direct naar inhoud van Artikel 43 Algemene aanduidingsregels
Plan: Buitengebied Castricum
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0383.BPBuitengebied-VS02

Artikel 43 Algemene aanduidingsregels

43.1 geluidzone - industrie
43.1.1 Aanduidingomschrijving

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone – industrie' zijn, naast voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en instandhouding van de geluidsruimte in verband met de nabijheid van een inrichting als bedoeld in artikel 41 van de Wet geluidhinder.

43.1.2 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mogen geen nieuwe woningen en andere geluidsgevoelig gebouw worden gebouwd.

43.1.3 Afwijking van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 43.1.2 voor het bouwen van nieuwe woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, mits de geluidsbelasting vanwege het industrieterrein van de gevels van deze woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere grenswaarde.

43.2 veiligheidszone - leiding
43.2.1 Aanduidingomschrijving

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone – leiding' zijn, naast voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het tegengaan van een te hoog veiligheidsrisico van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten in verband met de leiding.

43.2.2 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mogen geen nieuwe kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten gebouwen worden gebouwd.

43.2.3 Afwijking van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 43.2.2 voor het toestaan van beperkt kwetsbare objecten en het bouwen van gebouwen ten behoeve van die functies, mits ter plaatse een aanvaardbaar woon- en leefklimaat kan worden gerealiseerd.

43.2.4 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor het verwijderen van de aanduiding veiligheidszone - leiding, mits het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van de betreffende risicovolle inrichting wordt beëindigd.

43.3 vrijwaringszone - molenbiotoop
43.3.1 Aanduidingomschrijving

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone – molenbiotoop' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de functie van de molen als werktuig en zijn waarde als landschapsbepalend element.

43.3.2 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen gelden de volgende bouwregels:

  • a. op of in de gronden binnen de vrijwaringszone, gemeten vanaf 0 m tot 100 m van de molen, mogen geen nieuwe gebouwen worden gebouwd;
  • b. op of in de gronden binnen de vrijwaringszone, gemeten vanaf 100 m tot 400 m van de molen mag de bouwhoogte van nieuwe bouwwerken:
    • 1. in open gebied niet hoger zijn dan 1/140 van de afstand tussen het bouwwerk en de molen in meters, vermeerderd met 1/5 van de askophoogte van de molen in meters;
    • 2. in ruw gebied niet hoger zijn dan 1/75 van de afstand tussen het bouwwerk en de molen in meters, vermeerderd met 1/5 van de askophoogte van de molen in meters;
    • 3. in gesloten gebied niet hoger zijn dan 1/50 van de afstand tussen het bouwwerk en de molen in meters, vermeerderd met 1/5 van de askophoogte van de molen in meters.
43.3.3 Afwijking van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 43.3.2 voor het bouwen overeenkomstig het bepaalde in de andere bestemmingen, mits daardoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van de betreffende molen en advies is verkregen van de beheerder van de molen.

43.3.4 Omgevingsvergunning ten behoeve van het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 43.3.1 bedoelde gronden de volgende andere-werken uit te voeren:

  • a. op of in de gronden binnen de vrijwaringszone, gemeten vanaf 0 m tot 100 m van de molen, is het aanplanten van bomen en/of houtgewas en het aanbrengen van beplanting niet toegestaan, indien de aanplant en beplanting hoger is of zal worden dan de onderste punt van de verticaal staande wiek;
  • b. op of in de gronden binnen de vrijwaringszone, gemeten vanaf 100 m tot 400 m van de molen, is het aanplanten van bomen en/of houtgewas en het aanbrengen van beplanting niet toegestaan indien de aanplant en/of beplanting hoger is of zal worden dan de onderste punt van de verticaal staande wiek vermeerderd met 1/100 van de afstand tussen de aanplant en/of beplanting en de molen in meters;
  • c. het aanleggen van bovengrondse constructies, installaties en apparatuur met een hoogte die hoger is dan op grond van het bepaalde in artikel 43.3.2 is toegestaan voor bouwwerken.
43.3.5 Verlening

Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 43.3.4 wordt niet eerder verleend dan nadat advies is verkregen van de beheerder van de molen.

43.3.6 Uitzondering

Geen omgevingsvergunning is nodig voor:

  • a. andere-werken die het normale onderhoud, gebruik en beheer betreffen;
  • b. andere-werken die op het moment van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde dan wel verleende vergunning.
43.4 wro-zone - wijzigingsgebied

Het bevoegd gezag kan ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone – wijzigingsgebied', het bestemmingsplan te wijzigen in de bestemming Sport - Manege voor zover de gronden gelegen zijn binnen een bouwvlak met de bestemming Agrarisch, Agrarisch met waarden of Agrarisch - Tuinbouw, na volledige bedrijfsbeëindiging van het agrarisch bedrijf met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. de paardenstalling vindt plaats in bestaande bebouwing tot een maximum van 50% van de feitelijke aanwezige bebouwing op het moment van inwerkingtreding van het bestemmingsplan; het teveel dient derhalve te worden gesloopt;
  • b. de voormalige agrarische bedrijfswoning(en) mag(mogen) als bedrijfswoning(en) worden gebruikt;
  • c. de wijziging geen onevenredige verkeersaantrekkende werking tot gevolg zal hebben en voorzien is in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein;
  • d. de omliggende agrarische bedrijven mogen niet in hun bedrijfsvoering of ontwikkelingsmogelijkheden worden beperkt;
  • e. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.
  • f. de uitvoerbaarheid van het wijzigingsplan is gewaarborgd.
43.5 maïs
43.5.1 Aanduidingomschrijving

Het telen van maïs is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'maïs', met dien verstande dat:

  • a. een gebruik van meer dan 25% van de gronden behorend tot een agrarisch bedrijf ten behoeve van maïsteelt niet is toegestaan;
  • b. maximaal 125 ha van de gronden in het plangebied ten behoeve van maïsteelt mag worden gebruikt.
43.5.2 Afwijking maïsteelt

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 43.5.1 voor het uitbreiden van de gronden ten behoeve van maïsteelt indien dit de landschappelijke, natuurwetenschappelijke en-/of cultuurhistorische waarden niet onevenredig schaadt.

43.6 schuilstallen
43.6.1 Aanduidingomschrijving

Schuilstallen voor vee en paarden zijn uitsluitend op agrarische bouwvlakken toegestaan, alsmede - na afwijking - toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'schuilstallen'.

43.6.2 Afwijking

Aan de afwijking als bedoeld in artikel 43.6.1 voor het bouwen van schuilstallen voor vee en paarden gebruik buiten het bouwvlak wordt slechts meegewerkt indien voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

  • a. de maximale oppervlakte bedraagt 18 m2;
  • b. de maximale hoogte bedraagt 3 m;
  • c. er is geen opslag toegestaan;
  • d. het moet gaan om een solitair gelegen perceel van minimaal 500 m2 niet behorend tot een agrariër (het moet gaan om hobbymatig gebruik);
  • e. de situering dient bij voorkeur langs de zijkant van de kavel plaats te vinden in plaats van centraal in het weiland;
  • f. in afwijking van sub a en d mag een schuilstal worden gerealiseerd tot maximaal 30 m2 bij een agrarisch bedrijf mits is aangetoond dat het niet mogelijk is deze te realiseren binnen het bouwvlak en het gaat om een solitair gelegen perceel van minimaal 500 m2.
43.7 weidevogelleefgebied
43.7.1 Aanduidingomschrijving

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'weidevogelleefgebied' zijn, naast voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van het leefklimaat van de weidevogels.

43.7.2 Omgevingsvergunning ten behoeve van het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 43.7.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanplanten van bomen en/of houtgewas en het aanbrengen van beplanting met een hoogte die hoger is dan 3 m;
  • b. verstorende activiteiten, buiten de huidige agrarische activiteiten;
  • c. het aanleggen, verbreden en verharden van wegen, paden, banen, parkeervoorzieningen en andere oppervlakteverhardingen;
  • d. het aanleggen, verdiepen, verbreden en dempen van sloten, watergangen en
    overige waterpartijen met peilverlaging tot gevolg.
43.7.3 Verlening omgevingsvergunning

Een omgevingvergunning als bedoeld in artikel 43.7.2 wordt niet eerder verleend dan nadat is aangetoond dat de gebruikswaarde als weidevogelleefgebied niet onevenredig wordt aangetast.

43.7.4 Uitzonderingen omgevingsvergunning

Geen omgevingsvergunning is nodig voor:

  • a. andere-werken die het normale onderhoud, gebruik en beheer betreffen;
  • b. andere-werken die op het moment van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde dan wel verleende vergunning.
43.8 wisselteelt uitgesloten

Op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'wisselteelt uitgesloten' is wisselteelt niet toegestaan.