direct naar inhoud van Regels
Plan: Zeedijk 1, Edam
Status: vastgesteld
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0385.wpZeedijk1Edam-vg01

Regels

 

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan

het wijzigingsplan Zeedijk 1, Edam met identificatienummer NL.IMRO.0385.wpZeedijk1Edam-vg01 van de gemeente Edam-Volendam;

1.2 bestemmingsplan

het bestemmingsplan 'De Broeckgouw' (NL.IMRO.0385.bpDeBroeckgouw-vg01);

1.3 verbeelding

de verbeelding van het wijzigingsplan Zeedijk 1, Edam;

De overige begrippen uit artikel 1 van het bestemmingsplan zijn onverkort van toepassing.

Artikel 2 Wijze van meten

De regels uit de wijze van meten uit artikel 2 van het bestemmingsplan zijn onverkort van toepassing.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Algemeen

Dit wijzigingsplan wijzigt de geometrische planobjecten van het bestemmingsplan overeenkomstig de wijze zoals vervat in dit plan.

Artikel 4 Wonen - 3

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Wonen - 3 aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. woningen al dan niet in combinatie met ruimte voor:
    • 1. een aan-huis-verbonden beroep;
    • 2. een bed & breakfast;

met daaraan ondergeschikt,

  • b. wegen en paden;
  • c. parkeervoorzieningen;
  • d. groenvoorzieningen;
  • e. nutsvoorzieningen;
  • f. water;
  • g. waterhuishoudkundige voorzieningen;

met de daarbij behorende,

  • h. tuinen, erven en terreinen.

4.2 Bouwregels
4.2.1 Algemeen
  • a. Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:
    • 1. gebouwen;
    • 2. bijbehorende bouwwerken;
    • 3. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
  • b. Gebouwen zijn uitsluitend toegestaan binnen het aangegeven bouwvlak.

4.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. er mogen uitsluitend twee hoofdgebouwen worden gerealiseerd, zijnde twee-aaneengebouwde eengezinshuizen opgenomen in één stolp;
  • b. de inhoud van een hoofdgebouw mag inclusief aan-en uitbouwen niet meer bedragen dan 900 m³ per woning;
  • c. maximum goothoogte: 3,5 meter.

4.2.3 Bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken geldt:

  • a. de oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken mag per bouwperceel niet meer bedragen dan 40 m², met inbegrip van de oppervlakte aan gebouwen die vergunningvrij gerealiseerd mogen worden en met dien verstande dat tenminste 25 m2 van het achtererfgebied onbebouwd en onoverdekt moet blijven;
  • b. maximum goothoogte aan-, uit- en bijgebouwen: 3,2 meter;
  • c. maximum bouwhoogte aan-, uit- en bijgebouwen: 6 meter.

4.2.4 Erf- of perceelafscheidingen

de bouwhoogte van erf- of perceelafscheidingen mag niet meer bedragen dan:

  • 1. 1 meter voor een erf- of perceelafscheiding;
  • 2. 2 meter voor een erfafscheiding:
      • achter de voorgevelrooilijn, en
      • op meer dan 1 m van openbaar toegankelijk gebied, tenzij geen redelijke eisen van welstand van toepassing zijn.

4.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. de woonsituatie;
  • b. de verkeerssituatie;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.

4.4 Specifieke gebruiksregels

Voor de in lid 4.1 genoemde gronden gelden de volgende gebruiksbepalingen:

  • a. op deze gronden is het bepaalde in artikellid 20.2 van het bestemmingsplan van toepassing met betrekking tot het minimum oppervlak water binnen de grenzen van het bestemmingsplan;
  • b. de uitoefening van aan-huis-verbonden bedrijf is niet toegestaan;
  • c. de uitoefening van aan-huis-verbonden beroep is toegestaan, met inachtneming van de volgende bepalingen:
    • 1. het vloeroppervlak voor aan-huis-verbonden beroepen in de woning en bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 20 m²;
    • 2. horeca-activiteiten zijn niet toegestaan;
    • 3. detailhandelactiviteiten zijn niet toegestaan, met uitzondering van een beperkte verkoop van aan het beroep gerelateerde producten en ondergeschikt aan de uitoefening van het aan-huis-verbonden beroep;
    • 4. het gebruik ondersteunt de woonfunctie, dat wil zeggen dat diegene die de activiteiten in de woning of in een bijbehorend bouwwerk uitvoert tevens een in de Gemeentelijke Basisadministratie ingeschreven bewoner van de woning is;
    • 5. reclame-uitingen zijn niet toegestaan.
  • d. de uitoefening van een 'bed & breakfast' is toegestaan, met inachtneming van de volgende regels:
    • 1. de woning dient in overwegende mate haar woonfunctie te behouden;
    • 2. het gebruik van 'bed & breakfast' is uitsluitend in het hoofdgebouw toegestaan;
    • 3. het gebruik van 'bed & breakfast' dient de woonfunctie te ondersteunen, dat wil zeggen dat degene die de activiteiten in het hoofdgebouw uitvoert, tevens de gebruiker van het hoofdgebouw is en geen personeel in dienst heeft;
    • 4. de kamers mogen niet als zelfstandige wooneenheid functioneren;
    • 5. maximaal 45% van het vloeroppervlak van het hoofdgebouw mag ten behoeve van een 'bed & breakfast' in gebruik zijn;
    • 6. ´bed & breakfast' mag aan maximaal 10 personen worden aangeboden;
    • 7. er mogen geen onevenredig nadelige gevolgen voor het woon- en leefklimaat van omwonende en de bedrijfsvoering van omliggende bedrijven ontstaan;
    • 8. het gebruik is recreatief, met dien verstande dat permanente bewoning, en het huisvesten van arbeiders voor tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid niet is toegestaan;
    • 9. er mogen geen andere horeca-activiteiten plaatsvinden dan het verstrekken van logies en ontbijt.

4.5 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in lid 4.4 voor:

  • a. de uitoefening van aan-huis-verbonden bedrijf, met in achtneming van de volgende regels:
    • 1. het vloeroppervlak van aan-huis-verbonden bedrijven in de woning en bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 20 m²;
    • 2. de woonfunctie als hoofddoel en primaire functie blijft gehandhaafd;
    • 3. er wordt geen onevenredige afbreuk gedaan aan het woon- en leefmilieu in de omgeving;
    • 4. horeca-activiteiten zijn niet toegestaan;
    • 5. detailhandelsactiviteiten zijn niet toegestaan, met uitzondering van een beperkte verkoop van aan het bedrijf gerelateerde producten en ondergeschikt aan de uitoefening van het aan-huis-verbonden bedrijf;
    • 6. het gebruik ondersteunt de woonfunctie, dat wil zeggen dat diegene die de activiteit in de woning of in een bijbehorend bouwwerk uitvoert tevens een in de Gemeentelijke Basisadministratie ingeschreven bewoner van de woning is en geen personeel in dienst heeft;
    • 7. het gebruik mag niet leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer, dan wel tot een onevenredige toename van de parkeerdruk op de openbare ruimte;
    • 8. bedrijfsactiviteiten die vergunnings- of meldingsplichtig zijn op grond van de Wabo of andere milieuwetgeving zijn niet toegestaan;
    • 9. er vindt slechts een beperkt cliëntenbezoek aan huis plaats;
    • 10. reclame-uitingen zijn niet toegestaan.
  • b. de uitoefening van aan-huis-verbonden beroep tot een maximale vloeroppervlak van 35 m², met inachtneming van de volgende regels:
    • 1. de woonfunctie als hoofddoel en primaire functie blijft gehandhaafd;
    • 2. er wordt geen onevenredige afbreuk gedaan aan het woon- en leefmilieu in de omgeving;
    • 3. horeca-activiteiten zijn niet toegestaan;
    • 4. detailhandelsactiviteiten zijn niet toegestaan, met uitzondering van een beperkte verkoop ondergeschikt aan de uitoefening van het aan-huis-verbonden beroep;
    • 5. het gebruik ondersteunt de woonfunctie, dat wil zeggen dat de hoofdbeoefenaar die de activiteit in de woning of in een bijbehorend bouwwerk uitvoert tevens een in de Gemeentelijke Basisadministratie ingeschreven bewoner van de woning;
    • 6. het gebruik mag niet leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer, dan wel tot een onevenredige toename van de parkeerdruk op de openbare ruimte.
    • 7. het gebruik dient vanuit milieuhygiënisch oogpunt inpasbaar te zijn;
    • 8. er vindt slechts een beperkt cliëntenbezoek aan huis plaats;
    • 9. reclame-uitingen zijn niet toegestaan.

4.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
4.6.1

Het is verboden buiten het agrarisch bouwperceel de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen uitvoeren of te laten uitvoeren zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders:

  • a. het aanleggen van waterbassins en mestbassins;
  • b. het vellen of rooien van houtopstanden met een minimale breedte van 10 m;
  • c. het dempen, graven en vergraven van watergangen, hieronder het aanleggen van dammen en bruggen mede begrepen;
  • d. de aanleg van verharde wandel-, fiets-, en kavelpaden;
  • e. het bebossen of inplanten op gronden die op het tijdstip van rechtskracht verkrijgen van het plan niet bebost of ingeplant waren.

4.6.2

Het lid 4.6.1 van dit artikel vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden, welke uit het oogpunt van te beschermen belangen van ondergeschikte betekenis zijn.

4.6.3

De werken en werkzaamheden als bedoeld in 4.6.1 zijn slechts toelaatbaar, indien door de uit te voeren werkzaamheden geen onevenredige schade wordt of kan worden toegebracht aan de landschappelijke waarde dan wel de waterstaatkundige belangen van de gronden.

4.6.4

Burgemeester en wethouders winnen ten behoeve van de beoordeling van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in lid 4.6.1 voor zover het gaat om werkzaamheden zoals bedoeld in lid 3.7.1 onder c en winnen advies in bij de waterbeheerder.

Artikel 5 Waterstaat - Waterkering

De regels ten behoeve van de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterkering' uit artikel 17 van het bestemmingsplan zijn onverkort van toepassing.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 6 Anti-dubbeltelregel

De anti-dubbeltelregel uit artikel 18 van het bestemmingsplan is onverkort van toepassing.

Artikel 7 Algemene bouwregels

De algemene bouwregels uit artikel 19 van het bestemmingsplan zijn onverkort van toepassing.

Artikel 8 Algemene gebruiksregels

De algemene gebruiksregels uit artikel 20 van het bestemmingsplan zijn onverkort van toepassing.

Artikel 9 Parkeren

9.1 Voorwaardelijke verplichting parkeren

Aan de onderliggende bestemmingsplannen wordt de volgende voorwaardelijke verplichting toegevoegd:

  • a. voor parkeren geldt dat bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor bouwen voldoende parkeergelegenheid moet worden gerealiseerd en in stand wordt gehouden, waarbij voldoende betekent dat wordt voldaan aan de gemiddelde parkeerkencijfers voor matig stedelijke gebieden als bedoeld in de CROW-publicatie 317: Kencijfers parkeren en verkeersgeneratie.
  • b. bij een omgevingsvergunning kan het bevoegd gezag afwijken van het bepaalde onder a indien het voldoen aan die regels door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit, er een bijzonder gemeentelijk belang mee is gemoeid of op andere wijze in de nodige parkeer- of stallingsruimte, dan wel laad- of losruimte wordt voorzien.

9.2 Laad- en losmogelijkheden bij of in gebouwen
  • a. Indien de bestemming van een gebouw aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor het laden of lossen van goederen, moet in deze behoefte in voldoende mate zijn voorzien aan, in of onder dat gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort.
  • b. Het bevoegd gezag kan de omgevingsvergunning verlenen in afwijking van het bepaalde sub a:
    • 1. indien het voldoen aan die bepalingen door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit; of
    • 2. voor zover op andere wijze in de nodige parkeer- of stallingruimte, dan wel laad- of losruimte wordt voorzien.

9.3 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd lid 9.1 te wijzigen:

  • a. indien de CROW-publicatie 317: Kencijfers parkeren en verkeersgeneratie wordt geactualiseerd, danwel;
  • b. indien de gemeenteraad een eigen gemeentelijke parkeernormering vaststelt.

Artikel 10 Algemene afwijkingsregels

De algemene afwijkingsregels uit artikel 21 van het bestemmingsplan zijn onverkort van toepassing.

Artikel 11 Algemene wijzigingsregels

De algemene wijzigingsregels uit artikel 22 van het bestemmingsplan zijn onverkort van toepassing.

Artikel 12 Algemene procedureregels

De algemene procedureregels uit artikel 23 van het bestemmingsplan zijn onverkort van toepassing.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 13 Overgangsrecht

Het overgangsrecht uit artikel 24 van het bestemmingsplan is onverkort van toepassing.

Artikel 14 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: 'Regels van het wijzigingsplan Zeedijk 1, Edam'.