Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Breedeweg 50
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0383.BPCBreedeweg50-VS01

Artikel 6 Waarde - Archeologie

6.1 Bestemmingsomschrijving

6.1.1

De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.

6.2 Bouwregels

6.2.1

Op en onder de in lid 6.1 genoemde gronden zijn geen bouwwerken toegestaan.

6.2.2

Het bepaalde in 6.2.1 is niet van toepassing op projecten:
  1.  met een oppervlakte kleiner dan 500 m² en niet dieper dan 50 cm;
  2.  die vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing betreffen, waarbij de oppervlakte niet wordt  uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.

6.3 Afwijken van de bouwregels

6.3.1

Algemeen
Het bevoegd gezag kan middels omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 22.2.1 en toestaan dat bouwwerken worden gebouwd.

6.4 Voorwaarden

  1. de omgevingsvergunning kan worden verleend indien is gebleken dat het oprichten van het bouwwerk waarvoor de omgevingsvergunning wordt gevraagd niet zal leiden tot verstoring van archeologische resten;
  2. voor zover het bouwen van het gebouw, waarvoor de omgevingsvergunning wordt gevraagd, kan leiden tot een verstoring van archeologisch materiaal, kan het bevoegd gezag afwijking verlenen van het bepaalde in 6.2.1 indien aan de omgevingsvergunning voor het bouwen een of meerdere van de volgende voorschriften worden verbonden:
  1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
  2. de verplichting tot het doen van opgravingen, of
  3. de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door het bevoegd gezag bij de omgevingsvergunning voor het bouwen te stellen kwalificaties;
    c.  de omgevingsvergunning wordt niet verleend dan nadat de aanvrager een rapport heeft overgelegd waarin de
         archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord naar het oordeel van het
         bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld.