direct naar inhoud van 6.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid
Plan: Het Spiegel-Herenstraat 24
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0381.BP2011B002004-oh01

6.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Het ontwerpbestemmingsplan heeft gedurende zes weken tervisie gelegen (van 2 september t/m 13 oktober 2011). Gedurende deze periode zijn ingezetene en andere belangstellenden in de gelegenheid gesteld om (mondeling of schriftelijk) zijn of haar zienswijzen aan het college van burgemeester en wethouders bekend te maken. In totaal zijn twee zienswijzen ingediend: één van de Brandweer en één bewoner van de Nieuwe Hilversumseweg 24. Beide zienswijzen zijn tijdig ingediend. In dit hoofdstuk zijn de zienswijzen samengevat en van een beantwoording voorzien. Hierbij zijn opmerkingen verwerkt die tijdens de raadscommissie van 11 januari 2012 naar voren zijn gebracht. Tevens is aangegeven of en, zo ja, op welke wijze de zienswijzen leiden tot aanpassingen van het bestemmingsplan.

6.2.1 Zienswijze brandweer

Samenvatting zienswijze

Voor dit bestemmingsplan is het vervoer van gevaarlijke stoffen over de spoorlijn Amsterdam - Amersfoort relevant. Zoals in de toelichting is aangegeven is de wijziging van de bestemming van 'wonen' naar 'wonen en detailhandel' in het kader van de verantwoording van het groepsrisico een minimale wijziging, welke een minimaal gevolg heeft voor de hoogte van het groepsrisico. De brandweer maakt over het ontwerpbestemmingsplan de volgende opmerkingen.

  • 1. Geadviseerd wordt om in paragraaf 2.2 te verwijzen naar de door de gemeente vastgestelde beleidsvisie 'externe veiligheid'.
  • 2. In paragraaf 4.5 wordt de verantwoording van het groepsrisico zeer summier beschreven. De brandweer adviseert om deze paragraaf beter en gedetailleerder uit te werken. Hierbij kan aansluiting worden gezocht bij het bestemmingsplan Het Spiegel - Prins Hendrik 2010. Er dient echter wel nagegaan te worden of de wet- en regelgeving nog is geactualiseerd na het vaststellen van het bestemmingsplan. Eén van de nieuwe onderwerpen in de PAG-zone langs het spoor.

De brandweer is tot de conclusie gekomen dat de externe veiligheidsparagraaf onvoldoende invulling geeft aan de verantwoording van het groepsrisico. De brandweer onderschrijft echter wel de conclusie dat het aspect externe veiligheid de uitvoering van het plan niet in de weg staat.

Beantwoording zienswijze

  • 1. In de paragraaf externe veiligheid is het nieuwe beleid verwerkt.
  • 2. De verantwoording van het groepsrisico is uitgebreid. Hierbij is eveneens rekening gehouden met de PAG-zone langs het spoor.

De verantwoording van het groepsrisico is aangepast. De verantwoording is echter wel beknopt gehouden, aangezien de brandweer ook heeft aangegeven dat de wijziging die met dit bestemmingsplan mogelijk wordt gemaakt minimaal is.

Op basis van de zienswijze is de paragraaf externe veiligheid met de verantwoording van het groepsrisico aangepast.

6.2.2 Bewoner Nieuwe Hilversumseweg 24

Samenvatting zienswijze

  • 1. De procedure van het postzegelbestemmingsplan is niet duidelijk voor indiener. Het is niet duidelijk wat de status is van een dergelijke publicatie. Omdat de commissie RO een aantal jaren geleden aangegeven heeft op hoofdlijnen te willen werken, zou dit stuk naar mening van indiener herkenbaar door de gemeente van commentaar moeten zijn voorzien, wat betreft afwijkingen ten opzichte van bestaand beleid met betrekking tot parkeren, winkel areaal etc.
  • 2. In het stuk wordt enigszins lichtzinnig over een totaal gebrek aan parkeer en laad- en losmogelijkheden heengestapt, zonder enige (geldelijke) compensatie voor vervangende parkeerruimte (parkeerfonds), eventueel elders te compenseren. Voor winkels en woningen gelden normen. Wanneer gelden deze wel en wanneer gelden deze niet? Daar komt bij dat er beroepen aan huis mogelijk zijn en splitsing in 2 appartementen denkbaar lijkt, met de consequentie voor de parkeerbehoefte.
  • 3. Consequentie zou kunnen zijn dat de parkeeroverlast dusdanig toeneemt dat in de buurt vergunningparkeren moet worden ingevoerd, wat voor de gemeenschap/omwonenden jaarlijks kosten en ergernis oplevert. De winkel ligt aan een drukke straat. Tevens lijkt het laden en lossen problematisch, ook voor klanten: met drie doosjes wijn onder de arm naar de auto lopen is lastig.
  • 4. Door de onlangs door de wethouder gepresenteerde centrumvisie is het duidelijk geworden dat nieuwe winkels slechts gebouwd zouden moeten worden in het centrum, daar er elders reeds veel leegstand is, wat een negatieve uitstraling heeft op de omgeving. Een dergelijke winkel hoort in het centrum thuis, zou een verrijking zijn voor de Kapelstraat. De uitbreiding op deze locatie past niet in de filosofie de winkelfunctie van het centrum te versterken. Bovendien wordt de toekomstige wijnwinkel groter dan de voormalige fietswinkel.
  • 5. Het lijkt indiener een goed idee dat er een soort centrummanager komt die de mix van winkelformules in de gaten houdt - een groot probleem met de vele particuliere eigenaren - zodat deze wijnwinkel een kans krijgt op een eigen pand in het centrum.
  • 6. Indiener vindt de globale gevelbeeld acceptabel. Bij deze hoogte zal er zeker een 5 à 6 meter brede schaduw ontstaan, dus hebben de buren nooit meer zon in hun huis of tuin. Indiener vraagt zich af of de planschade voor rekening komt van de gemeente of ontwikkelaar, daar er nu ter plaatse geen 8,2 m hoge bebouwing is toegestaan. Zijn maten niet altijd in hele meters.
  • 7. Daar komt bij dat er allerlei uitzonderingen en ontheffingsmogelijkheden zijn (artikel 7, 8, 9, 10 en 12) waardoor er - zonder instemming van de raad- toch gekke dingen kunnen gebeuren. Het perceel wordt al volgebouwd. Daar komt bij dat er allerlei vergunningvrije zaken gebouwd kunnen worden (zoals dakkapellen).

Beantwoording

  • 1. Het ontwerpbestemmingsplan heeft ter visie gelegen. Dit is gebeurd in het kader van de wettelijke procedure (artikel 3.8 Wet ruimtelijke ordening). Dit stuk is door het college vrijgegeven voor inspraak. Voor zover er opmerkingen van de gemeente waren op het stuk, zijn deze opgenomen in het ontwerpbestemmingsplan. Hierin is onder meer opgenomen dat de eis niet wordt gesteld dat er parkeerplaatsen op eigen terrein gerealiseerd moeten worden. Vanwege de benodigde toerit, zou deze eis leiden tot een afname van het aantal parkeerplaatsen in het openbaar gebied. Gezien de beperkte omvang van de ontwikkeling en het feit dat in het verleden detailhandel op deze locatie mogelijk was, is daarom afgezien van deze eis.
  • 2. Verwezen wordt naar de beantwoording onder 1. Daar wordt aangegeven dat woningsplitsing niet mogelijk zal zijn: aangegeven is immers dat per bouwvlak ten hoogste één woning is toegestaan. In principe gelden de parkeernormen altijd voor de functies die worden toegevoegd met het wijzigen van een bestemmingsplan. In dit geval is echter het toevoegen van parkeerplaatsen op eigen erf niet realistisch (zie onder 1.).
  • 3. De gemeente is van mening dat de parkeeroverlast als gevolg van deze ontwikkeling niet dusdanig toeneemt dat hierdoor vergunningparkeren moet worden ingevoerd. Daarbij wordt nog eens benadrukt dat dit een wijziging is, waarbij de juridisch-planologische mogelijkheid uit het verleden wordt teruggebracht.
  • 4. De gemeente is van mening dat een wijnhandel een goede functie is op deze locatie, zeker aangezien in het verleden op deze locatie een detailhandelsfunctie mogelijk was en het pand inmiddels geruime tijd leeg staat. In het verleden was ook op de gehele begane grond detailhandel mogelijk. Dat wordt met dit bestemmingsplan weer teruggedraaid.
  • 5. De mogelijkheid van het instellen van een centrummanager valt buiten de reikwijdte van dit bestemmingsplan. De gemeente staat op dit moment achter het initiatief voor deze (wijn)winkel.
  • 6. Voor de bouwmogelijkheden is zo veel mogelijk aangesloten bij het vigerende bestemmingsplan Het Spiegel - Prins Hendrikpark 2010. Hierin is opgenomen dat ter plaatse een goothoogte van 6 m is toegestaan en dat een hoofdgebouw moet zijn afgedekt met een kap (in de begrippen is vervolgens opgenomen dat een kap een hellingshoek moet hebben tussen de 30 en 65 graden). De bouwhoogte van 8,2 m was daarom niet specifiek geregeld in het ontwerpbestemmingsplan. Het is echter wel wenselijk de bouwhoogte op te nemen. Indien een brede en steile kap wordt gerealiseerd, kan immers een (niet gewenste) hoge bouwhoogte ontstaan. Voor de bouwhoogte wordt aangesloten bij het bestaande hoofdgebouw (circa 8,8 m) en wordt een hoogte van 9 m aangehouden. Aangezien op de plankaart een goothoogte van 6 m is opgenomen, wordt in de regels bepaald dat de bouwhoogte ten hoogste de aangegeven goothoogte bedraagt, vermeerderd met 3 m. Het naastgelegen hoofdgebouw Herenstraat 26 is overigens hoger dan 9 m.
  • 7. De afwijkingsmogelijkheden waren eveneens opgenomen in het bestemmingsplan Het Spiegel - Prins Hendrikpark 2010. Op basis van het huidige bestemmingsplan kan er een woning worden gebouwd, waarbij dezelfde hoogtes met afwijkingsmogelijkheden gerealiseerd kan worden. De gemeente is daarom van mening dat dit bestemmingsplan alleszins acceptabel is.

De zienswijze is deels gegrond. In de regels wordt in lid 3.2.2 de volgende bepaling toegevoegd: “de bouwhoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' aangegeven hoogte vermeerderd met 3 m”.