direct naar inhoud van Artikel 3 Bedrijf
Plan: Oosthuizerweg 13
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0385.bpOosthuizerweg13-oh01

Artikel 3 Bedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven;
  • b. kantoren;
  • c. verkeer;
  • d. bedrijfserven;
  • e. parkeren;
  • f. bevoorrading;
  • g. groenvoorzieningen.
3.2 Bouwregels
3.2.1 Algemeen

Op en onder de in lid 3.1 genoemde gronden mag slechts worden gebouwd ten behoeve van de aldaar genoemde bestemming, met dien verstande dat gebouwen en bijbehorende bouwwerken uitsluitend zijn toegestaan binnen het aangegeven bouwvlak.

3.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. maximum bebouwingspercentage: zoals met de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' staat aangegeven;
  • b. maximum bouwhoogte: zoals met de aanduiding 'maximale bouwhoogte' staat aangegeven;
  • c. onverlet het bepaalde onder a zijn daarnaast ter plaatse van de aanduiding 'verkeer' bouwwerken toegestaan ten dienste van het verkeer en de verkeersontsluiting ten behoeve van de tweede bouwlaag van gebouwen.
3.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. maximum bouwhoogte vlaggenmasten en lantaarnpalen: 10 meter;
  • b. maximum bouwhoogte erf- of terreinafscheiding: 2 meter;
  • c. maximum bouwhoogte fietsenstalling: 2,5 meter;
  • d. maximum bouwhoogte hellingbaan: 6 meter;
  • e. maximum bouwhoogte vluchttrap: de hoogte van het hoofdgebouw waaraan de trap gebouwd is;
  • f. maximum bouwhoogte overige bouwwerken geen gebouwen zijnde: 5 meter.
3.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeerssituatie/-veiligheid;
  • c. milieusituatie;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • e. de waarborging van brand- en externe veiligheid.
3.4 Specifieke gebruiksregels
  • a. Voor de in lid 3.1 toegelaten kantoren een maximum bruto vloeroppervlak van 1.600 m²;
  • b. Voor de in lid 3.1 toegelaten bedrijven geldt dat:
    • 1. uitsluitend bedrijven zijn toegestaan die vallen onder de milieucategorie 1 t/m 4 van de bij deze regels behorende bijlage, 'Lijst van toegelaten bedrijfstypen';
    • 2. parkeren dient binnen de bestemming 'Bedrijf' plaats te vinden;
    • 3. laden en lossen en bevoorrading dient binnen de aanuiding 'verkeer' plaats te vinden;
    • 4. bedrijven zoals bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen niet zijn toegestaan.
    • 5. detailhandel niet is toegestaan.
  • c. Als verboden gebruik zoals bedoeld in artikel 7.1 wordt, voor zover gelegen buiten de bouwvlakken, in ieder geval gerekend:
    • 1. het gebruik van de gronden als opslagplaats;
    • 2. het gebruik van de gronden als opslagplaats van afgedankte materialen;
    • 3. het plaatsen van tijdelijke bouwwerken zonder vergunning.
3.5 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in lid 3.4 voor het bouwen en het gebruik van gronden en bebouwing ten behoeve van een bedrijf dat:

  • a. niet in de 'Lijst van toegelaten bedrijfstypen' zijn genoemd, maar die voor wat betreft de hinderlijkheid vergelijkbaar zijn met de wel genoemde bedrijfstypen. Hiertoe worden de bedrijven getoetst aan de in de bijlage I 'Bedrijven en Milieuzonering' genoemde milieuaspecten;
  • b. na uitbreiding, wijziging of aanpassing in de 'Lijst van toegelaten bedrijfstypen' valt onder een hogere milieucategorie, hoger dan toegestaan, mits de uitbreiding, wijziging of aanpassing niet tot gevolg heeft, dat het bedrijf in vergelijking met bedrijven die vallen onder de milieucategorie 1 t/m 4 meer milieuhinder veroorzaakt;
  • c. voorziet in detailhandel, met dien verstande dat de afwijking alleen van toepassing is voor detailhandelsactiviteiten die gezien hun aard en omvang niet thuishoren en c.q. niet inpasbaar zijn in winkelgebieden en waarvan het effect op de distributieve structuur te verwaarlozen is en mits voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid en de (verkeers)veiligheid niet in gedrang komt, zoals:
    • 1. detailhandel in brandgevaarlijke, explosieve en daarmee vergelijkbare goederen;
    • 2. detailhandel in auto's, boten, caravans en de daar direct bijbehorende accessoires;
    • 3. detailhandel in landbouwwerktuigen en grove bouwmaterialen;
    • 4. detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit van ter plaatse vervaardigde goederen;
    • 5. detailhandel in automaterialen, keukens en/of badkamers en kampeerartikelen;
    • 6. detailhandel in bouwmaterialen en meubelen;
    • 7. detailhandel en verhuur van (brom)fietsen, motorscooters, scootmobielen en overige invalidenwagens, trimapparatuur, alsmede bij al deze zaken behorende accessoires en aanverwante artikelen.
  • d. de bouwgrens voor gebouwen overschrijdt ten dienste van de bedrijfsfunctie, zoals laad- en losvoorzieningen, fietsenstallingen, luifels, silo's e.d., over een breedte van niet meer dan 15% van de voorgevelbreedte, indien het gebruik van de gronden niet beperkt wordt, de parkeergelegenheid t.b.v. het gebruik niet in het geding is, alsmede de laad- en losmogelijkheid en de belangen van derden niet worden geschaad.

3.6 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan te wijzigen, in die zin, dat:

  • a. aan de 'Lijst van toegelaten bedrijfstypen' bedrijven en/of bedrijfsvormen kunnen worden toegevoegd;
  • b. de in de 'Lijst van toegelaten bedrijfstypen' opgenomen bedrijven en bedrijfssoorten kunnen worden ingedeeld bij een andere categorie.