Plan: | Oorgat 6/6a |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0385.bpOorgat6Edam-vg01 |
het bestemmingsplan 'Oorgat 6/6a' met identificatienummer NL.IMRO.0385.bpOorgat6Edam-vg01 van de gemeente Edam-Volendam;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
een al dan niet voor bewoning bestemd gedeelte van een hoofdgebouw, dat door zijn constructie en/of afmetingen als ondergeschikt valt aan te merken, zoals aangebouwde garages, erkers, serres en dergelijke;
een geometrisch bepaald vlak of Afbeelding, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie;
open uitbouw met balustrade aan een verdieping van een gebouw;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
een onderneming gericht op het vervaardigen, bewerken, herstellen, installeren of inzamelen van goederen, niet zijnde detailhandel of internetdetailhandel met (beperkte) consumentaantrekkende werking;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de grond verbonden gebouw, of ander bouwwerk, met een dak, zoals een aan- en of uitbouw of een bijgebouw;
een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw (behorende bij een op hetzelfde perceel gelegen hoofdgebouw) en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw, zoals schuurtjes, tuinhuisjes, garages etc.;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
de grens van een bouwvlak;
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, niet zijnde een kelder of souterrain;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct duurzaam met de aarde is verbonden;
de gezamenlijke oppervlakte van verkoopruimten, productieruimten, magazijnen, bergingen, kantoren en verblijfsruimten en de overige voor de bedrijfsvoering, detailhandel of maatschappelijke voorzieningen benodigde vloeroppervlakte;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan voor consumptie ter plaatse en anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en voorzover de bestemming deze inrichting niet verbiedt;
periodieke en/of incidentele manifestaties, zoals sportmanifestaties, concerten, bijeenkomsten, voorstellingen, shows, tentoonstellingen, thematische markten, kermissen, circussen en andere vertoningen;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
een bedrijf waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren worden verstrekt voor consumptie ter plaatse en/of waarin bedrijfsmatig logies worden verstrekt, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie en conform de toegestane categorieën zoals nader omschreven in de in de bijlage bij de regels opgenomen;
Een bijzondere bouwlaag waarbij de vloer van de bovengelegen bouwlaag maximaal 0,5 meter boven het peil is gelegen;
een afdak aan een gebouw, al dan niet ondersteund;
de hoogte van het perceel ter plaatse, dan wel; de hoogte van het afgewerkte bouwperceel ter plaatse na het verlenen van een omgevingsvergunning;
voorzieningen inzake welzijn, volksgezondheid, cultuur, religie, sport, educatie en onderwijs, openbare orde en veiligheid en daarmee gelijk te stellen sectoren;
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen en apparatuur voor telecommunicatie;
een horeca-activiteit in een inrichting die geen (planologische) hoofdbestemming "Horeca" heeft, en waar men in het verlengde van de hoofdactiviteit als nevenactiviteit (kleine) eet- en/of (alcoholische) drinkwaren kan consumeren en men daarvoor moet betalen;
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is;
een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige bebouwing met een gebouw of bij elkaar behorende gebouwen is toegestaan;
een bedrijf, waarin het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding als beroep wordt uitgeoefend;
een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte, waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof het bedrijfsmatig is, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch -en pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan een escortbedrijf, een sekswinkel, prostitutiebedrijf of een parenclub al dan niet in combinatie met elkaar;
een constructie geen gebouw zijnde.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de bovenzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken of het hart van scheidingsmuren.
tussen het hoogste punt van het balkon- respectievelijk het dakterrashek en de bovenkant van de balkonvloer / het dak.
tussen het hoogste punt van de schoorsteen, (schotel)antenne of naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen en de plaats van het dak waar dit bouwwerk is aangebracht.
de gebruiksvloeroppervlakte volgens NEN 2580.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw- c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 0,5 meter bedraagt.
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels ten aanzien van de bouwhoogten, die niet meer mag bedragen dan:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde onder artikel voor het realiseren van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waarbij:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels ten aanzien van de bouwhoogten, die niet meer mag bedragen dan:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde onder artikel voor het realiseren van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waarbij:
Voor de in artikel 4.1 genoemde gronden gelden de volgende gebruiksregels:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 4.5.1 voor:
Op en onder de in lid 5.1 bedoelde gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd, met uitzondering van:
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in lid 5.2 ten behoeve van het bouwen overeenkomstig de medebestemming, mits op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.
Aan de mogelijkheid om af te wijken van de bouwregels ingevolge lid 5.3.1 kunnen regels worden verbonden tot:
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken nadat de aanvrager een rapport heeft overgelegd waarin de archeologische waarde van het terrein, dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.
Het is verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 5.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de bestemming, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening en afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht, te wijzigen, in die zin dat de dubbelbestemming ‘Waarde - Archeologie’ komt te vervallen, mits uit archeologisch onderzoek is gebleken, dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn.
Op en onder de in lid 6.1 genoemde gronden mag slechts worden gebouwd ten behoeve van de aldaar genoemde bestemming en medebestemming.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd lid 9.1.1 te wijzigen:
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, eerste lid, onder c van de Wet ruimtelijke ordening - tenzij op grond van Hoofdstuk 2 reeds is afgeweken - afwijken van de bepalingen in het plan:
De in lid 10.1 bedoelde omgevingsvergunningen worden slechts verleend indien daardoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ruimtelijke structuur en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en opstallen.
Indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar wettelijke regelingen cq. verordeningen e.d., dan dienen deze regelingen te worden gelezen zoals deze luiden op het tijdstip van ter inzage legging van het ontwerpbestemmingsplan, tenzij anders bepaald.
Voor zover toepassing van het overgangsrecht bouwwerken of gebruik leidt tot onbillijkheid van overwegende aard jegens een of meer natuurlijke personen kunnen burgemeester en wethouders ten behoeve van die persoon of personen afwijken van dat overgangsrecht.
Deze regels worden aangehaald als: "Regels van het bestemmingsplan Oorgat 6/6a".