direct naar inhoud van 6.3 Planregels
Plan: Oudere Dorp-Vaartweg 26
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0381.BP2012B004002-va01

6.3 Planregels

De planregels zijn onderverdeeld in vier hoofdstukken. Hoofdstuk 1 bevat de inleidende regels. Hoofdstuk 2 geeft de planregels behorende bij de in het plangebied voorkomende bestemmingen zoals hierboven genoemd. Hoofdstuk 3 bevat de algemene, voor het hele plangebied geldende bepalingen en hoofdstuk 4 bevat tot slot de overgangsregels en slotregel. In deze paragraaf worden de planregels kort toegelicht.

6.3.1 Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

In dit artikel worden de begrippen gedefinieerd, die in de planregels worden gehanteerd. Bij de toetsing aan het bestemmingsplan wordt uitgegaan van de in dit artikel aan de betreffende begrippen toegekende betekenis.

Artikel 2 Wijze van meten

Dit artikel geeft aan hoe de hoogte- en andere maten die bij het bouwen in acht dienen te worden genomen, moeten worden gemeten.

6.3.2 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Tuin

De gronden voor het hoofdgebouw zijn voorzien van de bestemming Tuin. Hier zijn in principe alleen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogelijk. Daarnaast is een souterrain hier mogelijk gemaakt. Dit is een uitbreiding van het souterrain dat onder het hoofdgebouw wordt gebouwd (binnen de bestemming Wonen). Het souterrain ligt onder de trap die toegang biedt tot de woningen en ligt maximaal 2,5 m uit de voorgevel van het hoofdgebouw (horizontale diepte). Dit souterrain heeft ten opzichte van het peil een hoogte van ten hoogste 0,7 m.

Artikel 4 Wonen

Deze bestemming is de hoofdbestemming van het plangebied. Hier wordt wonen toegestaan, eventueel in combinatie met aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten. Bepaald is dat de woningen aaneengebouwd gerealiseerd moeten worden. Op de plankaart is aangegeven dat ten hoogste vijf woningen kunnen worden gerealiseerd. Er zijn twee verschillende bouwhoogtes opgenomen op de plankaart: een voor de hoogte van de dakterrassen (dit kan overigens ook als een goothoogte worden gezien) en één voor de ruimte in het midden. Expliciet is bepaald dat de bouwhoogte kan worden overschreden door borstweringen ten behoeve van dakterrassen. Dit is impliciet al geregeld in de wijze van meten, lid 2.2 (bouwhoogte van een bouwwerk), waarin is bepaald dat de bouwhoogte mag worden overschreden ten behoeve van ondergeschikte bouwonderdelen. Om discussie te vermijden, zijn borstweringen hier expliciet benoemd. Overigens is op de plankaart voor het middendeel een hoogte van 9,5 m aangegeven, terwijl een hoogte van 10 m in de plannen zijn opgenomen. Deze hogere hoogte zal worden gerealiseerd door gebruik te maken van de afwijkingsmogelijkheid in artikel 8 (overschrijding bouwgrenzen).

De woningen kunnen gedeeltelijk worden gebruikt voor het uitoefenen van beroep-aan-huis. Onder een beroep-aan-huis wordt verstaan het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, dan wel het uitoefenen van een beroep op medisch, paramedisch of therapeutisch gebied, welke door hun beperkte omvang in een gedeelte van een woning inclusief aan- en uitbouwen wordt uitgeoefend. Tevens kunnen in de woningen onder een aantal voorwaarden kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten worden uitgeoefend. Het gaat om bedrijvigheid die verenigbaar is met de woonfunctie en welke niet leidt tot aantasting van de woonkwaliteit. De oppervlakte die gebruikt mag worden voor een beroep-aan-huis of kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is aan een maximum gebonden om te voorkomen dat het woonkarakter wordt verdrongen door de niet-woonfunctie (maximaal 25% van het gezamenlijke vloeroppervlak met een maximum van 40 m²).

6.3.3 Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 5 Antidubbeltelregel

Deze regel dient om te voorkomen dat indien in het bestemmingsplan bij een bepaald gebouw een zeker open terrein is geëist, dat terrein nog eens meetelt bij het beoordelen van een aanvraag voor een ander gebouw, waaraan een soortelijke eis wordt gesteld.

Artikel 6 Algemene bouwregels

De op de verbeelding aangegeven bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen worden overschreden met kleine bouwdelen. In dit artikel is geregeld hoe groot de overschrijding mag zijn en onder welke voorwaarden.

Artikel 7 Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening

Bij globale bestemmingsplannen bestaat de kans dat bij toetsing van bouwaanvragen sprake is van een aanvullende werking bouwverordening, omdat het bestemmingsplan ter zake van de stedenbouwkundige bepaling uit de bouwverordening (zoals bouwhoogte) niets regelt. Deze aanvullende werking kan ongewenst zijn, omdat het bestemmingsplan met opzet globaal is gehouden ten aanzien van deze ontwerpen. Artikel 8 voorkomt dat bepalingen uit de bouwverordening alsnog van toepassing kunnen zijn.

Artikel 8 Algemene afwijkingsregels

Voor ondergeschikte afwijkingen van het bestemmingsplan is een algemene afwijkingsmogelijkheid opgenomen. De onderhavige regeling voorziet in verband met de gewenste duidelijkheid, in een objectieve begrenzing van het toepassingsbereik van de afwijking.

Artikel 9 Algemene wijzigingsregels

In dit artikel is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen ten behoeve van kleine overschrijdingen van de bestemmingsgrenzen.

Artikel 10 Werking wettelijke regelingen

In de regels bij bestemmingsplannen wordt in een (toenemend) aantal gevallen met verwijzing naar een (andere) wettelijke regeling een procedure, begrip en/of functie uit die andere regeling van toepassing verklaard. Zo ook in dit bestemmingsplan.

Sinds jaar en dag mag van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRS) een bestemmingsplan slechts volgens de vereiste procedure van de Wro worden gewijzigd en heeft de Afdeling er bezwaren tegen dat een plan impliciet kan worden gewijzigd, zoals het geval kan zijn als zonder verdere aanduiding een van-toepassing-verklaring van een wettelijke regeling in de planregels is opgenomen.

Het is dan ook nodig dat verwijzingen naar toepasbare wettelijke regelingen worden gefixeerd, namelijk naar de tekst ervan zoals die op het moment van vaststelling van het plan gold. Wordt dit nagelaten dan bestaat het risico dat de ABRS een vastgesteld bestemmingsplan alsnog vernietigt.

6.3.4 Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 11 Overgangsrecht

In artikel 3.2.1. van het Bro zijn standaardregels opgenomen met betrekking tot het overgangsrecht voor bouwwerken en gebruik. Deze maken onderdeel uit van dit bestemmingsplan.

Artikel 12 Slotregel

Het laatste artikel van de voorschriften betreft de citeertitel van het onderhavige bestemmingsplan.