direct naar inhoud van STRUCTUURVISIE
Plan: Structuurvisie-Naarden-En-Bussum
Status: vastgesteld
Plantype: gemeentelijke structuurvisie
IMRO-idn: NL.IMRO.0381.STRVISIE2014BUSSUM-va01

STRUCTUURVISIE

INLEIDING

Naarden en Bussum vormen het hart van het Gooi, een regio bekend om haar afwisseling van historische landschappen, alom aanwezige cultuurhistorie en aangename groene kernen, strategisch gelegen op korte afstand van dynamische steden als Amsterdam en Utrecht. Al eeuwen is het Gooi een plek waar men vanuit deze steden naar toe trekt om uit te blazen en op adem te komen. Naarden en Bussum hebben beide een grote aantrekkingskracht, ingeklemd tussen bossen, heide, Gooimeer en polders en via spoor, weg en water goed ontsloten. Beide gemeenten hebben bovendien een grote traditie opgebouwd als het gaat om het koesteren van landschappelijke en cultuurhistorische waardes. Zo was de dreiging om van het Naardermeer een vuilstortplaats te maken al 100 jaar geleden aanleiding voor Jac. P. Thijsse en E. Heimans tot het oprichten van de Vereniging tot behoud van Natuurmonumenten. Forten, vestingwerken, landgoederen, historische villa's, kerken en historische watertorens domineren het beeld binnen de gemeenten en velen hebben in de afgelopen jaren een nieuwe functie gekregen. Zij huisvesten nu bevlogen ondernemers, of vormen inspirerende nieuwe woonruimte voor senioren en gezinnen.

In zowel Naarden als Bussum lopen verleden, heden en toekomst op een vanzelfsprekende manier in elkaar over. Het is dan ook logisch dat beide gemeenten gezamenlijk naar de toekomst kijken en besloten hebben één intergemeentelijke structuurvisie op stellen. Zij hebben immers ook gezamenlijke doelen voor die toekomst. Beide gemeenten willen voor de komende generaties de kernwaarden van deze prachtige regio kunnen borgen en daarnaast goed voorbereid zijn op zaken als bijvoorbeeld vergrijzing, leegstand, schaalvergroting en de groei van mobiliteit.

Zij staan de komende jaren dan ook voor enkele belangrijke uitdagingen, zoals het behouden van de leefbaarheid in de kernen, het verminderen van de overlast van doorgaand auto- en treinverkeer, het op peil houden van het voorzieningenniveau in de wijken en centra, het zoeken naar ruimte voor betaalbare woonruimte voor starters en senioren en het versterken van de werkgelegenheid. Het gezamenlijk voorbereid zijn op de toekomst is niet meer dan logisch, aangezien Naarden en Bussum in de praktijk al jaren als één kern functioneren. Samen sta je bovendien sterker, in de afstemming van opgaven, in het bundelen van kansen en in je geluid maken naar hogere overheden.

In juni 2013 is de Nota Toekomstvisie Naarden-Bussum vastgesteld. Deze Nota Toekomstvisie vormde een belangrijke bouwsteen voor de intergemeentelijke structuurvisie Naarden-Bussum. De Nota Toekomstvisie geeft in hoge mate richting aan de structuurvisie en bevat de belangrijkste hoofdlijnen die in de structuurvisie opgenomen worden. De structuurvisie bevat naast de hoofdlijnen uit de Nota Toekomstvisie ook een duidelijke uitvoeringsparagraaf waarin handen en voeten wordt gegeven aan de speerpunten en hoofdlijnen die in de Nota Toekomstvisie zijn opgenomen.

De structuurvisie is een instrument dat in de Wet ruimtelijke ordening verplicht is gesteld en is zelfbindend van karakter voor de gemeenteraad dat deze vaststeld als bestuursorgaan. Dit houdt in dat alleen de overheidsorganisatie die de structuurvisie vaststelt gebonden is aan de inhoud. De SV heeft dus geen rechtstreeks bindende werking richting burgers.

Opbouw van de Structuurvisie

Hoofdstuk 1 geeft een duidelijke beschrijving wat een structuurvisie is, wat de status is en welke aspecten een structuurvisie moet omvatten. Hoofdstuk 1 kan als inleiding beschouwd worden voor de volgende fase in het opstellen van de intergemeentelijke structuurvisie Naarden-Bussum. Hoofdstuk 2 van de Structuurvisie beschrijft de regionale ligging en context en hoe deze in grote mate de opgaven voor Naarden en Bussum bepaalt. Hoofdstuk 3 gaat in op de kernwaarden van Naarden en Bussum, waar beide gemeenten hun identiteit aan ontlenen. Deze kernwaarden zijn ook van belang voor de speerpunten die zijn uitgewerkt in hoofdstuk 4. De speerpunten zijn integraal en liggen in het verlengde van de kernwaarden uit hoofdstuk 3. In hoofdstuk 5 worden de speerpunten verder thematisch uitgewerkt, waarbij aandacht wordt besteed aan de opgaven als verdieping van de speerpunten. Hoofdstuk 6 tenslotte bevat de uitvoeringsparagraaf van de structuurvisie.

Hoofdstuk 1 WAT IS EEN STRUCTUURVISIE?

1.1 Integrale ruimtelijke visie

De structuurvisie is een ruimtelijke ontwikkelingsvisie met een richtinggevend en programmatisch karakter die integrale keuzes bevat voor de hoofdlijnen van beleid voor de komende periode. De structuurvisie spreekt zich dus uit over de ruimtelijke ontwikkeling van beide gemeenten Naarden en Bussum en heeft als doel om de verschillende belangen, bijvoorbeeld tussen landschap, woningbouw en werkgelegenheid zorgvuldig af te wegen. De structuurvisie is een integraal document: het beschrijft de huidige en gewenste waarden en kwaliteiten voor de landschappen en de kernen. Deze structuur-visie kijkt daarbij vooruit naar 2040. De integrale structuurvisie biedt een kader waarin aanspraken op de ruimte kunnen worden afgestemd en gecombineerd. Deze structuurvisie is vooral gericht op behoud en verbetering van de bestaande ruimtelijke en sociale kwaliteiten. Daarnaast is het gericht op het versterken en behouden van het landschap en de leefbaarheid. In de structuurvisie wordt gestuurd op ruimtelijke structuren: waar gebeurt wat, op welke manier, op welk moment en waarom? De structuur-visie is een richtinggevend document om voor de langere termijn de ruimtelijke samenhang tot stand te brengen en bezit daarom een zekere mate van globaliteit en abstractie. Het is een afwegingskader voor het handelen van beide gemeenten voor de komende 20 – 30 jaar en vormt de basis voor het toekomstig beleid. Ter uitwerking van de structuurvisie kunnen gebiedsvisies, centrumvisies, masterplannen en bestemmingsplannen worden opgesteld en concrete (plan)ontwikkelingen in gang worden gezet.

1.2 Voorbereid zijn op de toekomst: flexibiliteit is het sleutelwoord

Prognoses vormen natuurlijk een belangrijke indicatie en vertrekpunt bij het schetsen van een toekomstbeeld. De relatief verre tijdshorizon tot 2040 maakt het echter onmogelijk en onwenselijk om bijvoorbeeld de exacte hoeveelheid nieuwe woningen te voorspellen die tot 2040 noodzakelijk zijn. Het uitgangspunt van de structuurvisie is dat beide gemeenten voorbereid willen zijn op de toekomst en op mogelijke ontwikkelingen die in de toekomst gaan gebeuren. De ontwikkelingen die beschreven staan in de structuurvisie zijn een richting of route en géén gefaseerd te ontwikkelen einddoel voor 2040. De afzonderlijke stappen op die route vormen steeds een afgerond geheel en een gekozen richting is nooit onomkeerbaar. Prognoses vormen daarbij op de achtergrond natuurlijk een indicatie en inspiratie; de structuurvisie is wat dat betreft stevig gefundeerd, maar flexibiliteit is het sleutelwoord. Periodiek dient gekeken te worden of de structuurvisie nog actueel is en wellicht (op onderdelen) zal moeten worden bijgesteld.

1.3 Stimuleren, inspireren en richting geven

Naast het richting geven aan de toekomstige ontwikkelingen in de gemeenten Naarden en Bussum dient deze structuurvisie vooral ook te enthousiasmeren, te verleiden en te inspireren. Deze structuur-visie is ook een middel om andere partijen aan te zetten tot initiatieven en investeringen. De structuurvisie is daarmee niet alleen een kader, maar ook een aanjager voor toekomstige ontwikkelingen. Zij moet niet alleen de gemeenten, maar ook ondernemers, bewoners en andere overheden aanzetten tot initiatieven en acties. Het gaat er in de structuurvisie niet alleen om dat problemen benoemd worden en dat oplossingen aangedragen worden, maar vooral ook dat de 'genius loci' (het DNA) van beide gemeenten benoemd wordt. Die identiteit is van belang als rode draad door de structuurvisie, om te behouden en te verbeteren.

1.4 Aanleiding

1.4.1 Verplichting volgens de Wet ruimtelijke ordening

Volgens de Wet ruimtelijke ordening (hierna: Wro) is iedere gemeente verplicht om uit oogpunt van een goede ruimtelijke ordening haar ruimtelijke beleid vast te leggen in een structuurvisie. In de nieuwe Wro is over structuurvisies het volgende bepaald (hoofdstuk 2, eerste lid van artikel 2.1): "De gemeenteraad stelt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening voor het grondgebied van de gemeente of een gedeelte hiervan een structuurvisie vast. De structuurvisie bevat de hoofdlijnen van de voorgenomen ontwikkeling van dat gebied, alsmede de hoofdzaken van het door de gemeente te voeren ruimtelijk beleid. De structuurvisie gaat tevens in op de wijze waarop de raad zich voorstelt die voorgenomen ontwikkeling te doen verwezenlijken." Dit gebeurt in de uitvoeringsparagraaf. Deze paragraaf maakt onder andere bovenplanse verevening mogelijk. In de Wro wordt uitgegaan van een scheiding van beleid en regelgeving, waarbij visie en beleid in een structuurvisie worden ondergebracht en regelgeving in bestemmingsplannen. Er zijn in de Wet ruimtelijke ordening geen bepalingen opgenomen omtrent de vorm en de procedure van een structuurvisie; de structuurvisie is derhalve vorm- en procedurevrij. Wel moeten structuurvisies digitaal raadpleegbaar zijn.

1.4.2 De nieuwe omgevingswet

Het Rijk werkt momenteel aan een nieuwe Omgevingswet, waarin alle wetten die met de omgeving te maken hebben samen worden gevoegd. Zo ook de Wet ruimtelijke ordening uit 2008. Dit betekent dat Structuurvisie Naarden Bussum 13 ook de instrumenten uit de Wro, zoals de structuurvisie, vervangen worden. In de nieuwe Omgevingswet worden beleid en uitvoering gescheiden en wordt een structuurvisie gesplitst in een omgevingsvisie en een programma/plan. Het beleid zal het karakter krijgen van uitnodigingsplanologie. Het opstellen van een omgevingsvisie is voor gemeenten volgens de contouren die nu bekend zijn vooralsnog niet verplicht (april 2013). Vaststelling van de Omgevingswet is voorzien in 2014/2015 en inwerkingtreding van de wet zal stapsgewijs plaatsvinden. Bij het opstellen van deze intergemeentelijke structuurvisie is zoveel mogelijk rekening gehouden met de nieuwe randvoorwaarden vanuit de Omgevingswet.

 

1.5 Betrokkenheid bewoners, bestuurders, denktank, projectgroep

Beide gemeenten hebben gekozen om de structuurvisie interactief op te stellen, samen met bewoners, bedrijven, ondernemers, natuurorganisaties en andere belanghebbenden. De wensen, gedachten, ideeën en idealen van al deze betrokkenen vormen een belangrijk onderdeel van deze structuurvisie, naast de feitelijke fysieke situatie en het bestaande beleid. In de verschillende fases voor het opstellen van deze structuurvisie zijn diverse belanghebbenden daarom nauw betrokken bij de totstandkoming van deze structuurvisie.

In de eerste fase van het opstellen van de structuurvisie is een groot aantal sleutelfiguren geïnterviewd uit Naarden en Bussum. Deze sleutelfiguren varieerden van gemeentesecretaris, burgemeester, Historische Kring Bussum tot het Gewest Gooi en Vechtstreek en een journalist.

In alle fasen is uitvoerig met betrokkenen en belangstellenden van gedachten gewisseld over de vorderingen en de tussenproducten. Zo is met de denktank gesproken in de inventarisatiefase, de uitgangspuntenfase en in de derde fase over de varianten. Met de kerngroep van raadsleden is in elke fase van gedachte gewisseld, van de inventarisatie tot en met de uitvoeringsparagraaf. Ook bewoners uit Naarden en Bussum zijn op meerdere momenten in het proces uitgenodigd om actief deel te nemen aan discussies over de totstandkoming van de structuurvisie. Zo zijn bewoners in de eerste fase gevraagd wat zij voor de toekomst van beide gemeenten van belang vinden en hoe zij beide gemeenten zouden typeren. In de derde fase is de mening van de bewoners gepeild over de varianten die zijn opgesteld voor wonen, werken en voorzieningen.

Tot slot hebben zowel de ambtelijke vakdisciplines van beide gemeenten als de voor dit project ingestelde stuurgroep (wethouders RO en RO afdelingshoofden) op meerdere momenten in het proces een bijdrage geleverd aan de totstandkoming van deze intergemeentelijke structuurvisie.

Hoofdstuk 2 LIGGING, CONTEXT EN GEZAMENLIJKE OPGAVEN

afbeelding "i_NL.IMRO.0381.STRVISIE2014BUSSUM-va01_0001.jpg"

2.1 Regionale ligging en context

Naarden en Bussum liggen centraal in de regio Gooi en Vechtstreek, tussen de steden Amsterdam, Almere, Utrecht en Amersfoort. De centrale ligging en het afwisselende groene karakter van de Gooi en Vechtstreek maken deze regio een gewilde plek om te wonen en recreëren. De regio is feitelijk al eeuwen de voortuin van Amsterdam en Utrecht. Het zijn deze historische, ecologische en landschappelijke kwaliteiten die de Gooi en Vechtstreek zo bijzonder maken en die haar toegevoegde waarde vormen in de noordelijke Randstad. Als groen, recreatief uitloopgebied en exclusieve woonlocatie vormt zij een belangrijke voorwaarde voor de kwaliteit en leefbaarheid in de rest van de noordelijke Randstad.

De Gooi en Vechtstreek is niet alleen een aaneenschakeling van aantrekkelijke landschappen en historische structuren. Binnen de regio bevinden zich talloze levendige dorpen en stadjes, met ieder een grote sociale cohesie en sterke binding met deze regio. Deze kernen zijn met name vlak voor en na de Tweede Wereldoorlog snel gegroeid toen het vervoer via trein en weg naar Amsterdam en Utrecht aanzienlijk verbeterde. Recreatie en toerisme namen sterk toe, evenals het aantal Amsterdammers en Utrechtenaren dat zich hier permanent kon vestigen. De regionale ligging en context hebben derhalve in belangrijke mate de ontwikkeling van Naarden en Bussum bepaald. Door de ligging op de grens van de hogere gelegen boskamers en heidegebieden naar de lagere plassen en polders met het Naardermeer en het Gooimeer, heeft Naarden met de Vesting eeuwen geleden al een unieke sleutel-positie ingenomen in de regio. Naarden was goed bereikbaar over water en floreerde in de tijd dat handel nog veel over water plaatsvond. Bussum is in een later stadium meegegroeid, met name door de komst van de spoorlijn eind 19e eeuw. Voor kooplieden uit Amsterdam die een buitenplaats wilden creëren, bleek Bussum een ideale plek; zo is het karakteristieke Spiegel ontstaan. Vanaf het ontstaan van Naarden en Bussum is de ligging in het landschap tussen hoog en laag leidend geweest voor de ontwikkeling van beide gemeenten en nog steeds zijn de omringende landschappen zeer waardevol voor mensen binnen en buiten de gemeenten. De mensen die in het Gooi wonen realiseren zich dit terdege en maken zich sterk om die kwaliteit te behouden.

afbeelding "i_NL.IMRO.0381.STRVISIE2014BUSSUM-va01_0002.jpg"

2.2 Gezamenlijke opgaven

Het gezamenlijke verleden van Naarden en Bussum bepaalt in grote mate ook het belang van een gezamenlijke toekomst en een gezamenlijke toekomstvisie en structuurvisie. In de praktijk is de fysieke grens tussen Naarden en Bussum niet als zodanig herkenbaar en ook in het dagelijks leven maken mensen geen onderscheid. Tussen beide gemeenten vindt een continue wisselwerking plaats van gebruik van voorzieningen; bewoners uit Naarden winkelen bijvoorbeeld in Bussum terwijl bewoners uit Bussum gaan sporten in Naarden.

Door de sterke ruimtelijke en functionele verwevenheid, de continue uitwisseling van voorzieningen en met het oog op de toekomst en een mogelijke fusie tussen Naarden en Bussum (en mogelijk ook nog andere gemeenten) die al een aantal jaren onderzocht wordt, is het niet meer dan logisch dat beide gemeenten gezamenlijk opgaven voor de toekomst benoemen en uit gaan voeren. De toekomstige opgaven worden overigens voor een belangrijk deel ook door de regionale ligging en context bepaald. Door de stedelijke druk van de omliggende grotere steden als Amsterdam, Utrecht, Almere en Amersfoort én de wens om de waardevolle en karakteristieke landschappen te behouden, zoeken beide gemeenten continu naar een goed evenwicht tussen nieuwe stedelijke ontwikkeling en het in stand houden van die waardevolle landschappen. Daarnaast zijn belangrijke opgaven vanuit de regionale context het op peil houden van het voorzieningenniveau, het goed bereikbaar houden van beide gemeenten en tegelijkertijd het niet uit het oog verliezen van de leefbaarheid, de kenmerkende kleinschaligheid en overzichtelijkheid bij alle ontwikkelingen die plaatsvinden.

2.3 Trends en ontwikkelingen

Naarden en Bussum krijgen de komende jaren te maken met een aantal (landelijke) trends en ontwikkelingen. Het is noodzakelijk voorbereid te zijn en snel te kunnen reageren.

Demografie en wonen: 

  • Vergrijzing: in Nederland worden mensen steeds ouder en hebben we relatief steeds meer ouderen. Ook in Naarden en Bussum is dit het geval. Doordat in Naarden en Bussum relatief al veel ouderen wonen en veel jongeren wegtrekken om te studeren zou men zelfs kunnen spreken van een dubbele vergrijzing. Daarbij komt dat mensen steeds langer zelfstandig thuis blijven wonen en de zelfredzaamheid in de woonomgeving gefaciliteerd zal moeten worden. Voor Naarden en Bussum betekent dit dat het op peil houden van een compleet voorzieningenniveau in centra en wijken van groot belang is.
  • Er is daarnaast een toenemende behoefte aan levensloopbestendige woningen en (kleinschalige) verzorgingstehuizen. Oudere mensen blijven het liefst zo lang mogelijk in hun eigen woning wonen en als dat niet meer mogelijk is, in ieder geval bij voorkeur in de eigen vertrouwde woonomgeving. Als het nodig is een keer te verhuizen naar een andere woning, is het van belang dat dat in de eigen omgeving is en dat ze de rest van hun leven daar kunnen blijven wonen, met de nodige zorg om zich heen. Kleinschaligheid speelt in veel gevallen ook een belangrijke rol: men wil zich graag thuis voelen. In dat verband is het in Naarden en Bussum van oudsher voor senioren goed wonen; de voorzieningen liggen fijnmazig verspreid over de beide kernen en de sociale cohesie is sterk aanwezig. Met de toenemende vergrijzing, schaalvergroting en individualisering is het echter wel belangrijk deze kwaliteiten te blijven vasthouden en waar nodig ondersteunen.
  • Daarbij speelt ook mee dat gemeenten in navolging van het Rijksbeleid in de toekomst een steeds grotere rol zullen krijgen in het organiseren van de zorg. Het vergroten van de zelfredzaamheid van mensen is daarbij een belangrijk aspect.
  • Individualisering: een trend waarbij het individu steeds belangrijker wordt dan het collectief, waardoor de sociale cohesie onder druk kan komen te staan. Daarnaast blijven jonge mensen langer alleen wonen en zijn jongeren en jonge gezinnen minder honk-vast en minder gericht op sociale contacten in de directe woonomgeving of eigen kern. Dit zet met name het klassieke verenigingsleven en vrijwilligerswerk onder druk, zaken die van oudsher in Naarden en Bussum sterk vertegenwoordigd zijn en een belangrijke bijdrage leveren aan de woon- en leefkwaliteit in deze gemeenten.
  • Ook gezinsverdunning is een trend, met als gevolg meer één en tweepersoons huishoudens dan nu het geval. Dit betekent ook bij gelijkblijvende inwonersaantal een behoefte aan nieuwe (kleinere) woningen binnen de beide gemeenten. Met name in de Metropoolregio Amsterdam is de komende jaren een grote behoefte aan nieuwe woningen.
  • (Klein)stedelijk wonen en wonen in de nabijheid van voorzieningen is in dat verband toenemend populair, zowel voor jongeren als voor ouderen.
  • De kwaliteit van de woning en van de woonomgeving is steeds belangrijker voor mensen als ze een keuze maken waar te gaan vestigen. Meer nog dan de directe nabijheid van werk. Naarden en Bussum hebben wat dat betreft veel te bieden, maar er zal steeds een evenwicht moeten worden gezocht tussen het behouden van de landschappelijke en kleinstedelijke kwaliteiten binnen beide gemeenten en het faciliteren van bestaande en eventueel nieuwe bewoners.

Voorzieningen:

Maatschappelijk:

  • Een ontwikkeling die al enkele jaren loopt bij maatschappelijke voorzieningen (bijvoorbeeld scholen en sportverenigingen) is de noodzaak tot professionalisering, het vergroten van efficiëntie en het beperken van de kosten. Daar staat tegen over dat iedereen steeds kritischer is en eenvoudiger kan kiezen. Keuzes vinden tegenwoordig steeds vaker plaats op basis van kwaliteit in plaats van op basis van nabijheid. Men is veel meer mobiel en bereid verder te reizen. Naarden en Bussum zullen ook te maken krijgen met maatschappelijke voorzieningen die streven naar samenwerking, clustering en schaalvergroting en/of nieuwbouw, om daarin mee te kunnen blijven doen. De gemeenten moeten dit kunnen faciliteren.
  • De overheid is steeds minder in beeld, de nadruk ligt in toenemende mate op zelfredzaamheid.

Commercieel:

  • De noodzaak tot professionalisering, kwaliteitsverbetering en schaalvergroting is ook duidelijk zichtbaar bij commerciële voorzieningen/winkels. Door het toenemende internetwinkelen en onderlinge concurrentie staan veel winkels onder druk en is een trend zichtbaar van concentratie in levendige, goed bereikbare en compacte hoofdcentra. De dagelijkse boodschappen haalt men in de grotere, goed bereikbare supermarkten en speciaal zaken in het centrum, of in de wijkcentra. Kleine winkelstripjes en wijkwinkels staan daardoor onder druk en transformeren vaak geleidelijk naar wonen of kleinschalige maatschappelijke voorzieningen.
  • Kwaliteit, aanbod en uitstraling zijn belangrijk voor het duurzaam in stand houden van het winkelaanbod in de beide gemeenten en het boodschappen doen in de wijken. Dit betekent dat op verschillende plekken daarin geïnvesteerd zal moeten worden en dat men soms keuzes zal moeten maken.
  • Met de vergrijzing is de nabijheid van dagelijkse boodschappen van toenemend belang voor de zelfredzaamheid van mensen. Deze trend staat dus juist onder druk door de eerder beschreven schaalvergroting en concentratie. In de komende jaren zal in Naarden en Bussum zorgvuldig gekeken moeten worden hoe je de dagelijkse voorzieningen bereikbaar houdt voor iedereen en tegelijkertijd een kwaliteitsimpuls kunt geven aan de hoofdcentra. Doel is het duurzaam op peil houden van het voorzieningenniveau in de gemeenten en de leefbaarheid in de wijken.

Bedrijventerreinen, kantoorlocaties en 'werken'

  • Een belangrijke trend is de transformatie van maakindustrie naar dienstverlening. Veel industrie en arbeidsintensief werk wordt naar lage lonen landen verplaatst, terwijl in Nederland steeds meer een diensteneconomie ontstaat. Dit betekent iets voor de invulling van de bestaande werkgebieden, zoals bijvoorbeeld het terrein van Givaudan.
  • Ook in de industrie, de logistiek en de dienstverlening vindt schaalvergroting en concentratie plaats. Er zal in Naarden en Bussum in de toekomst behoefte zijn om kleinschalige en versnipperde bedrijventerreinen efficiënter en intensiever te gebruiken en ruimte te maken voor groei/schaalvergroting bij individuele bedrijven.
  • Daarnaast is duidelijk zichtbaar dat in de zakelijke dienstverlening door 'het nieuwe werken' (meer flexibiliteit in werkplekken en werktijden) het werkoppervlakte per medewerker kleiner wordt. Met name de wat grootschaligere en monofunctionele kantoorlocaties bij snelwegen hebben daarom te maken met (vaak structurele) leegstand.
  • Naast de bekende bedrijventerreinen is in Naarden en Bussum in toenemende mate werkgelegenheid te vinden in de vorm van ZZP-ers, recreatie en toerisme, zorg, horeca, beheer van het landschap, et cetera. Er liggen in Naarden en Bussum wat dat betreft interessante kansen om voor kleine, startende bedrijfjes, of doorgroeiende ZZP-ers goede faciliteiten en voorzieningen te bieden.

Landschap, natuur en ecologie

  • De waarde van landschap en natuur voor wonen, recreatie en leefbaarheid wordt steeds breder onderkend. Het Naardermeer is als eerste natuurmonument daar een prachtig voorbeeld van en een voorloper in Nederland van deze trend.
  • Het landschap wordt niet alleen voor agrarische productie gebruikt, maar in toenemende mate ook steeds meer voor recreatie en natuur. In Naarden en Bussum geldt dat de helft van het buiten-gebied voor agrarische productie wordt gebruikt en de andere helft bestemd is voor extensieve recreatie en natuur. De verwachting is dat het aandeel productie-landbouw rond Naarden en Bussum (voorlopig) niet kleiner zal worden.
  • In sommige delen van Nederland vindt schaalvergroting plaats in het landschap en in andere delen juist schaalverkleining (o.a. verpaarding, de transformatie van grondgebruik van landbouwproductie naar paardenhouderijen). Naarden en Bussum zullen met hun kleinschalige en afwisselende buitengebied en relatief grote stedelijke druk met name waakzaam moeten zijn voor verrommeling en te veel schaalverkleining. Met name in het polders en plassengebied kan dit de landschappelijke kwaliteit en openheid aantasten en de agrarische bedrijfsvoering onder druk zetten.
  • Het beheren van het landschap ligt steeds minder bij de overheid en steeds meer bij organisaties, particulieren, agrariërs, et cetera. In Naarden en Bussum zijn het vooral de agrariërs en de natuurorganisaties die het landschap beheren.
  • Agrariërs staan met name in de kleinschalige landschappen onder druk door beperkingen in de bedrijfsvoering (weinig tot geen uitbreidingsruimte, beperkingen voor het toepassen van recreatief medegebruik en sneller overlast aan de omgeving). Om het beheer van het buitengebied duurzaam te kunnen borgen zal er ruimte moeten blijven voor (landschappelijk ingepaste) ontwikkelingen die de agrarische bedrijfsvoering kunnen ondersteunen.

Cultuurhistorie en cultureel erfgoed 

  • Cultureel erfgoed en cultuurhistorie krijgen toenemende belangstelling en hogere commerciële waarde. Ook daarin vormen zowel Naarden (bijvoorbeeld met de Vesting) en Bussum (bijvoorbeeld de watertoren) voorlopers in Nederland.
  • Cultuurhistorie en cultureel erfgoed zijn kansrijk voor recreatie: zowel structuren (bijvoorbeeld Hollandse Waterlinie en de forten) als elementen (anders bestemmen van forten, kerken, et cetera).
  • Particulieren en commerciële organisaties nemen steeds meer het voortouw in het benutten van cultuurhistorie en cultureel erfgoed (in Bussum: Fort Werk IV).

Vrijetijd, recreatie en toerisme 

  • Met name door de vergrijzing krijgen mensen in Nederland de komende jaren relatief meer vrije tijd en daarmee zal de behoefte aan recreatiemogelijkheden in de eigen omgeving ook toenemen. De toerist en recreant worden daarbij wel steeds kritischer. Daardoor zijn de omvang van recreatiemogelijkheden, de diversiteit en kwaliteit van recreatiemogelijkheden van steeds groter belang. Authenticiteit wordt daarbij ook steeds belangrijker, waarbij cultuurhistorie en exclusiviteit een belangrijke rol spelen. Naarden en Bussum hebben onder andere met de Vesting, de landgoederen, het Naardermeer en de forten sterke troeven in handen.
  • De Gooi- en Vechtstreek vormt al eeuwenlang een hoogwaardig, recreatieve uitloopgebied voor steden als Amsterdam en Utrecht en de eigen bevolking. Dit biedt interessante kansen, maar vraagt ook van beide gemeenten om zorgvuldig het behouden van de landschappelijke en historische waarde en leefbaarheid in de gaten te houden. De druk op de Vesting en het buitengebied zal toenemen.

Verkeer en vervoer 

  • In Nederland is al jaren sprake van een (sterke) autonome toename van de mobiliteit. Mensen worden steeds mobieler, zowel voor het werk, als in de vrije tijd. Daarmee neemt de intensiteit van het verkeer toe, zowel voor het openbaar vervoer, de auto als de fiets.
  • Auto's worden schoner en stiller. Voor een deel heft deze trend de overlast van de toename van verkeer(slawaai) op, maar niet alles.
  • Bestaande infrastructuur kan door technische ontwikkelingen steeds intensiever worden gebruikt. Dit maakt een toename van het verkeer mogelijk, zonder dat direct files ontstaan. Wel zal er nadrukkelijk aandacht moeten zijn voor de milieuoverlast van het verkeer, de verkeersveiligheid en het garanderen van de regionale doorstroming.
  • Het openbaar vervoer in de metropoolregio Amsterdam is voor de bereikbaarheid en de (economische) aantrekkingskracht van de regio van toenemend belang.

Duurzaamheid 

  • Er is een toenemende noodzaak en bewustwording om zorgvuldig om te gaan met ruimte en middelen. Met middelen wordt hier 'bezit' bedoeld: bijvoorbeeld de diversiteit aan waardevolle landschappen en een sterk verenigingsleven (sociaal-maatschappelijk).
  • De focus van duurzaamheid verschuift van alleen energiemaatregelen, naar een brede houding (energetische, ecologische, maatschappelijke, economische duurzaamheid (people, planet, profit)).

In de Nota Structuurvisie nemen de gemeenten stelling met betrekking tot de genoemde opgaven.

Hoofdstuk 3 KERNWAARDEN NAARDEN EN BUSSUM

afbeelding "i_NL.IMRO.0381.STRVISIE2014BUSSUM-va01_0003.jpg"

Verschillende karakteristieke landschappen rond Naarden en Bussum

De toekomst van Naarden en Bussum begint in het verleden. De kernwaarden geven aan wat Naarden en Bussum zo uniek maakt en waarom mensen al eeuwen zo van deze plek houden. De kernwaarden vormen in deze structuurvisie daarom ook het duurzame (ruimtelijke) raamwerk voor alle toekomstige ontwikkelingen in Naarden en Bussum; de stevige leidraad voor toekomstige transformaties en verbeteringen.

3.1 Afwisseling van landschappen

De landschappen en met name de diversiteit aan landschappen maken Naarden en Bussum een bijzondere plek om te bezoeken, op te groeien en oud te worden. Alleen al de afwisseling van landschappen van het hogere en drogere bossen- en heidegebied naar het lagere en nattere veenweidegebied en slagenlandschap is een belangrijke kernwaarde van Naarden en Bussum. Deze diversiteit aan landschappen zo dichtbij is een unieke kwaliteit voor beide gemeenten. Die landschappen liggen overigens niet alleen rond Naarden en Bussum, maar zijn ook zichtbaar en beleefbaar in de bebouwde omgeving van beide gemeenten. De schootsvelden en de Vesting zijn een mooi voorbeeld hoe het landschap in Naarden tot aan het historische centrum doordringt en kwaliteit en identiteit geeft aan de stad. Het open houden en waar mogelijk vergroten van de uitstraling en beleefbaarheid van schootsvelden en Vesting is een belangrijk doel. De wens om de kop van Gooimeer-Zuid te transformeren en hier de continuïteit en uitstraling van de vestingwerken te herstellen is daar een mooi voorbeeld van. In Bussum is een vergelijkbare situatie met de 'Groene As', een aaneenschakeling van parkjes, plantsoenen en sportvelden, die vanaf de heide door Bussum richting de Vesting loopt.

Naast de afwisseling aan landschappen, zowel binnen als buiten de bebouwde omgeving, is ook de functie van die landschappen heel divers. Waar in het hogere en drogere bossen- en heidegebied ruimte is voor landgoederen, ruim en groen wonen, maar ook voor (boom)kwekerijen, zien we juist in het lagere en nattere veenweidegebied en slagenlandschap meer ruimte voor agrariërs. Een belangrijke extensieve functie van de veelheid aan landschappen is recreatie; in alle landschappen kan gefietst en gewandeld worden en kunnen de landschappen vanaf het water worden beleefd.

De afwisseling van landschappen en de afwisselende functie die de landschapen vervullen, zijn van grote waarde voor Naarden en Bussum. De landschappen zowel buiten als binnen de bebouwde omgeving vormen al eeuwen een belangrijke onderlegger voor alle (toekomstige) ruimtelijke ontwikkelingen. Daarnaast ligt een belangrijke opgave in het 'verknopen' van de kernen van Naarden en Bussum met de omliggende landschappen. Er liggen kansen om met soms bescheiden ingrepen de kwaliteiten van de historische landschappen veel tastbaarder te maken binnen Naarden en Bussum en de recreatieve waarde van die landschappen aanzienlijk te vergroten.

3.2 Diversiteit aan mensen, sterke sociale cohesie

In Naarden en Bussum leeft een grote diversiteit aan mensen en is altijd plaats geweest voor jong en oud en voor 'arm' en 'rijk'. Wat al die mensen gemeen hebben is dat ze een grote 'verbondenheid' voelen met deze plek. Mensen houden van hun woonomgeving en voelen zich verenigd in hun streven om haar karakteristieke kwaliteiten te behouden. De overzichtelijkheid en relatieve kleinschaligheid van zowel Naarden als Bussum dragen daar ook aan bij.

Deze sterke sociale cohesie en verbondenheid uit zich bijvoorbeeld in een bloeiend verenigingsleven, zowel op het gebied van sport als cultuur. Het blijkt bijvoorbeeld ook uit het feit dat veel jongeren die voor hun studie naar bijvoorbeeld Amsterdam verhuizen, later vaak weer willen terugkeren op het moment dat ze zich als (toekomstig) gezin willen vestigen.

In de toekomst moet er voor iedereen de kans zijn in Naarden en Bussum te (blijven) wonen en is het doel om de verbondenheid en sociale cohesie te koesteren en waar mogelijk verder versterken.

3.3 Alles dichtbij, kleinschalig en overzichtelijk

Het landschappelijk karakter van de Gooi- en Vechtstreek, als historisch, groen uitloopgebied en ontspannen woonomgeving weerspiegelt zich in de beide kernen. Naarden en Bussum zijn kleinschalig en overzichtelijk, met relatief ruim opgezette groene woonwijken, een kleine stedelijke maat, schaal en korrel van de bebouwing en twee compacte, overzichtelijke centra. Deze zijn vanuit de beide gemeenten feitelijk altijd dichtbij. Naarden-centrum is een historisch vestingstadje met een meer recreatieve uitstraling, in het centrum van Bussum is meer het echte winkelen en 'funshoppen' geconcentreerd. In die zin vullen de beide centra elkaar mooi aan. Het treinstation Naarden-Bussum ligt hier strategisch tussen in.

Kenmerkend voor beide gemeenten is daarnaast het goede voorzieningenniveau in de woonwijken. Veel wijken en buurten in Naarden en Bussum voorzien in winkels voor de dagelijkse boodschappen en maatschappelijke voorzieningen als zorg, sport en basisonderwijs. Dat deze voorzieningen vaak op 'pantoffelafstand' te bereiken zijn, draagt in belangrijke mate bij aan de leefkwaliteit van Bussum en Naarden en de zelfredzaamheid van de mensen die er leven en draagt tevens bij aan de sociale cohesie. De echte grootstedelijke voorzieningen zijn bovendien binnen handbereik in de omliggende steden als Amsterdam, Utrecht, Almere, Amersfoort of Hilversum. Deze zijn over het algemeen goed en snel bereikbaar over de weg en via het spoor.

afbeelding "i_NL.IMRO.0381.STRVISIE2014BUSSUM-va01_0004.jpg"

Historische lange lijnen vanuit de Vesting

3.4 Verleden als inspiratie voor de toekomst

Het gezamenlijke verleden van Naarden en Bussum is een belangrijke inspiratiebron voor de toekomst en voor toekomstige ontwikkelingen. De landschappen zijn als belangrijke kernwaarde benoemd, maar ook de aanwezige cultuurhistorische elementen en het cultureel erfgoed dienen als inspiratie voor toekomstige ontwikkelingen. Naarden en Bussum hebben veel cultuurhistorische elementen en ensembles, die van grote waarde zijn, niet alleen puur historisch, maar ook als aanjager voor interessante nieuwe ontwikkelingen ten aanzien van bijvoorbeeld wonen, werken en recreatie. In het (recente) verleden zijn wat dat betreft inspirerende voorbeelden gerealiseerd, zoals in Bussum de Vredekerk, die is omgebouwd tot appartementen en de watertoren, die nu het meest duurzame kantoor van Nederland vormt. In Naarden is bijvoorbeeld de Promerskazerne gerealiseerd, met een restaurant en kleinschalige bedrijven en het Arsenaal, waar een exclusieve woonwinkel en horeca een plek hebben gekregen.

De Vesting van Naarden is als cultuurhistorisch element natuurlijk zeer herkenbaar, maar ook de minder zichtbare 'lange lijnen' die vanuit de Vesting de omliggende landschappen inlopen zijn interessant. Zij hebben ieder (in potentie) een zeer herkenbare eigen identiteit en vormen kansrijke verbindingen tussen de beide kernen en met omliggende landschappen. Zowel de omliggende landschappen, de lange historische lijnen als het cultureel erfgoed en de cultuurhistorie bepalen in belangrijke mate de identiteit van Naarden en Bussum. Het behouden van historische kwaliteiten door ontwikkeling ervan is een belangrijke opgave voor de toekomst.

Hoofdstuk 4 SPEERPUNTEN

afbeelding "i_NL.IMRO.0381.STRVISIE2014BUSSUM-va01_0005.jpg"

Structuurvisie Naarden - Bussum

Naarden en Bussum staan voor een aantal belangrijke opgaven in de komende jaren. Zo zal er bijvoorbeeld een duurzame oplossing gevonden moeten worden voor de barrière-werking en overlast van het spoor, moet er ruimte gevonden worden voor betaalbare woningen voor starters en senioren, moeten de voorzieningencentra en sommige werkgebieden een kwaliteitsimpuls krijgen en liggen er kansen om het fietsen en wandelen te stimuleren en faciliteren.

Om richting te geven aan deze opgaven is een aantal speerpunten benoemd voor de toekomstige ontwikkeling van de beide gemeenten. Deze vormen de gezamenlijke visie op de toekomstige ontwikkeling van Naarden en Bussum: 'waar gaan beide gemeenten de komende jaren op inzetten, wat vinden Naarden en Bussum van belang voor de toekomst'? De speerpunten in dit hoofdstuk geven antwoord op deze vragen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0381.STRVISIE2014BUSSUM-va01_0006.jpg"

Spoor, snelweg en rijksweg vormen prominente barrière binnen de gemeente

4.1 Opheffen barrière-werking

Een belangrijk speerpunt voor de komende jaren is het opheffen van de barrière-werking door grootschalige infrastructuur in Naarden en Bussum en het (verder) beperken van de overlast van het vele doorgaande verkeer. De centrale ligging in de noordelijke Randstad brengt met zich mee dat Naarden en Bussum worden doorsneden door intensief gebruikte infrastructurele lijnen, tussen bijvoorbeeld Utrecht en Amsterdam. Prominent daarin zijn het spoor en de A1. Deze lijnen verknopen Naarden en Bussum met de rest van de wereld en maken dat bijvoorbeeld Amsterdam en Utrecht bijna naast de deur liggen. Dit is een belangrijke kwaliteit. Maar het vele doorgaande verkeer betekent ook de nodige overlast aan geluid en fijnstof.

Verdiepen spoor

Met name het spoor vormt, door het intensieve gebruik, een aanzienlijke barrière binnen de kernen. Overdag zijn de spoorbomen in Naarden en Bussum meer dan de helft van de tijd gesloten en de verwachting is dat het spoor in de toekomst nog intensiever gebruikt zal gaan worden. Dit levert on-veilige situaties op, doordat veel mensen tussen twee treinen door toch proberen het spoor over te steken. Daarnaast geeft het treinverkeer geluidsoverlast en worden over het spoor ook gevaarlijke stoffen vervoerd. Het spoor trekt daarmee een ongemakkelijke grens door de beide kernen. De gemeenten zetten om die reden de komende periode in op het verdiepen van het spoor, om daarmee de overlast drastisch te beperken, de leefbaarheid rondom het spoor en in het centrum van Bussum te verbeteren en de oversteekbaarheid veiliger en aantrekkelijker te maken. Hiervoor zijn reeds verschillende varianten uitgewerkt en doorgerekend en vindt intensief overleg plaats met betrokken instanties als Prorail, provincie en Rijk. Insteek blijft om het station Naarden-Bussum op de huidige plaats te handhaven.

A1 en Rijksweg

Twee andere barrières die de samenhang en leefbaarheid in Naarden en Bussum beperken zijn de Rijksweg en de snelweg A1. Op de schets op pagina 31 is duidelijk te zien dat het spoor, de Rijksweg en de snelweg de gemeenten Naarden en Bussum rigoureus doorsnijden en bijvoorbeeld de relaties tussen Vesting Naarden en station en centrum Bussum beperken, en een harde grens trekken tussen de oostelijke woonwijken en Valkeveen, ten oosten van de A1.

Een belangrijke ambitie is om waar dat mogelijk is de dwarsrelaties tussen deze gebieden te versterken, met name voor langzaam verkeer en de overlast van het verkeer te beperken. Het verdiepen van het spoor is daar een prominent onderdeel van, maar ook het zoeken naar logische nieuwe aansluitingen en onderdoorgangen, het aantrekkelijker en veiliger maken van de oversteekplaatsen en het zorgvuldig inpassen van geluidswerende voorzieningen. Door de barrière-werking op te heffen ontstaat er meer samenhang tussen Naarden en Bussum onderling, binnen de beide kernen en tussen de kernen en de omliggende landschappen. Specifieke aandacht zal daarbij zijn voor de relatie tussen Naarderbos/Gooimeer-Noord en de Vesting van Naarden en de rest van de beide gemeenten. Het recreatie- en werkgebied rondom de jachthaven ligt nu gevoelsmatig als een enclave binnen de gemeente. Hier ligt een belangrijke opgave om de samenhang te vergroten en Naarderbos en Gooimeer-Noord bij de omgeving te betrekken. .

afbeelding "i_NL.IMRO.0381.STRVISIE2014BUSSUM-va01_0007.jpg"

Een fijnmazig raamwerk van groene en blauwe lijnen brengt samenhang

4.2 Verknopen lange lijnen met het landschap

Naarden en Bussum hebben door hun compacte opzet, relatieve kleinschaligheid en nabijheid van omliggende landschappen, grote kansen om het fietsen en wandelen in de komende jaren te stimuleren.

Autobereikbaarheid blijft uiteraard belangrijk, maar door het stimuleren van langzaam verkeer kan de leefbaarheid en veiligheid vergroot worden, de milieubelasting afnemen, recreatie een impuls krijgen en wordt de mobiliteit van bijvoorbeeld kinderen groter.

Gebruiken historisch raamwerk

Daar hoeven geen grote structurele ingrepen voor te worden gedaan, in principe ligt er namelijk een aantrekkelijk historisch raamwerk van groene, lange lijnen in de beide kernen, dat zowel Naarden en Bussum met elkaar kan verknopen, maar ook de beide kernen met het omliggende landschap en de omliggende kernen als Hilversum, Laren, Huizen en Muiderberg. Om dit bestaande netwerk van lange lijnen te kunnen activeren dienen op verschillende plekken betere aansluitingen en verbindingen te worden gemaakt. Ook de continuïteit en aantrekkelijkheid van de lange lijnen is belangrijk voor de fietser en wandelaar. Een herkenbare route langs het water, of begeleid door een stevige bomenlaan nodigt uit en maakt het eenvoudig om jezelf te oriënteren. Veiligheid en oversteekbaarheid van drukke verkeersroutes speelt daarbij uiteraard ook een zeer belangrijke rol.

Lange lijnen vanuit de Vesting

Historisch gezien lopen er vanuit de Vesting van Naarden verschillende lange lijnen de omgeving in, ieder met een herkenbaar eigen karakter en bestemming, Zo loopt een belangrijke historische lijn over de oude Zuiderzeedijk, langs het Naarderbos richting Muiderberg. Deze lange lijn kan in potentie een aantrekkelijke langzaamverkeersverbinding vormen tussen het Naarderbos, het strand en Gooimeer Noord en de Vesting van Naarden.

Andere interessante lange lijnen zijn de Naardertrekvaart naar Amsterdam, de waterverbinding vanuit de Vesting langs het Naardermeer, de slingerende route vanuit de Vesting door Het Spiegel naar De Fransche Kamp en de hartlijn tussen Naarden en Bussum, over de huidige Brinklaan en Lambertus Hortensiuslaan. Deze laatste is een belangrijke verbindende schakel tussen de centra van Naarden en Bussum en vormde historisch de grens tussen het hogere en drogere bossen- en heidelandschap en het lagere en natte polders- en plassengebied. Tussen de Vesting en het centrum van Bussum wordt deze lange lijn min of meer begeleid door het water van de voormalige haven, recent weer verlengd richting het gemeentehuis. Het beter zichtbaar maken van delen van deze waterlijn (of zelfs bevaarbaar) kan de hartlijn als lange lijn nog nadrukkelijk op de kaart zetten en de aantrekkelijkheid vergroten.

afbeelding "i_NL.IMRO.0381.STRVISIE2014BUSSUM-va01_0008.jpg"

Diversiteit aan extensieve en meer intensieve recreatie

De hartlijn loopt dwars door het centrum van Bussum en vanuit deze hartlijn en het centrum lopen weer verschillende lange lijnen richting Naardermeer, Huizen, Laren en Hilversum.

De Groene As

Een bijzondere lange lijn is de Groene As; een aaneenschakeling van openbare parkjes en plantsoenen, die vanaf de Vesting, via het zuidelijke schootsveld doorloopt tot in de Bussumse Heide. Een prachtige groene loper binnen Naarden en Bussum.

De lange lijnen in Naarden en Bussum hebben allemaal een eigen identiteit, zijn op verschillende manieren ontstaan en kunnen een inspiratiebron zijn voor toekomstige ontwikkelingen. Bij het verbinden van lange historische lijnen aan de landschappelijke, cultuurhistorische en archeologische kwaliteiten liggen kansen in het zoveel mogelijk benutten van bestaande fiets- en wandelpaden en deze met elkaar te verbinden en verknopen.

4.3 Recreatie op de kaart

Naarden en Bussum hebben een grote diversiteit aan recreatieve en toeristische mogelijkheden, vooral extensief en gericht op rust, wandelen, fietsen, varen en beleving van natuur, landschap en cultuur-historie. Hier profiteren zowel bewoners als bezoekers van. Het verbeteren van de lange lijnen voor wandelen en fietsen en het verknopen van kernen, landschappen en cultuurhistorische elementen

binnen en buiten de kernen kan hier een grote impuls aan geven. De lange lijnen bieden de kans meer samenhang en uitwisseling te krijgen in en rondom Naarden en Bussum en kunnen bijvoorbeeld nog beter verbonden worden met de wandel- en fietspaden die langs het Naardermeer, over de heide en door het landgoederen- en bossengebied lopen.

Ook waterrecreatie is een belangrijk onderdeel van de meer extensieve recreatie. Met name het Gooimeer is aantrekkelijk voor zeilschepen en motorboten. Voor de kleinere motorbootjes en de kanoërs is ook het vaarwegennetwerk rond Naarden en Bussum van belangrijke waarde, met name richting het polder- en plassengebied. Het zoeken naar een vaarverbinding tussen de Naarder Trekvaart en het Gooimeer, het verbeteren van de doorvaarbaarheid van de Naarder Trekvaart en de ontwikkeling van aanlegplaatsen op de kop van de trekvaart bij de Vesting moeten een verdere impuls aan dit blauwe netwerk geven.

Recreatieve hotspots en recreatieve poorten

Om een goed evenwicht te kunnen bewaren tussen toerisme en leefbaarheid wordt ingezet op drie recreatieve poorten en drie recreatieve hotspots in Naarden en Bussum. Het meer intensieve toerisme concentreert zich vooral in drie recreatieve hotspots. Dit zijn het Waterfont, de Vesting en het centrum van Bussum. Het Waterfront zet vooral in op waterrecreatie, jachthaven, strand en golf. Naarden Vesting profileert zich vooral met de cultuurhistorie en meer exclusief verblijf en vermaak, zoals het Arsenaal, restaurantjes, bed en breakfast, et cetera. Het centrum van Bussum onderscheidt zich als bruisend winkelhart en de plek voor evenementen. In de recreatieve hotspots wordt steeds gezocht naar een goed evenwicht tussen levendig vermaak en een goede leefbaarheid voor haar bewoners.

De recreatieve poorten zijn de HOV-halte op Gooimeer-Noord, station Naarden-Bussum en station Bussum-Zuid. Deze drie poorten vormen de toegang tot de verschillende recreatieve mogelijkheden van Naarden en Bussum en stimuleren ook voor bezoekers het gebruik van openbaar vervoer, fietsen en wandelen. De poorten bieden bijvoorbeeld ruimte voor fietsenverhuur, een informatiepunt en kleinschalige daghoreca. Belangrijk doel van de poorten is het (verder) verbeteren van de bereikbaarheid met openbaar vervoer en fiets van de recreatieve hotspots, de aanwezige cultuurhistorische trekkers en de verschillende landschappen.

4.4 Een thuis voor iedereen

Een belangrijke kernwaarde van Naarden en Bussum is de diversiteit aan mensen en de sterke sociale cohesie. In het verlengde van die kernwaarde vinden Naarden en Bussum het van belang om ook in de toekomst ruimte te bieden aan alle doelgroepen en de diverse leeftijdsgroepen zoveel mogelijk in evenwicht te houden. Dit betekent dat de komende jaren vooral aandacht zal moeten zijn voor het faciliteren van starters, jonge gezinnen en senioren. Beide gemeenten zullen zich de komende periode dan ook inzetten om voldoende betaalbare woningen voor deze doelgroepen te blijven realiseren. Randvoorwaarde daarbij is dat dit niet ten koste mag gaan van de landschappelijke en cultuurhistorische kernwaardes, zowel rondom de kernen als daarbinnen. Naarden en Bussum zetten de komende periode om die reden vooral in op kleinschalige inbreiding, transformatie en intensivering.

Tot 2020/2025 is de woningbehoefte geborgd binnen de in het woningbouwprogramma van de beide gemeentes opgenomen locaties (gezamenlijke capaciteit maximaal circa 1.000 nieuwe woningen). Onderdeel van deze plannen zijn bijvoorbeeld de transformatie van Crailo en het MOB-terrein, de kop van het Naarderbos, de ontwikkeling van het Stork terrein en het Centrum Keverdijk en diverse inbreiding en herstructureringsopgaven. Hiermee wordt ook voldaan aan de regionaal gemaakte afspraken ten aanzien van woningbouw.

Na de (her)ontwikkeling van deze in het woningbouwprogramma opgenomen locaties gaan beide gemeenten verder op zoek naar mogelijkheden voor kleinschalige inbreiding, dat wil zeggen binnen de bestaande bebouwde kom en indien mogelijk op de lange termijn ook op bedrijventerreinen. Deze kleinschalige inbreiding in de toekomst mag niet ten koste gaan van aanwezige structurerende groene elementen zoals bijvoorbeeld de schootsvelden en de Groene As. Naast het behouden van de structurerende groene elementen zullen beide gemeenten bij de zoektocht naar nieuwe kleinschalige inbreidingslocaties waar mogelijk ook het kleinschalig kenmerkend groen in de wijken behouden. Het belang wordt per locatie afgewogen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0381.STRVISIE2014BUSSUM-va01_0009.jpg"

Te onderzoeken mogelijkheden voor starters en senioren zijn bijvoorbeeld het splitsen van grote villa's en landhuizen (uiteraard alleen als dit ruimtelijk en verkeerstechnisch is in te passen) en het wonen boven winkels in het centrum van Bussum.

4.5 Bruisende centra, leefbare wijken

Naarden en Bussum zetten nadrukkelijk in op het behouden van levendige hoofdcentra en het op peil houden van een goed voorzieningenniveau in de wijken.

Twee aanvullende hoofdcentra

Om dit te kunnen borgen zullen de gemeenten de beide hoofdcentra (centrum Bussum en Naarden Vesting) waar mogelijk aanvullend aan elkaar laten zijn; Naarden zet zich vooral in op voorzieningen die gericht zijn op recreatie en toerisme, met bijvoorbeeld daghoreca, exclusieve woonwinkels, ateliers, winkels met streekproducten en boekwinkeltjes. Het centrum van Bussum wordt verder versterkt als het levendige winkelhart. Er is binnen de regio wat dat betreft wel enige concurrentie en Bussum centrum zal zich moeten onderscheiden op basis van kwaliteit. In het parallel aan deze structuurvisie opgestelde centrumplan Bussum wordt in dat verband bijvoorbeeld al ingezet op een compact en helder winkelcircuit, goede bereikbaarheid en parkeren, een slimme positionering van winkeltrekkers en verbetering van de openbare ruimte.

Leefbare wijken

Naast twee bruisende, complementaire hoofdcentra is een belangrijke opgave om het voorzieningenniveau in de wijken op een goed niveau te houden. Met de toenemende vergrijzing zullen steeds meer mensen tot op hogere leeftijd zelfstandig thuis blijven wonen. En ook voor gezinnen met kinderen is een goed voorzieningenniveau op 'pantoffelafstand' van groot belang. Daarbij zullen de gemeente in ieder geval borgen dat de basisvoorzieningen op wijkniveau op peil blijven. Deze basisvoorzieningen betreffen de noodzakelijke zorg aan huis, sport- en spelen, basisonderwijs en ontmoeting. Door ook in de toekomst in ieder geval basisvoorzieningen in de wijken en buurten te hebben sluiten de gemeenten nadrukkelijk aan bij de kernwaarde 'alles dichtbij, kleinschalig en overzichtelijk'.

Maatschappelijke voorzieningen die de wijk ontstijgen, zoals zwembaden en middelbare scholen blijven vooralsnog gehandhaafd op hun huidige locatie. Wel zal actief gezocht worden naar mogelijkheden om maatschappelijke voorzieningen goed op elkaar af te stemmen tussen beide gemeenten. Indien in het verlengde daarvan behoefte blijkt aan bijvoorbeeld concentratie, samenvoeging, schaalvergroting, of nieuwbouw dan zal waar dat mogelijk is een plek gezocht worden rondom de zogenaamde hartlijn van de gemeenten. Hier zijn de voorzieningen goed bereikbaar vanuit de beide gemeenten (vooral ook met de fiets) en met openbaar vervoer.

4.6 Een impuls voor het werken

Naast het aantrekkelijk wonen wordt het werken in Naarden en Bussum als een belangrijke kwaliteit gezien. Het gaat daarbij niet alleen om het werken op bedrijventerrein Gooimeer Zuid, de kantoren-en bedrijvenlocatie Gooimeer Noord, het gemengde bedrijventerrein Nieuwe Vaart en industriepark Givaudan (milieucategorie 5), maar nadrukkelijk ook over kleinschalige werkgelegenheid in de kernen, zoals de vele ZZP-ers, ondernemers in de centra en kleine dienstverlenende bedrijven. Naarden en Bussum streven er naar de werkgelegenheid voor alle opleidingsniveaus te kunnen blijven aanbieden en de huidige afwisseling aan soorten werkgebieden waar mogelijk te behouden.

afbeelding "i_NL.IMRO.0381.STRVISIE2014BUSSUM-va01_0010.jpg"

Verschillende werkgebieden langs spoor en snelweg

Met name de bedrijventerreinen behoeven een impuls in de komende jaren. Er lijkt bijvoorbeeld structurele leegstand te ontstaan op kantorenpark Gooimeer-Noord. Daarnaast is aangegeven dat de positie van Nieuwe Vaart tussen de woonwijken in de toekomst potentiele problemen gaat geven met uitbreidingsbehoefte, ontsluiting en overlast. Met de op handen zijnde ontwikkeling van bedrijventerrein Crailo door de provincie Noord-Holland zal onderzocht gaan worden of er mogelijkheden zijn om bedrijvigheid uit te plaatsen of te herschikken en daarmee een kwaliteitsimpuls te geven. In ieder geval zal het gebied van de kop van Gooimeer Zuid, aan de kant van de Vesting worden terug gegeven aan de schootsvelden. De daarmee gemoeide bedrijfsoppervlakten zullen elders in de gemeenten moeten worden gecompenseerd.

Daarnaast wordt de komende jaren nadrukkelijk gekeken naar de mogelijkheden die er zijn voor het intensiveren van bestaande terreinen, zowel binnen de gemeenten als in de hele regio. Daarbij moet gelijktijdig onderzocht worden of er mogelijk behoefte is aan/kansen liggen voor (gedeeltelijke) transformatie naar andere functies. In goed overleg met de regio zal gekeken worden wat de toekomstige behoefte is en of dat betekent dat er binnen Naarden en Bussum structurele leegstand te verwachten is. Indien deze situatie zich voordoet dan zullen beide gemeenten bekijken of er mogelijkheden liggen om (delen van) bestaande terreinen mogelijk te revitaliseren en eventueel zelfs (gedeeltelijk) te transformeren naar functies als wonen en zorg.

Ten aanzien van de ZZP-ers en vele kleine, dienstverlenende bedrijven zal onderzocht worden of een bedrijfsverzamelgebouw of ruimtes voor startende ondernemers wenselijk zijn, bijvoorbeeld in de buurt van het station. Doel is om startende ondernemers en doorgroeiende bedrijven de mogelijkheid te geven dat binnen de beide gemeenten op te pakken.

4.7 Duurzaamheid als leidraad

Naarden en Bussum hebben duurzaamheid omarmd als leidraad in toekomstige ontwikkelingen. Duurzaamheid is een breed begrip en beide gemeenten willen alle kansen die er in dat verband zijn proberen te faciliteren en stimuleren, uiteraard passend binnen de kernkwaliteiten. Naarden en Bussum zien daarbij in de komende periode specifiek kansen in twee richtingen:

  • 1. Het behouden en koesteren van de aanwezige landschappelijke kwaliteiten en cultuurhistorische en ecologische waarden. Beide gemeenten hebben dit zorgvuldig omgaan met landschap, natuur en historie feitelijk in het DNA zitten en willen dit nadrukkelijk continueren in de toekomst. Precies om die reden heeft deze structuurvisie haar fundament liggen in het behouden en verbeteren van landschap, cultuurhistorie en sociaal-maatschappelijke waarden.
  • 2. Het zoeken naar mogelijkheden voor het benutten van nieuwe energiebronnen, zoals zonne-energie, Warmte Koude Opslag en geothermie. Naarden en Bussum nemen de komende jaren hierin een stimulerende en proactieve houding aan. Zij willen waar mogelijk initiatieven faciliteren, uitlokken en met elkaar verbinden.

4.8 Samen sterker

Naarden en Bussum hebben veel kernwaarden en kwaliteiten gemeenschappelijk. Beide gemeenten kunnen elkaar in de toekomst versterken in het behouden, benutten, uitdragen en verder doorontwikkelen van die kernwaarden en kwaliteiten. Samen gaan Naarden en Bussum sterker de toekomst in.

De uitwerking en uitvoering van de speerpunten die in dit hoofdstuk benoemd zijn, kunnen de gemeenten Naarden en Bussum niet alleen. Om handen en voeten te geven aan deze speerpunten, hebben beide gemeenten de inzet nodig van inwoners, ondernemers, maatschappelijke organisaties en andere betrokkenen en geïnteresseerden. Beide gemeenten zetten met deze structuurvisie in op het creëren van een goed ondernemersklimaat en staan open voor initiatieven die in het verlengde van deze speerpunten liggen, om gezamenlijk de speerpunten verder uit te werken en uit te voeren. Een voorbeeld van een initiatief dat is ontstaan bij een aantal inwoners uit Bussum en door de gemeente ondersteund en gefaciliteerd zal worden is het ontwikkelen van een 'Eerlijk Winkelroute'. Dit initiatief geeft een impuls aan de werkgelegenheid, sluit aan bij de wens om duurzaamheid als leidraad te pakken en verantwoord te ondernemen en ontwikkelen en kan een bijdrage leveren aan verder op de kaart zetten van Naarden en Bussum als hoogwaardige recreatie- en toeristische bestemming.

Hoofdstuk 5 THEMATISCHE UITWERKING VISIE

In hoofdstuk 4 zijn de belangrijkste speerpunten voor het ruimtelijk beleid van Naarden en Bussum toegelicht. In voorliggend hoofdstuk worden deze speerpunten en de eerder besproken kernwaarden per thema nogmaals kort aangehaald en vindt daarna een verdere verdieping van de opgaves plaats. Waar dat mogelijk is wordt aan de hand van lopende ontwikkelingen of mogelijke toekomstige opgaves handen en voeten gegeven aan de ambities en richtingen uit hoofdstuk 3 en 4. Aan de hand van facetkaarten worden de verschillende thema's ook op de kaart inzichtelijk gemaakt.

5.1 Landschap, cultuurhistorie, natuur en water

afbeelding "i_NL.IMRO.0381.STRVISIE2014BUSSUM-va01_0011.jpg"

Themakaart Landschap en Cultuurhistorie

5.1.1 Landschap en cultuurhistorie

Het behouden en koesteren van de afwisseling aan landschappen, binnen en buiten de bebouwde omgeving en de verschillende functies die de landschappen hebben, is een belangrijk speerpunt van deze structuurvisie. Naarden en Bussum onderscheiden vier karakteristieke landschappen, ieder met hun eigen opgaves:

  • 1. Het polders- en plassengebied, met daarin onder andere ook het Naardermeer. Het Naardermeer is eigendom van Natuurmonumenten en blijft als ecologisch waardevol gebied uiteraard behouden. Mogelijk dat in het verlengde van het recent geopende informatiecentrum en het complementeren van het 'rondje Naardermeer' de recreatieve waarde nog verder vergroot kan worden. De polders hebben vooral een agrarisch gebruik en ondergeschikte recreatieve waarde (buitensport). Het borgen van de openheid, fijnmazige waterstructuur en duurzame agrarische bedrijfsvoering is hier de belangrijkste opgave.
  • 2. Het Gooimeer. Het Gooimeer is vooral van belang voor de waterrecreatie en natuurwaarden. Belangrijkste opgave ligt in het beter doorvaarbaar maken van de Naarder Trekvaart (Vaart in de Vaart) en het bereikbaar maken van de Naarder Trekvaart vanaf het Gooimeer door middel van een verbinding ten westen van Gooimeer Noord. Ook is er de wens de beleving van de oevers van het Gooimeer groter te maken. Deze liggen nu voor een deel min of meer verborgen achter de A1. Een nieuwe wandelroute vanaf Naarderbos naar Huizen langs het Gooimeer gaat daar een belangrijke rol in spelen.
  • 3. Landgoederen en boskamers; Een aantrekkelijk, maar ook kwetsbaar landschap op de hoger gelegen delen ten oosten van Naarden en Bussum. Het landschap is een kleinschalige afwisseling van bos, open boskamers, historische landgoederen en landelijke woonbebouwing. Dit landschap heeft vooral een ecologische, cultuurhistorische en recreatieve waarde en is grotendeels in beheer bij landgoedeigenaren, particuliere wooneigenaren en het Goois Natuurreservaat. Speelpark Oud Valkenveen is hier een belangrijke functie. Belangrijkste opgave in deze omgeving is het behouden van de landschappelijke en ecologische waarden en daarbinnen ruimte blijven bieden aan kleinschalige verbetering en opwaardering van landschap en de functies die daar zitten.
  • 4. De Bussumse Heide; het karakteristieke heidegebied, met her en der een groepje bomen, ten zuiden van Bussum is grotendeels in eigendom bij het Goois Natuurreservaat en heeft vooral een recreatieve en ecologische waarde. Hier is behouden de insteek voor de komende jaren. Er liggen wel interessante kansen om het gebied vanuit Bussum beter bereikbaar te maken door informele wandelverbindingen toe te voegen.

De landschappelijke en ecologische waarden zijn een grote kwaliteit in en rond Naarden en Bussum en zijn leidend bij toekomstige ontwikkelingen binnen en buiten de bebouwde omgeving. Bij het beheer en in stand houden van de verschillende landschappen rondom Naarden en Bussum spelen de agrariërs een belangrijke rol. Het behouden van deze agrarische activiteit is dus belangrijk. De komende jaren zal steeds gekeken worden op welke manier duurzaam landschapsbeheer gecombineerd kan worden met een gezonde economische bedrijfsvoering. Mogelijk betekent dit dat op sommige plekken ruimte moet komen voor (zorgvuldig ingepaste) uitbreiding van agrarische bebouwing. Een opgave om de aanwezige landschappelijke kwaliteiten en ecologische waarden beter tot hun recht te laten komen, is door deze beter te verbinden voor fietsers en wandelaars. Bestaande recreatieve fiets- en wandel-routes kunnen worden benut om de vier landschappen beter op elkaar te laten aansluiten. Op sommige plekken houden fiets- of wandelpaden op en gaan ze aan de andere kant van bijvoorbeeld de snelweg A1 verder. Het verbinden en verknopen van routes, bijvoorbeeld vanuit Bussum richting het Naardermeer, richting de heide en vanuit de jachthaven langs het Gooimeer richting Huizen, maken de landschappelijke kwaliteit en ecologische waarden beter zichtbaar en beleefbaar. De kwaliteit van het buitengebied is dan altijd dichtbij.

Cultuurhistorie

Kansen liggen in het verbinden en verknopen van cultuurhistorische kwaliteiten. De historische lange lijnen met ieder een eigen identiteit, die vanuit de Vesting het landschap inlopen, kunnen hier weer een rol spelen. Een andere lange historische lijn die benut kan worden is bijvoorbeeld de Groene As. Deze loopt vanuit de Vesting door Naarden en zou benut kunnen worden om vanuit Naarden en Bussum de landschappelijke afwisseling in een route op te nemen; vijf landschappen in een route rond Naarden en Bussum, die begint en eindigt in de Vesting, waar al die landschappen met hun eigen lange lijnen samen komen.

In de komende jaren wordt gezocht naar mogelijkheden om de aanwezige cultuurhistorische waarde en het cultureel erfgoed te behouden en zichtbaar te maken. Naast het verbinden gebeurt dit ook door (waar mogelijk) leegstaand erfgoed nieuwe functies te geven. De Vredekerk, Fort Werk IV en Promers-kazerne zijn daar recent goede voorbeelden van. Toekomstige mogelijkheden liggen bijvoorbeeld bij het herontwikkelen van de Bensdorp-fabriek, het Ericafort rond de Karnemelksloot en mogelijk ook in de Vesting Naarden. Het Rijk onderzoekt de mogelijkheden om deze laatste als monument af te stoten. Insteek is uiteraard het duurzaam behouden van deze historische blikvanger van Naarden. Hoe dit vorm te geven zal in gezamenlijk overleg met een eventuele nieuwe eigenaar moeten worden bekeken. Naast de individuele objecten en grootschalige landschappelijke structuren zijn er binnen Naarden en Bussum ook nog landschappelijke en stedenbouwkundige ensembles die grote cultuurhistorische waarde hebben. Dit betreft allereerst natuurlijk de Vesting Naarden, met haar vestingwerken, historische binnenstad en bijbehorende schootsvelden. In de Vestingvisie Naarden wordt voor de komende jaren ingezet op het borgen van een levendige en leefbare Vesting, waar wonen, recreatie en cultuurhistorie hand in hand gaan. Belangrijke opgave ligt in het verder open maken van de schootsvelden en zichtbaar maken van de vestingwerken. De gewenste transformatie van de kop van bedrijventerrein Gooimeer Zuid is daar een voorbeeld van, net als de verplaatsing van het woonwagenkamp.

Andere belangrijke stedenbouwkundige ensembles zijn het Brediuskwartier en Het Spiegel. Deze zijn beide beschermd dorpsgezicht (In Het Spiegel alleen het villa-gedeelte).

Tenslotte is in dit verband nog het initiatief te noemen waarin onderzocht wordt of het Gooi de status van Geopark kan krijgen. Unesco kent sinds 1999 een dergelijke status toe aan geologisch en cultuurhistorisch erfgoed van bijzonder belang, zeldzaamheid of esthetiek. Met de status van Geopark liggen er mogelijkheden om op een effectieve manier de waarde van het Goois landschap en cultuurhistorie te bewaken en mogelijk financiële ondersteuning daarvoor te krijgen. De in deze structuurvisie uitgezette koers sluit daar in ieder geval al nadrukkelijk op aan.

 

5.1.2 Natuur

afbeelding "i_NL.IMRO.0381.STRVISIE2014BUSSUM-va01_0012.jpg"

Themakaart Natuur en Ecologie

Rond Naarden en Bussum bevindt zich een aanzienlijk aantal beschermde landschappen. Het oudste beschermde landschap dat Nederland heeft en dat in dit gebied ligt, is het Naardermeer. Het Naardermeer is sinds 1905 beschermd en nu beschermd als Natura 2000 gebied. Ook een deel van de schootsvelden (ten noordoosten van de A1) is beschermd als Natura 2000 gebied. Dat gebied loopt door richting het Gooimeer tot aan Huizen.

Dat deze gebieden beschermd zijn als Natura 2000 gebied, betekent dat deze gebieden Europees beschermd zijn. Stedelijke ontwikkelingen zijn in deze gebieden uitgesloten.

Een andere veel voorkomende bescherming van landschappen rond Naarden en Bussum is de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Een groot deel van de boskamers en heide op het hoger gelegen gedeelte en ten zuiden van Bussum maken onderdeel uit van de EHS. Ook het Gooimeer, vanaf de jachthaven richting Almere en Amsterdam, maakt deel uit van de EHS. De Ecologische Hoofdstructuur is een nationale bescherming. Deze hoofdstructuur is in het leven geroepen om ervoor te zorgen dat Nederland een aaneenschakeling kent van natuurgebieden, waardoor fauna zich kriskras door Nederland kan verplaatsen. De gebieden die binnen de EHS vallen zijn goed beschermd. Hier geldt dat weinig tot geen stedelijke ontwikkelingen mogelijk zijn. Kleinschaliger ontwikkelingen zijn denkbaar, mits aan een aantal voorwaarden voldaan wordt.

Voor alle landschappen rondom de beide kernen geldt dat er de komende jaren nadrukkelijk aandacht zal zijn voor het beheer en de duurzame instandhouding van deze landschappen en hun cultuur-historische en ecologische waarden. De aanwezige agrariërs, natuurorganisaties en particuliere stichtingen spelen daarin een belangrijke rol.

5.1.3 Water

afbeelding "i_NL.IMRO.0381.STRVISIE2014BUSSUM-va01_0013.jpg"

Themakaart Water

Het water maakt onlosmakelijk deel uit van de natuur en de landschappen rond Naarden en Bussum. Een belangrijk deel van het water in beide gemeenten zijn het Naardermeer en het Gooimeer. Beide gebieden zijn gedeeltelijk beschermd als respectievelijk Natura 2000 gebied en EHS. Ook het water dat onderdeel is van de Vesting, is van grote waarde voor de uitstraling van Naarden als vestingstad. De trekvaart die vanaf de Vesting richting Amsterdam loopt is eeuwenoud en dateert uit de periode dat zand vanuit deze streek naar Amsterdam werd vervoerd. Bovendien is de trekvaart een regionale waterkering. De historische dijk, waarvan een deel nog terug te vinden is in het landschap, is een primaire waterkering.

Een belangrijke opgave voor het water is het tot stand brengen van de nieuwe vaarverbinding tussen Naarder Trekvaart en het Gooimeer. Met dit project wordt ook de Vesting via de Naardense Trekvaart vanaf het Gooimeer bereikbaar. In de toekomst kunnen passanten in de nieuwe passantenhaven terecht. Onderzocht wordt of de kop van bedrijventerrein Gooimeer-Zuid getransformeerd kan worden tot deze passantenhaven.

Een andere interessante kans ligt in het bevaarbaar maken en beter zichtbaar maken van de historische waterloop tussen Vesting en het centrum van Bussum. Als herkenbare, blauwe lijn zou deze een aantrekkelijke verbinding kunnen vormen tussen de beide centra.

5.2 Landschap binnen de kernen

Inspiratie; diversiteit aan landschappen rondom Naarden en Bussum

Niet alleen de landschappen rondom Naarden en Bussum zijn van grote waarde voor het groene leefklimaat in beide gemeenten en de aantrekkelijkheid van Naarden en Bussum als woongemeenten, maar zeker ook het landschap binnen de bestaande kernen. Twee grotere structurerende elementen zijn de schootsvelden met de Vesting en de Groene As in Bussum. Deze elementen zijn van grote waarde voor de identiteit van Naarden en Bussum en zijn leidend bij toekomstige ontwikkelingen. Belangrijke opgave in de komende jaren is het verder open maken van de schootsvelden, bijvoorbeeld door het verplaatsen van het bestaande woonwagenkamp. Een belangrijke kans bij de Groene As is het ontwikkelen van een aantrekkelijke, doorgaande fietsroute die alle groene pareltjes met elkaar verbindt, evenals de Vesting en de Bussumse Heide.

Daarnaast zal ook ander groen, zoals parken en speelvelden, onderdeel maken uit van het landschap in de kernen. Bovendien draagt juist de hoeveelheid aan dit kleinschalig kenmerkend groen, zoals structurerende plantsoenen, bij aan de kleinschaligheid en overzichtelijkheid van beide gemeenten. Bij toekomstige ontwikkelingen binnen de bestaande kernen zullen Naarden en Bussum het kleinschalig kenmerkend groen in principe behouden en koesteren.

5.3 Infrastructuur

afbeelding "i_NL.IMRO.0381.STRVISIE2014BUSSUM-va01_0014.jpg"

Themakaart Infrastructuur

Voor Naarden en Bussum is het in de toekomst van belang de goede bereikbaarheid over spoor, weg en met het openbaar vervoer te behouden. De goede bereikbaarheid van steden als Amsterdam, Almere, Utrecht en Amersfoort is immers een belangrijke kwaliteit, zeker in combinatie met de groene en ontspannen leefomgeving. Daarnaast zal waar dat mogelijk is geprobeerd worden de barrièrewerking en (milieu)overlast van het doorgaande verkeer in en door de kernen te beperken.

5.3.1 Openbaar Vervoer

afbeelding "i_NL.IMRO.0381.STRVISIE2014BUSSUM-va01_0015.jpg"

Themakaart Openbaar vervoer

Eén van de belangrijkste opgaven in dat verband is de spoorse doorsnijding door Bussum en Naarden. Het spoor levert niet alleen een goede bereikbaarheid op per trein voor beide gemeenten, het levert ook een grote barrière op en de nodige overlast en onveiligheid. Op zes punten in Naarden en Bussum kruist het spoor een overgang. In de spits zijn nu drie van de zes overgangen meer dan de helft van de tijd gesloten. Met de ambitie van Hoogfrequent spoor in 2020 is de verwachting dat vier of vijf van de zes overgangen meer dan de helft van de tijd gesloten zijn. Los van de overlast die gesloten spoorbomen opleveren (filevorming, uitstoot), zorgen gesloten overgangen ook voor onveilige situaties en irritaties. Een aantal van de overgangen ligt op een doorgaande route voor schoolverkeer (fiets). Door de gesloten spoorbomen hebben met name (schoolgaande) jongeren de neiging om de gesloten spoorbomen te negeren.

Naarden en Bussum zetten in op de meest duurzame en leefbare oplossing; het verdiepen van het spoor. Aanleggen van een verdiept spoor betekent een betere doorstroming in beide gemeenten, minder milieuvervuiling, minder gevaarlijke situaties en ook nog een betere doorstroming van het treinverkeer. Bovendien biedt het verdiept aanleggen van het spoor ruimtelijke mogelijkheden bovengronds omdat de barrière van het spoor verdwijnt. Zo kan de ruimtelijke samenhang tussen het deel ten westen en ten oosten van het spoor aanzienlijk verbeterd worden. Ook kunnen langzaamverkeerroutes verbonden worden, waardoor zowel de bereikbaarheid binnen het bebouwde gebied verbetert als de verbinding tussen het bebouwde gebied en het landschap.

In het centrumplan Bussum is aangegeven dat onderzocht gaat worden hoe de bereikbaarheid van het centrum in de toekomst geregeld moet worden. Naast het verdiepen van het spoor hebben Naarden en Bussum gezamenlijk het doel uitgesproken om het OV-gebruik in de toekomst te stimuleren. Een belangrijke opgave daarbij is het verbeteren van de busverbindingen tussen (de NS-stations van) Bussum en de bebouwde omgeving van Naarden. Voor beide gemeenten is het van belang dat voldoende (hoogwaardige) busverbindingen door Naarden en Bussum lopen en dat er voldoende haltes zijn om iedereen het aanwezige openbaar vervoer te laten benutten. Dit zal samen met de provincie Noord-Holland verder opgepakt moeten worden. Binnen Naarden en Bussum zijn naast het station Naarden en Bussum nog twee belangrijke OV-knooppunten; station Bussum Zuid en de HOV-halte bij Gooimeer Noord. Beide knooppunten zijn ondergeschikt aan station Naarden-Bussum, maar spelen wel een belangrijke rol in het verbinden van de beide gemeenten met de rest van Nederland. Beide knooppunten kunnen bovendien worden vormgegeven als 'poort' en recreatief transferium. Dat betekent dat er gezocht zal worden naar een kwaliteitsimpuls en goede uitstraling van deze plekken en het toevoegen van functies als fietsverhuur, informatiepunten en bijvoorbeeld kleinschalige daghoreca. Doel is dat deze poorten als een soort vertrekpunt gaan functioneren voor het per fiets en te voet verkennen van de kernen en het buitengebied.

5.3.2 Wegverkeer

Voor de hoofdwegen rondom Naarden en Bussum geldt hetzelfde als voor de spoorverbinding. De snelwegen en provinciale wegen zorgen voor een goede bereikbaarheid van Naarden en Bussum, maar vormen aanzienlijke barrières binnen de beide gemeenten en geven ook de nodige milieuoverlast. Hoewel deze niet dagelijks door alle inwoners zo intensief beleefd worden als de barrièrewerking van het spoor, is het ook van belang de barrière van de snelweg A1 zoveel mogelijk te beperken. In de komende jaren zal actief gekeken worden naar mogelijkheden lange lijnen binnen de kernen te verknopen met de lange lijnen in het buitengebied.

Door vanuit Naarden een fietspad aan te leggen richting het Naardermeer, wordt momenteel de barrièrewerking van de Rijksweg verminderd. Andere belangrijke kansen liggen in het verbinden van Naarden Vesting met het Naarderbos en de jachthaven, door het verbeteren en aantrekkelijker maken van de bestaande wandel- en fietsroute. Dit kan daarmee ook een aantrekkelijke lange lijn richting Muiderberg gaan vormen.

Voor de bereikbaarheid en de leefbaarheid is het van belang dat doorgaand verkeer dat Naarden of Bussum niet als bestemming heeft, gebruik maakt van de Rijks- en provinciale wegen. Doorstroming op deze wegen is van belang om (overmatig) sluipverkeer in Naarden en Bussum te voorkomen en daarmee de bereikbaarheid en leefbaarheid in de kernen te borgen. Als sluipverkeer ontstaat, slibben lokale wegen dicht. Lokaal bestemmingsverkeer kan op dat moment niet doorstromen waardoor ongewenste en onveilige situaties kunnen ontstaan. Daarbij is het van belang de toename van hinder door wegverkeersgeluid zoveel mogelijk te voorkomen. Doorstroming en het beperken van wegverkeersgeluid komen de aantrekkelijkheid, leefbaarheid en bereikbaarheid van Naarden en Bussum ten goede. Oplossingen om de doorstroming te bevorderen zullen in regionaal verband gezocht moeten worden, in veel gevallen buiten de gemeentegrenzen van Naarden en Bussum. Een goede afstemming met omliggende gemeenten en provincie is wat dat betreft van groot belang.

5.3.3 Fietsen en wandelen

afbeelding "i_NL.IMRO.0381.STRVISIE2014BUSSUM-va01_0016.jpg"

Themakaart Fiets- en Wandelnetwerk

Fietsen en wandelen moet een grote impuls gaan krijgen in de komende periode. Kijkend naar de overzichtelijkheid van beide kernen en het aanwezige netwerk van lange, historische lijnen liggen daar uitgelezen kansen voor in Naarden en Bussum. De opgave daarbij is om bestaande fiets- en wandelroutes waar mogelijk en nodig te verbinden en verknopen.

Het actief oplossen van onveilige routes en kruispunten, het verbeteren van oversteekpunten en het inzetten op herkenbare, aantrekkelijke routes speelt daarin een grote rol. Lange historische lijnen, die vanuit de Vesting en vanuit Bussum door de kernen de omliggende landschappen inlopen spelen daarin een belangrijke rol. Doel is het aantrekkelijker te maken voor bewoners en bezoekers om de fiets te pakken naar het centrum, naar school of naar buiten de kernen. Met het toenemende aantal electrische fietsen wordt het gebruik van de fiets voor vervoer over korte afstanden en binnen de kern steeds interessanter en de actieradius van fietsers aanzienlijk groter. Niet alleen voor recreatief gebruik, maar ook voor het dagelijkse ritje naar school, naar de winkels, of op familiebezoek.

Een voorbeeld van het verbinden en verknopen van bestaande fiets- en wandelroutes is het laatste deel om het rondje Naardermeer compleet te maken. Dit deel, vanuit Naarden via Keverdijk richting het Naardermeer, is de laatste schakel in het afronden van het rondje Naardermeer. Deze schakel wordt op dit moment gerealiseerd. Een ander voorbeeld zou kunnen zijn om een fietsverbinding tot stand te brengen vanuit de Vesting, via de Groene As naar de Bussumse Heide. Een belangrijke opgave bij deze verbinding is het veilig en aantrekkelijk oversteekbaar maken van de Godelindeweg. Twee andere uit te werken projecten zijn het realiseren van de fietsverbinding tussen de vesting en boerderij Stadszigt en een fietsroute in het kader van het programma Heel de Heuvelrug.

5.4 Wonen

afbeelding "i_NL.IMRO.0381.STRVISIE2014BUSSUM-va01_0017.jpg"

Themakaart Wonen

Het doel is om de komende jaren met name voor starters, jonge gezinnen en senioren voldoende nieuwe (en betaalbare) kansen op een geschikte woning te bieden binnen de gemeenten.

Vooralsnog is er binnen de woningbouwprogramma's van de beide gemeenten een plancapaciteit van ongeveer 1.000 woningen, waarmee voldaan wordt aan de regionale afspraken die daarvoor zijn gemaakt en waarmee volgens de prognose tot ongeveer 2020-2025 voldoende capaciteit is. Waar dat mogelijk is zullen beide gemeenten zoveel mogelijk rekening houden met het realiseren van geschikte en betaalbare woningen voor deze doelgroepen, ook om doorstroming op de woningmarkt te bevorderen.

5.4.1 Huidige woningbouwplannen

Beide gemeenten hebben binnen het woningbouwprogramma een aantal locaties in de planning staan voor de komende jaren. Sommige van deze plannen zijn redelijk concreet, anderen nog 'zacht'. In totaal kunnen met het realiseren van die bekende plannen en locaties maximaal ongeveer duizend woningen worden toegevoegd aan de woningvoorraad van Naarden en Bussum. Voorbeelden in Naarden zijn bijvoorbeeld de BOR-gronden (gronden tussen de sportvelden en de A1) en de Kop van het Naarderbos, het Storkterrein en de ontwikkeling aan de Keverdijk. Voor de Kop van het Naarderbos geldt dat woningen in het duurdere segment gerealiseerd zullen worden. De locatie van de BOR-gronden is nog niet in de planvorming, maar de gemeente wil wel de mogelijkheid open laten. In Bussum gaat het om uitbreiding op het voormalige MOB-complex en op de Kolonel Palmkazerne (Crailo). Voor het MOB-complex geldt dat hier 'wonen in het groen, in een lage dichtheid' gerealiseerd wordt. Voor de Kolonel Palmkazerne geldt een gevarieerder aanbod, dus ook voor starters en jonge gezinnen.

Naast deze grootschaliger uitbreidingslocaties hebben Naarden en Bussum een aantal locaties waar inbreiding plaatsvindt. Deze zijn op de kaart aangegeven. Op de kaart is ook een onderzoekslocatie voor woningbouw aangegeven. De gemeente zal onderzoeken in hoeverre kleinschalige inbreiding op deze locatie gerealiseerd kan worden.

5.4.2 Kansen voor de toekomst

Na het ontwikkelen van de binnen de huidige woningbouwprogramma's benoemde locaties is de ambitie in zowel Naarden als Bussum om binnen de bestaande kernen te blijven zoeken naar nieuwe kansen voor het realiseren van nieuwe woningen. Uitgangspunt blijft dat inbreiding, intensivering en transformatie niet ten kosten mogen gaan van landschappelijke en cultuurhistorische kwaliteiten en passend moeten zijn binnen de kenmerkende kleinstedelijke opzet van de beide kernen.

Kansen liggen bijvoorbeeld in het mogelijk maken en stimuleren van wonen boven winkels. Wonen boven winkels zou zowel voor starters als voor senioren een mogelijkheid kunnen bieden om in de nabijheid van voorzieningen en openbaar vervoer te wonen. Daarnaast komt het de leefbaarheid en aantrekkelijkheid van het centrum ten goede als de ruimten boven winkels bewoond worden. Vooral in Bussum is wonen boven winkels kansrijk. Om deze kans te faciliteren en stimuleren vanuit de gemeente zal een dorpsmanager aangesteld worden. Naast wonen boven winkels kan ook gedacht worden aan het onderzoeken van mogelijkheden om bestaande villa's en landgoederen te splitsen. Het kan bijvoorbeeld de mogelijkheid bieden aan senioren om in hun eigen woning en omgeving te blijven wonen, gezamenlijk met anderen en eventueel samen zorg in te kopen. Bij het onderzoeken van deze kans is het van belang dat ook de ruimtelijke consequenties worden onderzocht, bijvoorbeeld de mogelijke toename van wegverkeer en eventuele parkeerproblemen die kunnen ontstaan.

Op een iets langere termijn ligt een mogelijkheid nog in het onderzoeken van transformatie van bedrijventerreinen naar woningbouw. Gezien de ambitie (en regionale afspraak) om waar mogelijk bedrijvigheid en werkgelegenheid te behouden zal dit alleen onderzocht worden als in de komende periode naar voren komt dat structurele leegstand op bepaalde bedrijventerreinen dreigt te ontstaan en in dat verband regionale keuzes gemaakt moeten worden voor meer clustering/concentratie. Gezien de huidige leegstand op Gooimeer-Noord en de overlastgevende bedrijven op de Nieuwe Vaart, lijken vooralsnog deze twee plekken daarvoor het meest voor de hand liggend.

Op dit moment zijn er in Naarden geen concrete aanleidingen voor revitalisering/herstructurering van woonwijken. De vernieuwing van het centrum van Keverdijk en het toevoegen van nieuwe woningen op die locatie is daarin het belangrijkste, reeds lopende project. In Bussum zijn er op dit moment ook geen concrete revitaliseringsopgaves, maar wordt wel nagedacht over locaties die mogelijk in de toekomst verbetering behoeven, zoals de beide stationsgebieden, de Veldheimerlaan/Botweg en de Bloemhof. In de toekomst zijn beide gemeenten alert en zullen zij (indien noodzakelijk) revitalisering en wijkverbetering opstarten.

5.4.3 Strategie nieuwe woningbouwplannen

Na het ontwikkelen van de locaties uit de woningbouwprogramma's, hebben Naarden en Bussum geen grote woonontwikkelingen meer voorhanden. Insteek is dan ook voor beide gemeenten om actief op zoek te gaan naar kleinschalige inbreiding en eventuele andere creatieve en innovatieve ontwikkelingen om woningbouw te realiseren en ook in de toekomst in de woningbehoefte te voorzien. Bij deze ontwikkelingen gelden de speerpunten zoals in hoofdstuk 4 omschreven en zijn de landschappelijke kwaliteiten en de cultuurhistorische en ecologische waarden leidend. Bij kleinschalige inbreiding in de toekomst geldt dat dit niet ten koste mag gaan van aanwezige structurerende groene elementen zoals bijvoorbeeld schootsvelden en de Groene As. Naast behouden van de structurerende groene elementen zullen beide gemeenten bij de zoektocht naar nieuwe kleinschalige inbreidingslocaties waar mogelijk ook het kleinschalig kenmerkend groen in de wijken behouden. In ieder geval zal zeer zorgvuldig worden gekeken naar de ruimtelijke en maatschappelijke waarde van dergelijke groene snippers. Buiten inbreiding in de bebouwde omgeving kan ook gedacht worden aan kleinschalige woningbouw/acupunctuur in het landschap, mits deze verantwoord ingepast is in het landschap en alleen als deze een (financiële en ruimtelijke) bijdrage levert aan de instandhouding en verbetering van de landschappelijke kwaliteit en het beheer.

5.5 Werken

afbeelding "i_NL.IMRO.0381.STRVISIE2014BUSSUM-va01_0018.jpg"

Themakaart Werken

Een belangrijke kernwaarde van Naarden en Bussum is 'verantwoord en duurzaam ondernemen'. Dat Naarden en Bussum kennisintensieve en kennisextensieve bedrijven in beide gemeenten huisvesten, is van belang voor de werkgelegenheid in de gemeente. Overigens is het merendeel van de werkgelegenheid in Naarden en Bussum niet gebiedsgebonden en vindt niet op bedrijventerreinen plaats, maar bijvoorbeeld aan huis door ZZP-ers. Het op peil houden van de werkgelegenheid in de omgeving is een opgave in deze structuurvisie. Daarbij is het van belang dat ZZP-ers goed gefaciliteerd worden en alle bedrijventerreinen een duidelijk eigen 'gezicht' krijgen waarmee Naarden en Bussum duidelijk maken welk type bedrijven op welk terrein hoort.

Bijvoorbeeld voor Gooimeer-Noord, een kantorenlocatie waar nu relatief veel leegstand is, is de gemeente Naarden samen met de ondernemersvereniging aan het onderzoeken op welke punten deze locatie kwalitatief verbeterd kan worden, door middel van herstructurering of revitalisering. Door transformatie van leegstaande kantoorpanden op Gooimeer-Noord of ander gebruik van kantoorpanden (stadslandbouw, ZZP-ers) kan leegstand deels worden tegengegaan. ZZP-ers die door willen groeien kunnen in leegstaande kantoorpanden of bedrijfsverzamelgebouwen een plek vinden. Ook rond de stations liggen mogelijk kansen om deze startende ondernemingen een plek te bieden. Het 'clusteren' van bedrijven (van ZZP-ers tot grotere bedrijven) kan samenwerking tussen bedrijven bevorderen en kan voor specifieke bedrijven ook (logistieke) voordelen opleveren.

Beide gemeenten zetten in op het behouden van bedrijventerrein, met kansen voor herstructurering en intensivering op deze terreinen. Givaudan is een bedrijventerrein voor de zwaardere milieu categorieën 4 en 5. Gooimeer-Zuid is een gemengd bedrijventerrein, waar relatief veel doorstroming plaatsvindt. Voor de overige terreinen geldt dat in overleg met de regio bestaande gebieden gerevitaliseerd kunnen worden waar mogelijk en gewenst. Voor de kop van Gooimeer-Zuid, specifiek het deel dat tegen de Vesting aan ligt, ligt een belangrijke opgave om dit deel te transformeren. Doel is hier om de schootsvelden en de Vesting weer in ere te herstellen.

5.5.1 Kansen voor de toekomst

Op langere termijn is het wellicht kansrijk om mogelijkheden te onderzoeken om (overlastgevende) bedrijven van de Nieuwe Vaart (die uit willen breiden) uit te plaatsen naar bijvoorbeeld Crailo. Een voorbeeld van een overlastgevend bedrijf dat uit wil breiden en hiervoor in aanmerking zou kunnen komen is de Gemeentelijke Afval Dienst (GAD). Daarbij kan ook gekeken worden naar andere bedrijventerreinen in de regio. De kleinere bedrijven die in de buurten en wijken in Bussum gevestigd zijn met een lichtere bedrijfscategorie dan nu op de Nieuwe Vaart aanwezig zijn, kunnen dan wellicht verplaatst worden naar de Nieuwe Vaart. Op deze manier kan een verschuiving van bedrijven naar passende terreinen tot stand komen, waarmee de overlast op de omgeving wordt beperkt en bedrijven en werkgelegenheid een impuls kunnen krijgen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0381.STRVISIE2014BUSSUM-va01_0019.jpg"

In het verlengde van een eventueel onderzoek naar verplaatsingsmogelijkheden van bedrijven, kan ook onderzocht worden of transformatie van bedrijventerrein naar woningbouw of maatschappelijke voorzieningen plaats kan vinden. Dit onderzoek is alleen van toepassing als blijkt dat leegstand op de middellange en lange termijn aanhoudt en als daar geen andere structurele oplossingen voor zijn. Gemeenten Naarden en Bussum zullen hier zeer terughoudend in opereren en geen bedrijven actief verplaatsen. Een vergelijkbaar onderzoek zou op de middellange of lange termijn gestart kunnen worden naar transformatie van bedrijventerrein Gooimeer-Noord naar woningbouw. Ook voor dit onderzoek geldt dat dit alleen in gang gezet wordt als blijkt dat er geen andere structurele oplossing voor leegstand is. Een goede regionale afstemming is daarbij onontbeerlijk.

5.5.2 Regionaal transformatiefonds

Voor alle terreinen van 1 ha of groter geldt dat in regionaal verband is afgesproken dat het aantal m2 bedrijventerreinen niet mag afnemen (Transformatiefonds, GGV, februari 2009). Verschillende functies leggen hun claim op de beperkt beschikbare ruimte in de regio. Het Regionale Fonds voor Transformatierechten richt zich primair op het behoud van de hoeveelheid en (de verbetering van) de kwaliteit van de bestaande ruimte voor werk. Het Fonds spreekt zich niet uit over de regionale woonvisie, waarin de ruimteclaim van de functie wonen is omschreven. Het Fonds streeft niet naar de uitbreiding van de ruimte voor werk en vergroot dan ook niet de druk op de beperkte ruimte; het wenst de bestaande ruimte voor werk optimaal te benutten door herstructurering en intensivering.

5.6 Voorzieningen

afbeelding "i_NL.IMRO.0381.STRVISIE2014BUSSUM-va01_0020.jpg"

Themakaart Voorzieningen

Belangrijk speerpunt voor de komende jaren is het op peil houden van het voorzieningenniveau in de beide gemeenten en binnen de wijken. Schaalvergroting en concentratie van voorzieningen is een duidelijk trend in de afgelopen jaren, die naar verwachting de komende periode door zal zetten. Daar tegenover staat de vergrijzing en de wens (en noodzaak) voor veel mensen om langer thuis te blijven wonen en zelfredzamer te worden, ook als de mobiliteit iets afneemt. Naarden en Bussum zetten in op het borgen van een compleet voorzieningenniveau in de beide kernen.

5.6.1 Centra Naarden en Bussum

Ten aanzien van de winkelvoorzieningen betekent dit dat nadrukkelijk gestreefd zal worden naar een kwaliteitsverbetering en afstemming tussen de beide hoofdcentra. Naarden richt zich meer op voorzieningen die gelieerd zijn aan recreatie en toerisme, in Bussum wordt het bestaande winkelen en 'funshoppen' gestimuleerd. De centra van Naarden en Bussum blijven het bruisende en kloppende hart in beide gemeenten, zijn compact en vestigen kwalitatief goede voorzieningen die op elkaar zijn afgestemd en elkaar aanvullen. De gemeente Bussum heeft een Gebiedsvisie voor het centrum opgesteld om de identiteit van Bussum meer en beter uit te dragen, om de centrumfunctie te versterken en om het centrum op een aantal plaatsen een impuls te geven. Doel van de Gebiedsvisie en het daaruitvolgende centrumplan is om het centrum van Bussum levendig, kernachtig en kwalitatief aantrekkelijk te houden. Eén van de speerpunten hierbij is het verbeteren van de openbare ruimte. Daarnaast worden bijvoorbeeld de parkeervoorzieningen voor fietsen verbeterd en zal gezocht worden naar een helder winkelcircuit, met ruimte voor publiekstrekkers op cruciale punten in dat circuit. Ook moet er ruimte komen voor combinaties van wonen en werken, bijvoorbeeld ondernemers die boven de winkel willen wonen.

De Naardense identiteit is gericht op Naarden als Vestingstad. De voorzieningen in het centrum van Naarden zijn ondersteunend aan deze identiteit. Dat betekent dat binnen de kleinschalige en historische opzet van het centrum vooral kleinschalige en meer recreatieve voorzieningen gestimuleerd zullen worden. Daarbij kan gedacht worden aan bijvoorbeeld restaurantjes, daghoreca, ateliers en antiekwinkels, interieurzaken en winkeltjes met streekproducten.

5.6.2 Leefbare wijken: basisvoorzieningen op wijkniveau

Naarden en Bussum streven zo veel mogelijk naar behoud van de basisvoorzieningen op wijkniveau. Onder basisvoorzieningen wordt verstaan basisonderwijs, kinderopvang, een zorgsteun- en ontmoetingspunt en sportvoorzieningen. Beide gemeenten zetten actief in op het behouden van minimaal deze basisvoorzieningen in de wijken. Het kunnen doen van dagelijkse boodschappen is een andere kwaliteit die de zelfredzaamheid en levendigheid van de wijken bevordert. Verspreid over Naarden en Bussum liggen veel winkelstripjes en (kleine) winkelcentra die in deze behoefte voorzien. Insteek is dat deze waar dat enigszins mogelijk is behouden blijven. In de praktijk kunnen de gemeenten hier echter niet heel actief in sturen, het behouden of vertrekken van winkelvoorzieningen heeft vooral ook met marktomstandigheden te maken. Indien in bepaalde wijken winkels voor de dagelijkse boodschappen toch dreigen te verdwijnen (en in het licht van de vergrijzing en zelfredzaamheid dit tot problemen gaat leiden) dan zal onderzocht worden of het inzetten van bijvoorbeeld mobiele voorzieningen, of andere ondersteuning een oplossing kan bieden.

5.6.3 Afstemmen voorzieningen

Het ligt voor de hand om (ook) in de komende periode maatschappelijke voorzieningen binnen de beide gemeenten goed op elkaar af te stemmen en op die manier een zo hoogwaardig mogelijk en effectief mogelijk voorzieningenniveau te borgen binnen Naarden en Bussum.

Dit vindt plaats door bewust te kiezen voor twee elkaar versterkende 'identiteiten' voor de centra van Naarden en Bussum en deze op een vanzelfsprekende manier met elkaar te verbinden. Het zal ook handen en voeten moeten krijgen in het afstemmen van maatschappelijke voorzieningen die het wijkniveau ontstijgen en een gemeentelijke, of zelfs regionale uitstraling hebben. Daarbij valt te denken aan bijvoorbeeld het zwembad, de begraafplaatsen, middelbare scholen, de bibliotheek, et cetera. Waar mogelijk worden deze natuurlijk gewoon gehandhaafd. Indien samenvoeging, schaalvergroting en eventueel zelfs nieuwbouw effectiever blijkt dan zal het streven zijn om deze voorzieningen centraal in de beide gemeenten een plek te geven, goed bereikbaar vanuit de verschillende wijken en liefst in de omgeving van het station. De zone tussen Naarden Vesting en Bussum centrum ligt wat dat betreft het meest voor de hand. Verschillende van deze voorzieningen bevinden zich al hier. Aan en rondom de hartlijn tussen beide gemeenten kunnen deze voorzieningen een vanzelfsprekende verbinding vormen tussen de beide hoofdcentra en deze mogelijk nog verder versterken.

 

5.7 Recreatie en Toerisme

afbeelding "i_NL.IMRO.0381.STRVISIE2014BUSSUM-va01_0021.jpg"

Themakaart Recreatie en Toerisme

Recreatie en toerisme horen al eeuwen lang bij Naarden en Bussum. De inwoners van beide gemeenten maken gebruik van de recreatieve mogelijkheden in en rond Naarden en Bussum. Daarnaast benutten ook toeristen en recreanten uit de regio de recreatieve en toeristische voorzieningen. Om deze unieke waarde te behouden en verder te ontwikkelen, zetten Naarden en Bussum in op een drietal concretere opgaven:

  • 1. Het ontwikkelen van drie recreatieve poorten om zowel de intensieve als de extensieve recreatie te ontsluiten;
  • 2. Extensieve recreatie in de omliggende landschappen, met als aandachtspunt om landschappelijke kwaliteiten te verbinden met ecologische en cultuurhistorische waarden en bestaande fiets-en wandelpaden te verbinden en te verknopen;
  • 3. Drie recreatie hotspots waar zich de meer intensieve en 'levendige' recreatie concentreert.

5.7.1 Ontwikkelen van drie recreatieve poorten

Naarden en Bussum zetten in op de ontwikkeling van drie recreatieve poorten naar zowel de meer intensieve als de meer extensieve recreatie. De drie recreatieve poorten zijn:

  • De HOV-halte bij Gooimeer-Noord. Deze halte heeft de kans om te ontwikkelen tot recreatieve poort als schakel tussen de jachthaven en Naarden Vesting. Daarnaast biedt deze poort vrijwel direct toegang tot het rondje Naardermeer, de mogelijke wandel- en fietsroute vanaf de jachthaven naar Huizen en uiteraard tot het centrum van Naarden met de Vesting.
  • NS Station Naarden-Bussum: deze recreatieve poort biedt voor recreanten en toeristen toegang tot de groene route naar het centrum van Bussum, maar ook via een historische en toeristische route tot de Vesting. Ook kunnen vanaf station Naarden-Bussum fiets- en wandelverbindingen worden gerealiseerd richting het Naardermeer, de heide en richting de landgoederen in het bossengebied. Tenslotte kunnen bootjes (van de Vestingvaart) vanaf het kruispunt Brinklaan/Brediusweg een vaarroute naar de Vesting en verder ontsluiten.
  • NS Station Bussum-Zuid: dit is de recreatieve poort naar de nattere landschappen van de polders en plassen en de hogere landschappen met de heide en boskamers. Deze recreatieve poort biedt kansen om Station Bussum-Zuid verder op de kaart te zetten als 'groene poort' tussen de aanwezige landschappelijke kwaliteiten en de natuur ten zuiden, oosten en westen van Bussum en de culturele activiteiten die Bussum en Naarden te bieden hebben, bijvoorbeeld in het Spant of in cultuurhistorische elementen als Fort Werk IV.
5.7.2 Verbinden en verknopen van landschappelijke en cultuurhistorische kwaliteiten en bestaande fiets- en wandelpaden

Voor langzaamverkeer liggen goede mogelijkheden in het verbinden van archeologische, cultuurhistorische, recreatieve en landschappelijke waarden. Recreatieve en landschappelijke waarden zijn vrijwel onlosmakelijk met elkaar verbonden buiten de bebouwde omgeving. Toch kan hier nog een kwaliteitsverbetering plaatsvinden. Dit zou bijvoorbeeld tot stand kunnen komen door de lange historische lijnen die uit de Vesting via de bestaande bebouwde omgeving het landschap in lopen, beter beleefbaar te maken en te verbinden met bestaande fiets- en wandelpaden. Een bestaand voorbeeld van het verbinden van recreatieve en cultuurhistorische waarden is de fortenroute via de knooppunten van het fietsroutenetwerk. Archeologisch waardevolle elementen zouden aan deze fortenroute toegevoegd kunnen worden. Ook agrariërs die het landschap beheren en onderhouden kunnen een rol spelen bij het beter toegankelijk en leefbaar maken van landschap, cultuurhistorie, recreatie en archeologie. Agrariërs kunnen hun steentje bijdragen door bijvoorbeeld educatieve borden te plaatsen, paden over het land open te stellen of (kleine) evenementen te organiseren.

Bovendien kan het gebruik van fiets- en wandelpaden verder verbeterd worden in de toekomst. Door kleine verbeteringen in het netwerk van fiets- en wandelpaden kan het stedelijk weefsel onderling beter verbonden worden en kan het omliggende landschap beter bereikbaar worden gemaakt. Een randvoorwaarde bij de verbeteringen in fiets- en wandelpaden is dat de verbeteringen niet ten koste mogen gaan van de goede bereikbaarheid voor het overige wegverkeer. Voorbeeld van een dergelijke verbetering is het realiseren van een langzaamverkeerroute voor fietsers en wandelaars langs het Gooimeer tot aan Huizen, die aansluit op de bestaande (wandel)route. Hierdoor zijn het Gooimeer en de schootsvelden beter toegankelijk, zowel vanuit Naarden en Bussum, als vanuit Huizen. Een ander voorbeeld van een dergelijke route is de verbinding die tot stand wordt gebracht tussen de Vesting en het rondje Naardermeer, om het rondje Naardermeer vanuit de Vesting eenvoudig en vanzelfsprekend bereikbaar te maken.

Daarbij kan mogelijk worden aangesloten bij de lopende initiatieven rond de Nieuwe Hollandsche Waterlinie, waar het op de kaart zetten, hergebruiken en verbinden van forten en de waterlinie centraal staat. Naarden en Bussum vormen een prominent onderdeel van de Nieuwe Hollandse waterlinie.

5.7.3 Ontwikkelen van drie recreatieve hotspots

Naarden en Bussum zetten in op drie recreatieve hotspots, te weten het waterfront, het centrum van Naarden met de Vesting en het centrum van Bussum.

Het waterfront heeft een belangrijke rol voor de waterrecreatie en de beleving van het Gooimeer. Nu vormt de snelweg A1 een harde barrière tussen de Vesting en de jachthaven van Naarden in het Naarderbos. Om de verbinding tussen de Vesting en het Gooimeer beter tot uiting te laten komen, is het tot stand brengen van, naast een goede langzaam verkeersverbinding, de vaarverbinding van belang. Dit is de verbinding tussen het Gooimeer en de Vesting via de Naardense Trekvaart. Hierdoor kunnen waterrecreanten met (zeil)boten en kano's vanuit de Vesting het Gooimeer bereiken en vice versa. Deze verbinding biedt kansen om de Vesting beter op de kaart te zetten en de Vesting ook vanaf het Gooimeer bereikbaar te maken. Bij het tot stand brengen van de vaarverbinding wordt ook onderzoek gedaan naar de mogelijkheden om een passantenhaven bij de Vesting in te passen, in de plaats van de kop van bedrijventerrein Gooimeer-Zuid. Daarbij zal uiteraard gelijktijdig gekeken worden hoe deze passantenhaven vervolgens weer logisch met de Vesting kan worden verbonden.

Het centrum van Naarden en het centrum van Bussum hebben allebei een eigen identiteit en een eigen gezicht. Het historische centrum van Naarden met de Vesting is gericht op het tonen van de spectaculaire (militaire) geschiedenis van deze vestingstad en de strategische rol in de waterlinies. Vesting en schootsvelden zijn daarbij natuurlijk een belangrijke blikvanger. De voorzieningen in het centrum van Naarden, zoals het Vestingmuseum, ondersteunen dit.

Het centrum van Bussum kent ook de nodige cultuurhistorie, maar deze is meer van industriële, religieuze en maatschappelijke aard. Voorbeelden zijn de Bensdorp-fabriek, de kerken en het pensionaat Mariënburg. Samen met een bruisend winkelgebied en periodieke (culturele) evenementen is dit een aantrekkelijke aanvulling op het aanbod in de Vesting Naarden.

5.8 Duurzaamheid

5.8.1 Duurzaamheid als leidraad

Naarden en Bussum hebben duurzaamheid als leidraad voor toekomstige ontwikkelingen als speerpunt benoemd. Dit betekent dat Naarden en Bussum de aanwezige landschappelijke kwaliteiten en cultuurhistorische en ecologische waarden, zowel buiten als binnen de kernen, willen behouden en waar mogelijk verder willen ontwikkelen.

5.8.2 Lokale duurzame energie

Daarnaast gaat het bij duurzaamheid om het zoeken naar mogelijkheden voor het benutten van nieuwe energiebronnen, zoals zonne-energie, Warmte Koude Opslag en geothermie. Naarden en Bussum faciliteren initiatieven waar mogelijk en zullen deze stimuleren en initiatieven met elkaar verbinden. Voor alle kansen voor toepassing van duurzame energie geldt dat gemeenten de initiatieven faciliteert en samenbrengt en dat ontwikkelingen niet ten koste mogen gaan van de karakteristieke uitstraling en kwaliteiten van Naarden en Bussum. Een voorbeeld van het faciliteren en samenbrengen van initiatieven is het initiatief 'WattNu'. WattNu is een onpartijdige en onafhankelijke groep die duurzaam opgewekte energie beschikbaar wil stellen. Dat doet zij lokaal door buurtinitiatieven te starten, samen in te kopen of samen in een zonnedak te investeren. En op regionaal, provinciaal en landelijk niveau door de weg vrij te maken voor een duurzame energiemarkt.

5.9 Bodem

Naarden en Bussum liggen op de overgang van de hogere stuwwallen naar de lagere uitveningsplassen van de Vechtstreek. In de Vechtstreek komen met name veengronden voor, terwijl aan de randen van de stuwwallen en op de stuwwal zelf vooral holt-, haar- en veldpodzolen voorkomen. In de Gooi en Vechstreek komt relatief weinig agrarische activiteit voor (Bodemvisie provincie Noord-Holland, 2009).

5.9.1 Bodemdaling en geschiktheid (ondergronds) bouwen

Een deel van het gebied heeft tot 2050 te maken met een bodemdaling van 10 tot 30 cm. In de Vechtstreek zal deze bodemdaling groter zijn (meer dan 60 cm), doordat veengebieden inklinken. Hierdoor zijn deze gronden minder geschikt voor bebouwing. Ook voor ondergronds bouwen zijn deze gronden minder tot niet geschikt. Aan de randen van de stuwwal in het Gooi zal de bodemdaling minder zijn dan 2 cm. De randen van de stuwwal en de stuwwal zelf zijn minder tot niet zettingsgevoelig en daarmee geschikt voor (ondergronds) bouwen. In de nota bodembeheer van de gemeenten Naarden en Bussum is een bodemkwaliteitskaart opgenomen waarin onderscheid is gemaakt tussen industrie, wonen en landbouw (Nota bodembeheer gemeenten Naarden en Bussum, 2011).

5.9.2 Bodemenergie

Er zijn twee vormen van bodemenergie die mogelijk toegepast kunnen worden in de Gooi en Vechtstreek. Deze twee vormen zijn geothermie en WKO (Warmte Koude Opslag). Voor de gebieden die in de Gooi en Vechtstreek als aardkundig monument zijn aangewezen of als grondwaterbeschermingsgebied, geldt dat geen boringen uitgevoerd mogen worden vanwege de te beschermen waarden. Bij WKO wordt energie in de vorm van warmte of koude opgeslagen in de bodem. Het overschot aan kou in de winter en het overschot aan warmte in de zomer worden opgeslagen in de bodem. Gebouwen, woningen en kassen kunnen met deze energie opgewarmd of gekoeld worden. De investerings-kosten voor WKO zijn relatief groot, maar de terugverdientijd hiervoor is gemiddeld vijf jaar of minder. Bij geothermie wordt de aanwezige energie in de ondergrond benut. Daarbij wordt gebruik gemaakt van heet water dat op grote diepte in de ondergrond aanwezig is. Deze techniek vergt een redelijk grote investering, die zichzelf terug kan verdienen in combinatie met grote warmte-vragende ruimtelijke ontwikkelingen zoals grootschalige glastuinbouw of woningbouw.

In de komende periode zal door de gemeenten een zogenaamd 'bestemmingsplan voor de ondergrond' worden gemaakt, waarin de (toenemende) verschillende belangen die er ook in de ondergrond zijn zorgvuldig op elkaar worden afgestemd. Dit maakt het mogelijk om bij de invoering van de Omgevingswet de Structuurvisie in een korte slag om te bouwen tot een Omgevingsvisie.

Hoofdstuk 6 OP WEG NAAR UITVOERING

In de structuurvisie Naarden-Bussum worden in het verlengde van de speerpunten een groot aantal opgaven geformuleerd. Niet alle opgaven kunnen we op korte termijn tot realisatie brengen. We moeten keuzes maken: welke opgaven eerst, hoe gaan we dat aanpakken en hoeveel financiële ruimte is daarvoor beschikbaar? In bijlage 1 zijn in de 'uitvoeringsmatrix' de belangrijkste projecten voor de korte en lange termijn op een rij gezet. De uitvoeringsmatrix is dynamisch en zal periodiek aangevuld en geüpdatet worden. Op die manier kan de structuurvisie actueel blijven zonder dat deze als geheel steeds hoeft te worden aangepast. In de structuurvisie staan derhalve de hoofdlijnen, in de uitvoeringsmatrix worden deze 'vertaald' in concrete lopende en op te starten projecten.

Voorliggende paragraaf beschrijft zo concreet mogelijk welke keuzes we hebben gemaakt en hoe we die tot uitvoering willen brengen. Daarbij wordt dus een duidelijk onderscheid gemaakt tussen de korte termijn en de lange termijn.

6.1 Korte termijn (1-5 jaar)

De eerste jaren ligt de nadruk op voortzetting van bestaand beleid. De gemeentelijke begroting biedt op dit moment geen ruimte om nieuwe maatregelen in gang te zetten. Op basis van bestaand beleid hebben we de afgelopen periode echter al veel projecten in gang gezet die een bijdrage gaan leveren aan de speerpunten en opgaven uit deze structuurvisie. Op deze manier kunnen we op effectieve wijze al de eerste stappen zetten tot uitvoering van de visie. Voorbeelden in Naarden zijn de ontwikkelingen in de wijk Keverdijk en de planvorming voor het beter doorvaarbaar maken van de Naarder Trekvaart. In de Keverdijk komt ruimte voor wonen voor verschillende doelgroepen, voorzieningen in de wijken en een bijdrage wordt geleverd aan de sociale cohesie en zelfredzaamheid van inwoners. Met het plan voor de trekvaart een bijdrage wordt geleverd aan de recreatie/cultuurhistorie en deze lange lijn op de kaart wordt gezet.

In Bussum wordt bijvoorbeeld in het verlengde van de Gebiedsvisie Centrum het Centrumplan uitgewerkt en is men bezig met de transformatie van de Bensdorplocatie. In de plannen voor het centrum komen veel ambities samen ten aanzien van wonen, recreatie, cultuurhistorie, voorzieningen, bereikbaarheid. Bij de herontwikkeling van Bensdorp staan wonen , werken en cultuur centraal. Een groot deel van de nog aanwezige, oorspronkelijke bebouwing is waardevol en blijft bewaard.

Samen met de andere beschreven projecten in tabellen N1 (|Naarden) en B1 (Bussum) zorgen deze er voor dat in het verlengde van de genoemde speerpunten ook de eerste resultaten worden geboekt. De meeste van deze maatregelen zijn reeds voorzien van dekking en een uitvoeringsprogramma's.

6.2 Lange termijn (5-20 jaar)

Op langere termijn wachten de opgaven waarvoor nu nog geen middelen voor beschikbaar zijn. In de tabellen N2 en B2 zijn alle nieuwe maatregelen genoemd, die moeten bijdragen aan de realisatie van onze toekomstige doelen. Ook hier geldt dat we keuzes moeten maken. In de gemeentelijke begroting is op voorhand onvoldoende budget om alle opgaven met nieuwe budgetten te financieren. Bij het bepalen van het uitvoeringsprogramma voor de langere termijn gaan we kijken hoe we slimmer kunnen omgegaan met de beschikbare budgetten en welke verdienmodellen er mogelijk zijn om nieuwe geldstromen aan te trekken.

De maatregelen voor de langere termijn worden in een later stadium gekoppeld aan de nieuwe begrotingen en omgezet worden naar een concreet uitvoeringsprogramma waarin gezocht wordt naar een optimale priortering en uitvoeringsstrategie.

In dit uitvoeringsprogramma kijken we tevens terug op de voorliggende jaren. Welke maatregelen zijn al uitgevoerd en hebben een bijdrage geleverd aan de uitvoering van de structuurvisie. De uitkomsten van deze evaluatie zullen wij gebruiken om concreet aan te geven welke maatregelen wij in navolging daarop tot uitvoering willen brengen en op welke manier. In dat kader kan ook bekeken worden of er maatregelen naar voren kunnen worden gehaald en toegevoegd kunnen worden aan de korte termijn uitvoering.

Door het uitvoeringsprogramma jaarlijks te actualiseren zorgen wij er voor dat we ieder jaar nieuwe stappen kunnen zetten om de ambities en speerpunten handen en voeten te geven. Deze werkwijze biedt tevens de mogelijkheid om na te gaan of de structuurvisie nog wel actueel is. Nieuwe inzichten of veranderende omstandigheden kunnen het noodzakelijk maken de structuurvisie (partieel) te herzien. Op deze wijze houdt de gemeente constant een actuele structuurvisie.

6.3 Kostenverhaal

Wettelijk bestaat de mogelijkheid om voor projecten genoemd in de structuurvisie financiële dekking te zoeken bij andere projecten uit de structuurvisie die een exploitatieoverschot laten zien. Dit biedt een extra mogelijkheid om nieuwe financiële middelen te zoeken om nieuwe maatregelen tot uitvoering te brengen.


De Wet ruimtelijke ordening kent de mogelijkheid van bovenplanse verevening:

winstgevende locaties met een overschot dragen bij aan de onrendabele top van ontwikkeling of herstructurering van andere gebieden in de gemeente(n).1


In de wet zijn twee instrumenten genoemd om bovenplanse verevening toe te passen. Het eerste instrument is privaatrechtelijk: de anterieure overeenkomst. In een dergelijke overeenkomst tussen gemeente en de eigenaar van een winstgevende locatie mogen afspraken worden gemaakt over financiële bijdrage aan een ontwikkeling met een tekort, mits die ontwikkeling in de structuurvisie wordt aangemerkt als “ruimtelijke ontwikkeling”.


Het tweede instrument is publiekrechtelijk: bovenplanse kosten2 kunnen voor meerdere locaties of gedeelte daarvan in de exploitatieopzet worden opgenomen in de vorm van een fondsbijdrage, indien er voor deze locaties of gedeeltes daarvan een structuurvisie is vastgesteld welke aanwijzingen geeft over de bestedingen die ten laste van het fonds kunnen komen.


Naast bovenplanse verevening bestaat ook nog de mogelijkheid van bovenwijkse verevening. Het betreft hier een specifieke vorm van openbare voorzieningen die van nut zijn voor meerdere gebieden. Voor een bijdrage aan een bovenwijkse voorzieningen is geen grondslag in een structuurvisie vereist. Toch kan het zinvol zijn gewenste bovenwijkse voorzieningen concreet te benoemen als die bijdragen nodig hebben uit andere maatregelen genoemd in de structuurvisie. Niet in de laatste plaats omdat uit de Wro niet eenduidig is af te leiden wanneer nu sprake is van bovenwijkse kosten en wanneer van bovenplanse kosten.


Om de mogelijkheid van bovenplanse verevening te kunnen toepassen moet in deze structuurvisie aangegeven worden welke maatregelen in aanmerking komen voor bovenplanse verevening. In het op te stellen uitvoeringsprogramma voor de langere termijn zal dit kostenverhaal nader worden uitgewerkt en zal zo nodig aanpassing van de structuurvisies plaatsvinden.

1 Memorie van toelichting op de Wro, kamerstukken I 2004/05, 30 218, nr 3, pag 24-25

2 De begrippen bovenplanse verevening en bovenplanse kosten kunnen gelijkgesteld worden, Baardewijk, Wegwijzer exploitatieplan 2010, pag 114