- gebouwd binnen het bouwvlak;
- per bouwvlak is maximaal één woning toegestaan;
- ter plaatse van de aanduiding Wonen uitgesloten (-w) niet mag worden gewoond;
- ter plaatse van de aanduiding “maximale goothoogte” is ten hoogste de aangegeven maximale goothoogte toegestaan;
- ter plaatse van de aanduiding “maximale bouwhoogte” is ten hoogste de aangegeven maximale bouwhoogte toegestaan;
- de inhoud van hoofdgebouwen voor woningen bedraagt ten hoogste het aangegeven maximum volume;
- de inhoud van het hoofdgebouw van de woning met de functieaanduiding cultuurhistorische waarde (cw) bedraagt ten hoogste 330 m3;
- Voor het bouwvlak / bestemmingsvlak met de functieaanduiding cultuurhistorische waarde (cw) gelden de bouwhoogten van het bestaande gemeentelijke monument:
- bouwhoogte hoofdgebouw binnen het bouwvlak 5,5 meter;
- bouwhoogte aanbouw buiten het bouwvlak 2,7 meter;
- goothoogte aanbouw buiten het bouwvlak 1,75 meter;
- het bouwvlak / bestemmingsvlak met de functieaanduiding cultuurhistorische waarde (cw) is een gemeentelijk monument waarop de gemeentelijke erfgoed-verordening van toepassing is.
4.2.2 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij woningen
Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij de woning mogen zowel in als
buiten het bouwvlak worden gebouwd en voldoen aan de volgende kenmerken:
- gebouwd, op het achter- of zijerf, minimaal 1 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw, met dien verstande, dat uitbouwen in de vorm van erkers op het voorerf mogen worden aangebouwd, mits:
- de horizontale diepte maximaal 1 m bedraagt;
- de diepte van de overblijvende, niet met gebouwen bebouwde, gronden minimaal 2,5 m bedraagt;
- de goothoogte maximaal 3 m bedraagt, dan wel de hoogte van de 1e bouwlaag van het hoofdgebouw plus 0,25 m;
- gezamenlijke oppervlakte voor zover gebouwd binnen en buiten het bouwvlak per hoofd-gebouw, maximaal:
- 75 m² voor bouwpercelen met een oppervlakte tot 1.000 m²;
- 100 m² voor bouwpercelen met een oppervlakte groter dan 1.000 m²; 100 m2;
- het bouwperceel mag voor niet meer dan 50% worden bebouwd;
- goothoogte maximaal 3 m dan wel de hoogte van de 1e bouwlaag van het hoofdgebouw plus 0,25 m;
- bouwhoogte van aan- en uitbouwen, aangebouwde bijgebouwen en aangebouwde overkappingen maximaal de bouwhoogte van het hoofdgebouw verminderd met 1 m, waarbij geldt dat de bouwhoogte in ieder geval 3 m mag bedragen en maximaal 6 m;;
- bouwhoogte van vrijstaande bijgebouwen en vrijstaande overkappingen maximaal de bouwhoogte van het hoofdgebouw verminderd met 1 m, waarbij geldt dat de bouwhoogte maximaal 5 m mag bedragen voor bouwpercelen met een oppervlakte tot 1.000 m²;
- bouwhoogte van vrijstaande bijgebouwen en vrijstaande overkappingen maximaal de bouwhoogte van het hoofdgebouw verminderd met 1 m, waarbij geldt dat de bouwhoogte in ieder geval 3 m mag bedragen en maximaal 5 m voor bouwpercelen met een oppervlakte groter dan 1.000 m²;
- hoogte van balkonhekken op aan- en uitbouwen en overkappingen maximaal 1,2 m ten opzichte van de hoogte van de 1e bouwlaag van aan-, of uitbouw of overkapping;
- ter plaatse van de bouwaanduiding nokrichting, de nokrichting evenwijdig is aan de Sluisweg.
4.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal:
- erf- en terreinafscheidingen voor (het verlengde van) de voorgevel 1 m;
- erf- en terreinafscheidingen achter (het verlengde van) de voorgevel 2 m;
- pergola’s 2,5 m;
- vlaggenmasten 6,5 m.