| Plan: | Kampeerterreinen Bakkum en Geversduin |
|---|---|
| Status: | vastgesteld |
| Plantype: | bestemmingsplan |
| IMRO-idn: | NL.IMRO.0383.BP10duincampings-VS01 |
het bestemmingsplan 'Kampeerterreinen Bakkum en Geversduin' van de gemeente Castricum.
de geometrisch bepaalde planobjecten met bijbehorende regels als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0383.BP10duincampings-VS01.
de verbeeldingen van het bestemmingsplan 'Kampeerterreinen Bakkum en Geversduin', bestaande uit 2 verbeeldingen, te weten één voor het kampeerterrein Bakkum en één voor het kampeerterrein Geversduin.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
een in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van het bouwvlak aangeeft, dat maximaal mag worden bebouwd, tenzij in de regels anders is bepaald.
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch en functioneel opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
de grens van een bouwvlak.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
het in de open lucht tijdelijk opslaan of opgeslagen houden van kampeergelieerde gerede of ongerede goederen, zoals (tuin-) meubilair, fietsen, gebruiks- en ongebruiksklare voer- en vaartuigen, trailers en of onderdelen hiervan.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen, geen motorbrandstoffen zijnde, aan personen die, die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, waaronder grootschalige detailhandel, volumineuze detailhandel, tuincentrum en supermarkt.
een recreatief familie (nacht-) verblijf ten behoeve van een tijdelijke (niet permanent) verblijf op een kampeerterrein, hieronder niet te verstaan een hotel of pension.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
een gebouw, op een bouwperceel dat door zijn constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste gebouw valt aan te merken.
het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken en het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie uitsluitend in de categorie I en II zoals opgenomen in de Lijst van Horeca-activiteiten.
alle verrijdbare en/of demontabele recreatieve (nacht-)verblijfsmiddelen ten behoeve van een tijdelijk (niet permanent) verblijf op een kampeerterrein, zoals een tent, tour- en stacaravans, tent- en strandhuisje, verblijfsaccommodaties, campers, en daarmee gelijk te stellen kampeermiddelen.
blijkens de inrichting bestemd om daarop gelegenheid te geven tot het tijdelijk plaatsen van kampeermiddelen ten behoeve van recreatief (nacht-)verblijf en verblijfsrecreatie in de periode gelegen tussen 1 maart en 15 november.
een (binnenplanse) ontheffing als bedoeld in artikel 3.6, lid 1, onder c van de Wet ruimtelijke ordening.
het recreatieve (nacht-)verblijf in een kampeermiddel, gedurende de periode gelegen tussen 15 maart en 1 november.
recreatief (nacht-)verblijf voor een korte aaneengesloten periode, toegestaan in de periode gelegen tussen 15 maart en 1 november, waarbij wordt overnacht in kampeermiddelen en uitsluitend door diegenen die hun woonadres elders hebben.
de periode gelegen tussen 15 november en 1 maart.
stalling van 'eigen' kampeermiddelen gedurende de periode van winterrust met uitzondering van buitenopslag, zoals boten, buitenmeubilair, fietsen etc.