Type plan: | bestemmingsplan |
---|---|
Naam van het plan: | Nieuw plan |
Status: | ontwerp |
Plan identificatie: | NL.IMRO.0383.PBAStartngw33en33a-on10 |
6.1 Gebruik van ruimten binnen een woning en in de bijgebouwen ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit, wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie en mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
a. maximaal 35% van het vloeroppervlak van de woning met inbegrip van de gerealiseerde aan- en uitbouwen en bijgebouwen, tot ten hoogste in totaal 50 m2 mag worden gebruikt voor de aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit;
b. degene die activiteiten in de woning uitvoert dient tevens de bewoner van de woning te zijn;
c. vergunningplichtige of meldingsplichtige activiteiten ingevolge de Wet milieubeheer zijn niet toegestaan, met uitzondering van tandartsenpraktijken;
d. bedrijven maximaal in milieucategorie 1 van de staat van bedrijfsactiviteiten, zie bijlage, zijn toegestaan, of bedrijven die hiermee voor wat betreft de aard en de omvang van de milieuhinder die het veroorzaakt gelijk kunnen worden gesteld;
e. er mag geen detailhandel en/of horeca plaatsvinden;
f. er mogen geen publieksaantrekkende beroeps- of bedrijfsactiviteiten plaatsvinden.
6.2 Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:
a. het bepaalde in artikel 6.1e ten behoeve van het toestaan van beperkte verkoop als ondergeschikte activiteit, mits in verband staand met de activiteit;
b. het bepaalde in artikel 6.1f ten behoeve van publieksaantrekkende beroeps- of bedrijfsactiviteiten, mits dit gebruik niet leidt tot een onevenredige aantasting van de verkeersontsluitings- en parkeersituatie ter plaatse.
6.3 Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 eerste lid Wro wordt in elk geval verstaan:
a. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen, anders dan voorzover noodzakelijk is voor het normale onderhoud van tuinen en andere onbebouwde terreinen en het onderhoud van watergangen;
b. het opslaan of opgeslagen houden van gerede of ongerede goederen, materialen, werktuigen, machines of gebruiksklare of onklare voer- of vaartuigen of onderdelen hiervan, anders dan voorzover dit het gevolg is van of direct samenhangt met het gebruik van een bedrijfserf, behorende bij een winkel of bedrijf, in overeenstemming met de desbetreffende bestemming;
c. het plaatsen of geplaatst houden van onderkomens.
6.4 Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 eerste lid Wro wordt voorts gerekend het
gebruik van bebouwde dan wel onbebouwde gronden als of ten behoeve van een seksinrichting
en/of prostitutie;
6.5 Burgemeester en wethouders verlenen ontheffing van het in dit artikel bepaalde, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen gerechtvaardigd wordt.