dit bestemmingsplan opgenomen om de verbinding van de Rode loper mogelijk te maken. In paragraaf 5.2 wordt een nadere toelichting gegven op de afwegingen die gemaakt zijn voor de brug.

Openbaar vervoer

Samen met de fiets biedt het OV het alternatief voor autogebruik. In het HVVP worden voor het openbaar vervoer de volgende doelen geformuleerd:

  • 1. Verhogen van de gemiddelde trajectsnelheid in de stad;
  • 2. Versterken van de regionale bereikbaarheid per openbaar vervoer, vanwege het economisch belang voor de stad en om ten einde het gebruik van de auto naar de regio en verder te beperken;
  • 3. Optimalisering van het lokale openbaar vervoer, met grote aandacht voor de toegankelijkheid, alsmede het bieden van een aantrekkelijk alternatief voor de auto, met name in congestiegebieden en in de nauwe binnenstad.

Het station Haarlem ligt aan de kruising van de oost-west verbinding Amsterdam - Zandvoort en de noord-zuid verbinding van Alkmaar en Hoorn richting Den Haag, Rotterdam, Dordrecht en Breda. Het station vormt een belangrijke entree tot het centrum van de stad. Er zijn ongeveer 20 buslijnen die op het station stoppen. Hiermee vormt het station, met het omliggende gebied een belangrijke component in het bestemmingsplan.