De Engh-Heidezicht

4.8 Water

Beleid

In de Handleiding Watertoets & Vergunningverlening uit 2003 van het Hoogheemraadschap zijn de uitgangspunten aangegeven voor het afstemmen van ruimtelijke plannen op het watersysteem. Het Hoogheemraadschap gaat bij de ontwikkeling van nieuwe stedelijke functies uit van 10% open water of zoveel als uit een nadere berekening nodig blijkt. In hooggelegen infiltratiegebieden geldt geen verplichting tot de aanleg van open water als compensatie voor toename van verhard oppervlak. In plaats daarvan dient de initiatiefnemer voldoende tijdelijk bergend oppervlak te creëren en daarnaast voorzieningen waarmee schoon regenwater in de ondergrond kan infiltreren. Verder is op dit moment het Waterplan Naarden-Bussum 2008-2014 (2008) van toepassing. In het Waterplan is de gemeenschappelijke visie van het waterbeheer opgenomen van de gemeenten Bussum, Naarden en het Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vechtstreek.

Huidige situatie

Het plangebied is gelegen ten zuiden van de Plantsoenweg. Volgens de Bodemkaart van Nederland bestaat de bodem uit zwaklemig fijn zand. Er is sprake van grondwatertrap VII. Dat wil zeggen dat de gemiddeld hoogste grondwaterstand varieert tussen de 0,80 m en 1,20 m beneden maaiveld en dat de gemiddeld laagste grondwaterstand meer dan 1,40 m beneden maaiveld ligt. Het gebouw voor het horecabedrijf is in het plangebied reeds gerealiseerd.

Toekomstige situatie

Door dit bestemmingsplan is de toevoeging van het terras van circa 300 m2 mogelijk. Dit wordt slechts ten dele verhard. Omdat het plangebied is gelegen op zandgronden, is op grond van de Handleiding compensatie niet aan de orde. Het water kan rechtstreeks infiltreren in de bodem. Daarvoor dienen er rondom het terras mogelijkheden te zijn om afstromend hemelwater in de bodem te infiltreren. Overigens voldoet de ondergrond aan de eisen van de Nota waterhuishouding, zodat geen extra infiltratiemaatregelen behoeven te worden genomen.

Ter voorkoming van diffuse verontreinigingen van water en bodem geldt een verbod op het toepassen van zink, lood, koper en PAK's-houdende bouwmaterialen.

Conclusie

De ontwikkeling heeft geen negatieve gevolgen voor het waterhuishoudkundige systeem ter plaatse.