direct naar inhoud van Artikel 3 Cultuur en ontspanning - Pretpark
Plan: Sprookjeswonderland Enkhuizen B.V.
Status: vastgesteld
Plantype: projectbesluit
IMRO-idn: NL.IMRO.0388.PBuitbrSWL-vg01

Artikel 3 Cultuur en ontspanning - Pretpark

 

3. 1.       Projectomschrijving

De voor ‘Cultuur en ontspanning - Pretpark’ aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebruikt voor:

a.    dagrecreatieve voorzieningen ten behoeve van een speelterrein en speelaccommodaties;

b.    gebouwen, voorzover ten dienste van de dagrecreatie, ten behoeve van:

1.    een entreegebouw;

2.    dagrecreatieve voorzieningen;

3.    een kinderboerderij;

4.    dierenverblijven;

5.    detailhandel;

6.    horecabedrijven categorie 1a;

7.    horecabedrijven categorie 2;

8.    sanitaire voorzieningen;

9.    beheersvoorzieningen;

c.    een dierenweide;

d.    parkeervoorzieningen ter plaatse van het besluitsubvlak “parkeerterrein”;

met de daarbijbehorende:

e.    terrassen;

f.     wegen en paden;

g.    groenvoorzieningen;

h.    water;

i.      bouwwerken geen gebouwen zijnde.

3. 2.       Bouwvoorschriften

3. 2. 1. Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

a.    het bebouwingspercentage zal ten hoogste 20% van de oppervlakte van de voor ‘Cultuur en ontspanning - Pretpark’ aangewezen gronden bedragen;

b.    de bouwhoogte van een gebouw zal ten hoogste 15,00 m bedragen.

3. 2. 2. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

a.    de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen;

b.    de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 15,00 m bedragen.

3. 3.       Gebruiksvoorschriften

Tot een gebruik, strijdig met dit projectbesluit, wordt in ieder geval gerekend:


a.    het gebruik van gebouwen voor bewoning;

b.    het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel, zodanig dat de verkoopvloeroppervlakte per detailhandelsbedrijf meer bedraagt dan 96 m²;

c.    het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een horecabedrijf, zodanig dat de publieksruimte per horecabedrijf meer bedraagt dan 390 m²;

d.    het gebruik van gronden en bouwwerken als horecabedrijf categorie 3;

e.    het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermidde­len.