Plan: | Buitengebied Edam-Volendam |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | beheersverordening |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0385.BHVbuitengebiedEV-vg01 |
In deze regels wordt verstaan onder:
De beheersverordening Buitengebied Edam-Volendam van de gemeente Edam-Volendam.
De analoge en digitale voorstelling van de in de beheersverordening opgenomen digitale ruimtelijke informatie.
De geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0385.BHVbuitengebiedEV-vg01 met bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
Het gebied waarop deze verordening van toepassing is, vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0385.BHVbuitengebiedEV-vg01 met daarbij horende bestanden.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een stand-/ligplaats.
Elke constructie van enig omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
Op de gronden gelegen binnen het besluitgebied is het bestaande gebruik toegestaan.
Op de gronden gelegen binnen het besluitgebied zijn bestaande bouwwerken toegestaan.
Op de onderhavige Beheersverordening Buitengebied Edam-Volendam zijn, met inachtneming van het bepaalde in deze beheersverordening van overeenkomstige toepassing:
Het bestemmingsplan Landelijk Gebied I zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 28 november 1981 en goedgekeurd door Gedeputeerde Staten op 7 december 1982. |
Het bestemmingsplan Landelijk Gebied I, eerste herziening , zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 27 april 1989 en goedgekeurd door Gedeputeerde Staten op 11 november 1989. |
Het bestemmingsplan Buitengebied (1995) , zoals vastgesteld door de raad op 23 februari 1995 en goedgekeurd door Gedeputeerde Staten op 26 september 1995. |
met uitzondering van de daarin opgenomen:
en verder voor wat betreft het bestemmingsplan Buitengebied (1995) met uitzondering van:
Het is verboden op de gronden binnen het besluitgebied en gelegen buiten het Markermeer zonder of in afwijking van een schriftelijke omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren (een en ander met uitzondering van normale onderhoudswerkzaamheden):
De onder artikel 2.4.1 genoemde werken en werkzaamheden zijn (zonder omgevingsvergunning) toelaatbaar voor:
De onder artikel 2.4.1 genoemde werken en werkzaamheden die niet vallen onder voorgaande opsomming in artikel 2.4.2 zijn niet toelaatbaar dan wel de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.4.1. dient in ieder geval te worden geweigerd indien:
Voordat over het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.4.1 besloten wordt en voor werkzaamheden waarvoor ingevolge de geldende Keur een keurontheffing benodigd is, dient eerst de keurontheffing te zijn afgegeven door de betreffende in het gebied werkzame waterbeheerder.
Indien het vermoeden bestaat dat de voorgenomen werken en werkzaamheden mogelijke gevolgen heeft voor de kwaliteit van het (grond)water en het (grond)waterpeil, wordt er, alvorens er omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.4.1 wordt besloten, door burgemeester en wethouders eerst schriftelijk advies ingewonnen bij de in het gebied werkzame waterbeheerder en wordt de omgevingsvergunning verleend onder de eventueel te stellen voorwaarden.
Het is verboden om op gronden gelegen in het Markermeer zonder of in afwijking van een schriftelijke omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren c.q. te laten uitvoeren, een en ander met uitzondering van normale onderhoudswerkzaamheden en werkzaamheden:
De in artikel 2.5.1 genoemde werken en werkzaamheden (zonder omgevingsvergunning, of te wel aanlegvergunning) zijn toelaatbaar voor:
De onder artikel 2.5.1 genoemde werken en werkzaamheden die niet vallen onder voorgaande opsomming in artikel 2.5.2 zijn niet toelaatbaar dan wel de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.5.1 dient in ieder geval te worden geweigerd indien:
Voordat over het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.5.1 besloten wordt en voor werkzaamheden waarvoor ingevolge de geldende Keur een keurontheffing benodigd is, dient eerst de keurontheffing te zijn afgegeven door de betreffende in het gebied werkzame waterbeheerder.
Indien het vermoeden bestaat dat de voorgenomen werken en werkzaamheden mogelijke gevolgen heeft voor de kwaliteit van het (grond)water en het (grond)waterpeil. wordt er, alvorens er omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.5.1 wordt besloten, door burgemeester en wethouders eerst schriftelijk advies ingewonnen bij de in het gebied werkzame waterbeheerder en wordt de omgevingsvergunning verleend onder de eventueel te stellen voorwaarden.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Het is niet toegestaan om gronden en-/of bouwwerken van (agrarische) bedrijven binnen het besluitgebied zodanig te gebruiken dat dit leidt tot significant negatieve gevolgen voor de realisatie van instandhoudingsdoelstellingen van Natura 2000-gebieden zoals vastgelegd per aanwijzingsbesluit voor het betreffende Natura 2000-gebied; tevens zijn activiteiten die voldoen aan de omschrijvingen in kolom 1 alsmede aan de bijbehorende omschrijvingen in kolom 2 van de onderdelen C en D van de bijlage bij het Besluit milieueffectrapportage niet toegestaan.
Voorts wordt tot een strijdig gebruik in elk geval gerekend:
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van de beheersverordening, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig in afwijking van het bepaalde in artikel 5.1.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in artikel 5.1.1 met maximaal 10%.
Het bepaalde in artikel 5.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende bestemmingsplan of van toepassing zijnde planologisch regime, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan of regime.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met de beheersverordening strijdige gebruik, bedoeld in artikel 5.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met de beheersverordening strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in artikel 5.2.1, na het tijdstip van inwerkingtreding van de verordening voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Artikel 5.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan of van toepassing zijnde planologisch regime, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan of regime.
Deze regels worden aangehaald als: Regels van de beheersverordening “Buitengebied Edam-Volendam”.
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 29 oktober 2015.