direct naar inhoud van Artikel 20 Waterstaat - Waterkering
Plan: Zuid
Status: vastgesteld
Plantype: beheersverordening
IMRO-idn: NL.IMRO.0384.BVzuid-VG01

Artikel 20 Waterstaat - Waterkering

20.1 Besluitvlakomschrijving
20.2 Bouwregels
20.2.1

Voor het bouwen ten behoeve van het in lid 20.1 bedoelde besluitvlak gelden de volgende bouwregels:

  • a. gebouwen zijn niet toegestaan;
  • b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegestaan.
20.2.2

Voor het bouwen ten behoeve van de andere daar voorkomende besluitvlak(ken) geldt dat uitsluitend gebouwd mag worden voor zover:

  • a. het waterkerend vermogen niet onevenredig wordt geschaad;
  • b. voorafgaand overleg heeft plaatsgevonden met de waterbeheerder.
20.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
20.3.1 Algemeen
  • a. Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden) de volgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren:
  • b. het aanleggen van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • c. het aanbrengen van diepwortelende beplantingen en bomen;
  • d. het aanleggen van andere kabels en leidingen dan in de bestemmingsomschrijving is aangegeven, en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructie, installaties of apparatuur;
  • e. het indrijven van voorwerpen in de bodem;
  • f. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage;
  • g. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren.
20.3.2 Uitzondering

Het in lid 20.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden welke:

  • 1. het normale onderhoud en beheer betreffen;
  • 2. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip waarop het plan rechtskracht verkrijgt;
  • 3. mogen worden uitgevoerd op grond van een reeds verleende vergunning.
20.3.3 Voorwaarden

De in lid 20.3.1 bedoelde vergunning wordt slechts verleend indien:

  • a. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de waterkering;
  • b. voorafgaand overleg heeft plaatsgevonden met de beheerder van de betreffende watergang en waterkering.