Plan: | Strandgebied |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0383.BPC12Strandgebied-VS01 |
Het gehele strandgebied is een aardkundig monument zoals bedoeld in de Provinciale Milieuverordening. Voor de vaststelling van voorliggend bestemmingsplan heeft dit geen gevolgen. Wanneer nieuwe ontwikkelingen binnen het aardkundig monument plaatsvinden die het aardkundig monument kunnen aantasten, dient ontheffing van Provinciale Milieuverordening te worden aangevraagd bij Gedeputeerde Staten van de Provincie Noord-Holland.
In het voorliggende bestemmingsplan worden enkele nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Omdat het strandgebied een gevoelig gebied is, dient bij uitbreiding van bouwmogelijkheden onderzoek te worden gedaan naar de effecten op Natura 2000. Hiertoe is een voortoets Natuur uitgevoerd. Vervolgens is een integrale verstorings- en verslechteringstoets uitgevoerd. De rapportages zijn als bijlage 1 en 2 bij voorliggend bestemmingsplan opgenomen. Hieronder worden de belangrijkste conclusies weergegeven.
Voortoets Natuur
Natuurbeschermingswet
Het aangrenzende duingebied is begrensd als Natura 2000-gebied Noord-Hollands Duinreservaat. In de directe omgeving van het plangebied bevinden zich meerdere habitattypen en het broedbiotoop van de tapuit. De voorgenomen plannen vinden buiten deze begrenzing plaats. Naar verwachting heeft het toestaan van 33 nieuwe strandhuisjes en het vergroten van de bouwoppervlakte van 70 naar 80% en de uitruil van Jaffa met Club zand geen extra aantal van het totaal aantal bezoeker van het strand tot gevolg. Verstoring van licht, geluid en bewegingen als gevolg van de voorgenomen ontwikkeling heeft geen negatieve effecten op het actuele c.q. potentiële broedgebied van tapuit en paapje. Doordat het duin veel hoger ligt en aantal bezoekers niet zal toenemen, zal de verstoring niet tot negatieve effecten met betrekking tot de realisatie van de instandhoudingsdoelen leiden. Voor de voorgenomen ontwikkeling is dan ook geen vergunning van Natuurbeschermingswet noodzakelijk. Er wordt aanbevolen om de voortoets voor te leggen aan Provincie Noord-Holland (Bevoegd gezag Natuurbeschermingswet).
Ecologische hoofdstructuur.
Het strand en aangrenzende duingebied maken onderdeel uit van de Ecologische Hoofdstructuur. De voorgenomen plannen hebben geen negatieve effecten op het functioneren van de EHS. Er hoeven om deze reden geen vervolgprocedures in gang te worden gezet.
Flora- en faunawet
In tabel 1 zijn de conclusies in het kader van de Flora- en faunawet weergegeven. In de tabel is voor de tabel 2/3 soorten van de soortgroepen welke binnen het plangebied mogelijk negatieve effecten ondervinden van de werkzaamheden, aangegeven of hiervoor aanvullend onderzoek en/of ontheffing noodzakelijk is. In de laatste kolom zijn mitigerende maatregelen opgenomen welke negatieve effecten voorkomen.
Tabel 1: Samenvatting voorkomen van tabel 2/3 soorten Flora- en faunawet met mogelijke effecten en vervolgprocedures.
Soortgroep | Soort | Bescherming FFW | Mogelijk effect | Aanvullend onderzoek noodzakelijk? |
Indien aanwezig, ontheffing- aanvraag noodzakelijk? |
Mitigatie |
Flora | nvt | |||||
Zoogdieren | nvt | |||||
Vogels | broedvogels | tabel 2 | verstoring | nee | nee | Opbouwen strandhuisjes en dergelijke buiten het broedseizoen. |
Vissen | nvt | |||||
Amfibieën | nvt | |||||
Reptielen | zandhagedis | tabel 3 | nvt | nee | nee | nvt |
Overige | nvt |
Verstorings- en verslechteringstoets
Naar aanleiding van ingediende zienswijzen op het ontewrpbestemmingsplan en de Voortoets Natuur heeft de gemeente besloten om een integrale verstorings- en verslechteringstoets te laten uitvoeren, waarbij alle ontwikkelingen op het strandgebied worden afgewogen. Uit de toets blijkt dat er geen significante effecten ontstaan op het Natura 2000 gebied Noord-Hollands duinreservaat. Van belang hierbij is dat de tapuit als complementair is aangewezen, waardoor er in juridische zin geen significant effect kan ontstaan. Het paapje is eveneens als complementair aangewezen en bovendien niet bekend uit de omgeving.
De toename van de stikstofdepositie is marginaal en zal geen zichtbaar of meetbaar effect veroorzaken op de stikstofgevoelige habitats in de duinen. De toename blijft ruim onder de 0,1% van de kritische depositie. Daarnaast zijn de vegetaties in de duinen overwegend goed ontwikkeld.
Vanwege het ontbreken van effecten op de doelstellingen is geen passende beoordeling noodzakelijk. Vanwege het ontbreken van deze effecten is evenmin een vergunning van de Natuurbeschermingswet noodzakelijk.
Er zijn geen beschermde soorten te verwachten op het strand waarop een effect is te verwachten. Daarom is er geen ontheffing van de Flora en Faunawet noodzakelijk.
Door de verspreiding en de ecologie van de soorten waarvoor de ecologische hoofdstructuur is aangewezen wordt geconcludeerd dat er geen effecten ontstaan als gevolg van de strandactiviteiten.