Plan: | Het Spiegel-Iepenlaan 6 |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0381.BP2010B002002-oh01 |
De planregels zijn onderverdeeld in vier hoofdstukken. Hoofdstuk 1 bevat de inleidende regels. Hoofdstuk 2 geeft de planregels behorende bij de in het plangebied voorkomende bestemmingen zoals hierboven genoemd. Hoofdstuk 3 bevat de algemene, voor het hele plangebied geldende bepalingen en hoofdstuk 4 bevat tot slot de overgangsregels en slotregel. In deze paragraaf worden de planregels kort toegelicht.
Artikel 1 Begrippen
In dit artikel worden de begrippen gedefinieerd, die in de planregels worden gehanteerd. Bij de toetsing aan het bestemmingsplan wordt uitgegaan van de in dit artikel aan de betreffende begrippen toegekende betekenis.
Artikel 2 Wijze van meten
Dit artikel geeft aan hoe de hoogte- en andere maten die bij het bouwen in acht dienen te worden genomen, moeten worden gemeten.
Artikel 3 Wonen
De eigenaren willen het voormalige kerkgebouw graag behouden. De gemeente wil dit faciliteren. Aangezien de oppervlakte van het hoofdgebouw groter is dan binnen de standaardregeling voor woningen binnen de gemeente Bussum normaal wordt toegestaan, is voor dit perceel maatwerk toegepast. Het hele perceel is bestemd tot Wonen. Voor het kerkgebouw is een bouwvlak opgenomen waarbinnen het hoofdgebouw en aan- en uitbouwen moeten liggen. Bijgebouwen en overkappingen mogen wel buiten het bouwvlak worden gerealiseerd, met dien verstande dat ze wel op een afstand van minimaal 3 m achter de voorgevel moeten worden gerealiseerd.
Aangezien in de standaard regeling voor erven in Bussum een maximum bebouwingspercentage en -oppervlakte voor bijgebouwen, overkappingen en aan- en uitbouwen geldt en binnen dit bestemmingsplan op het erf alleen bijgebouwen en overkappingen zijn toegestaan, is maatwerk toegepast voor de maximumoppervlakte van bijgebouwen en overkappingen (20 m2).
Op de verbeelding zijn de maximale goot- en bouwhoogte opgenomen conform de huidige situatie. De buitenkant van het pand wordt immers niet gewijzigd.
Aan de voorzijde van het gebouw is geen bestemming Tuin opgenomen, wat in de meeste gevallen in Bussum wel wordt gedaan. Dit zou echter betekenen dat er aan de voorzijde niet mag worden geparkeerd, terwijl dit de enige plek op het perceel is waar de twee benodigde parkeerplaatsen kunnen worden gerealiseerd. Binnen de bestemming Tuin worden over het algemeen eveneens kleine uitbouwen (zoals erkers) mogelijk gemaakt. Aangezien het niet wenselijk is dat het gebouw aan de voorzijde wordt uitgebreid, is deze regeling daarom ook geschrapt. In de bestemming Wonen is ten aanzien van erfafscheidingen geregeld dat voor (het verlengde van) de voorgevel erfafscheidingen tot een hoogte van 1 m zijn toegestaan. Achter (het verlengde van) de voorgevel zijn erfafscheidingen tot een hoogte van 2 m toegestaan.
Binnen de bestemming Wonen zijn mogelijkheden opgenomen voor het uitoefenen van een beroep-aan-huis. Onder een beroep-aan-huis wordt verstaan het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch of een daarmee naar aard en gelijk te stellen gebied, dan wel het uitoefenen van een beroep op medisch, paramedisch of therapeutisch gebied, welke door de beperkte omvang in een gedeelte van een woning en de daarbij behorende aan- en uitbouwen wordt uigeoefend.
Tevens is toegestaan dat binnen de woonbestemming onder enkele voorwaarden kleinschalige bedrijvigheid kan worden uitgeoefend. Het betreft hier activiteiten waarvoor geen melding- of vergunningplicht op grond van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer geldt en die door de beperkte omvang in een gedeelte van een woning en de daarbij behorende bebouwing worden uitgeoefend (bijvoorbeeld een assurantiekantoor of een kapper). Het gaat hier om bedrijvigheid die verenigbaar is met de woonfunctie en welke niet leidt tot de aantasting van de woonkwaliteit. De activiteit dient te worden uitgevoerd door de bewoner van de woning. De oppervlakte die gebruikt mag worden voor een beroep-aan-huis of kleinschalige bedrijvigheid is aan een maximum gebonden (maximaal 25% van het vloeroppervlak van de woning met een maximum van 40 m² ).
Artikel 4 Antidubbeltelregel
Deze regel dient om te voorkomen dat indien in het bestemmingsplan bij een bepaald gebouw een zeker open terrein is geëist, dat terrein nog eens meetelt bij het beoordelen van een aanvraag voor een ander gebouw, waaraan een soortelijke eis wordt gesteld.
Artikel 5 Algemene bouwregels
De op de verbeelding aangegeven bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen worden overschreden met kleine bouwdelen. In dit artikel is geregeld hoe groot de overschrijding mag zijn en onder welke voorwaarden.
Artikel 6 Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening
Bij globale bestemmingsplannen bestaat de kans dat bij toetsing van bouwaanvragen sprake is van een aanvullende werking bouwverordening, omdat het bestemmingsplan ter zake van de stedenbouwkundige bepaling uit de bouwverordening (zoals bouwhoogte) niets regelt. Deze aanvullende werking kan ongewenst zijn, omdat het bestemmingsplan met opzet globaal is gehouden ten aanzien van deze ontwerpen. Artikel 6 voorkomt dat bepalingen uit de bouwverordening alsnog van toepassing kunnen zijn.
Artikel 7 Algemene afwijkingsregels
Voor ondergeschikte afwijkingen van het bestemmingsplan is een algemene afwijkingsmogelijkheid opgenomen. De onderhavige regeling voorziet in verband met de gewenste duidelijkheid, in een objectieve begrenzing van het toepassingsbereik van de ontheffing.
Artikel 8 Werking wettelijke regeling
In de regels bij bestemmingsplannen wordt in een (toenemend) aantal gevallen met verwijzing naar een (andere) wettelijke regeling een procedure, begrip en/of functie uit die andere regeling van toepassing verklaard. Zo ook in dit bestemmingsplan.
Sinds jaar en dag mag van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRS) een bestemmingsplan slechts volgens de vereiste procedure van de Wro worden gewijzigd en heeft de Afdeling er bezwaren tegen dat een plan impliciet kan worden gewijzigd, zoals het geval kan zijn als zonder verdere aanduiding een van-toepassing-verklaring van een wettelijke regeling in de planregels is opgenomen.
Het is dan ook nodig dat verwijzingen naar toepasbare wettelijke regelingen worden gefixeerd, namelijk naar de tekst ervan zoals die op het moment van vaststelling van het plan gold. Wordt dit nagelaten dan bestaat het risico dat de ABRS een vastgesteld bestemmingsplan alsnog vernietigt.
Artikel 9 Overgangsrecht
Bouwwerken
In dit artikel is het overgangsrecht ten aanzien van bouwen neergelegd. Uitbreiding van de bebouwing is slechts mogelijk met een omgevingsvergunning voor het afwijking van het bevoegd gezag.
Gebruik
De eerste drie delen van dit artikel betreffen de (reducerende) overgangsregels met betrekking tot gebruik van onbebouwde gronden en bouwwerken voor zover dat gebruik afwijkt van het bestemmingsplan op het moment dat dit rechtskracht krijgt. Hiervan is uitgezonderd strijdig gebruik dat al in strijd was met het voorheen tot dat tijdstip geldende plan en waartegen wordt of alsnog kan worden opgetreden. Dit sluit aan bij de vaste jurisprudentie van de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waaruit blijkt dat, indien de gemeente strijdig gebruik gewraakt heeft, er geen beroep op het overgangsrecht mogelijk is.
Artikel 10 Slotregel
Het laatste artikel van de planregels betreft de citeertitel van het onderliggende bestemmingsplan.