direct naar inhoud van Bijlage 10 Onderzoek luchtkwaliteit
Plan: Centrum
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0381.BP2009B006001-va01

Bijlage 10 Onderzoek luchtkwaliteit

10.1 Beleidskader en normstelling

In paragraaf 4.7 zijn de hoofdpunten van de geldende wetgeving voor luchtkwaliteit beschreven. In deze bijlage worden enkele aanvullende punten uit de Wet milieubeheer luchtkwaliteitseisen 2007 (ook wel Wet luchtkwaliteit, hierna Walk) nader uiteengezet.

Wet milieubeheer luchtkwaliteitseisen

Maatgevende stoffen langs wegen

Voor luchtkwaliteit als gevolg van wegverkeer is stikstofdioxide (NO2, jaargemiddelde) het meest maatgevend, aangezien deze stof door de invloed van het wegverkeer het snelst een overschrijding van de grenswaarde uit de Walk veroorzaakt6. Daarnaast zijn ook de concentraties van fijn stof (PM10) van belang. Andere stoffen uit de Walk hebben een beperkte invloed op de luchtkwaliteit bij wegen en worden daarom bij deze toetsing buiten beschouwing gelaten.

Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007

In de Regeling beoordeling luchtkwaliteit is vastgesteld dat concentraties van stoffen die zich van nature in de buitenlucht bevinden en die niet schadelijk zijn voor de volksgezondheid bij de beoordeling van de grenswaarden voor fijn stof buiten beschouwing worden gelaten. In de Regeling is bepaald dat alleen de bijdrage van zeezout kan worden afgetrokken van de concentratie fijn stof. Aangegeven is hoe groot de aftrek van het jaargemiddelde en 24-uurgemiddelde per gemeente bedraagt. Voor de gemeente Bussum bedraagt de aftrek voor het jaargemiddelde van fijn stof 5 µg/m³ en voor het 24-uurgemiddelde 6 overschrijdingen per jaar.

Daarnaast staan in de Regeling beoordeling luchtkwaliteit de regels voor het meten en berekenen van de gevolgen voor de luchtkwaliteit beschreven. Bij de berekening van de luchtkwaliteit wordt onderscheid gemaakt tussen verkeers- en industriële bronnen. Voor verkeer wordt onderscheid gemaakt tussen Standaard Rekenmethode 1 (SRM 1) betreffende stedelijke situaties met weinig hoogteverschillen; en standaard- rekenmethode 2 (SRM 2) voor de bepaling van overige situaties. Er mag van een andere methode gebruik worden gemaakt indien deze is goedgekeurd door het ministerie van VROM. In het de Regeling beoordeling luchtkwaliteit is tevens aangegeven welke gegevens gebruikt worden bij het maken van de berekening en op welke wijze de berekeningsresultaten worden afgerond.

10.2 Onderzoek luchtkwaliteit

Uitgangspunten onderzoek luchtkwaliteit

In het kader van een goede ruimtelijke ordening wordt ten behoeve van het bestemmingsplan Centrum inzicht gegeven in de luchtkwaliteit ter plaatse van het plangebied. Het bestemmingsplan maakt, behoudens de ontwikkeling aan de Torenlaan-Prinsenstraat (zie bijlage 14) geen concrete nieuwe ontwikkelingen mogelijk.

In het verkeersmodel is echter rekening gehouden met ontwikkelingen in en om het plangebied (zie paragraaf verkeer). De verkeersprognoses voor 2020, die zijn overgenomen uit de paragraaf verkeer, vormen daarom de input voor de luchtkwaliteitsberekeningen. Dit onderzoek geeft antwoord op de vraag of er vanuit het oogpunt van luchtkwaliteit sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat ter plaatse van het plangebied.

Er zijn luchtkwaliteitsberekeningen uitgevoerd langs de maatgevende wegen in en nabij het plangebied. In het onderzoek zijn de Brinklaan, de Kerkstraat en de Landstraat als maatgevende wegen beschouwd aangezien dit de hoofdontsluitingswegen zijn waarop de hoogste verkeersintensiteit voorkomt. De berekeningen zijn uitgevoerd langs de wegvakken met de hoogste verkeersintensiteit. De verkeersintensiteiten op overige wegvakken en overige wegen in en rond het plangebied zijn lager zodat berekeningen voor deze wegen geen betekenis hebben voor het aantonen van het effect op de luchtkwaliteit. Als er langs de maatgevende wegen wordt voldaan aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit dan zal in de rest van het plangebied en de omgeving het geval zijn aangezien de concentraties van luchtverontreinigende stoffen het hoogst zijn in de directe omgeving van een weg. Overige wegen met een hoge verkeersintensiteit (zoals snelwegen) liggen op dergelijke afstand, dat de effecten op de luchtkwaliteit ter plaatse van het plangebied zijn te verwaarlozen. De bijdrage van deze wegen is verwerkt in de achtergrondconcentraties.

Onderzoeksmethode
De luchtkwaliteit als gevolg van lokaal wegverkeer is berekend met behulp van het CAR II-programma7. Het CAR II-programma is een wettelijk goedgekeurd standaardrekenprogramma voor luchtkwaliteit in binnenstedelijke situaties met enige vorm van bebouwing. Het plangebied en omgeving zijn grotendeels als zodanig aan te merken. Voor het wegvak randweg Zuid, dat een buitenstedelijk wegvak is, zou een ander rekenprogramma nauwkeuriger resultaten berekenen. Aangezien de luchtkwaliteit ruimschoots voldoet aan de grenswaarden wordt hier eveneens volstaan met de indicatieve berekeningen die worden uitgevoerd met CAR. Het CAR II-programma kan berekeningen uitvoeren voor onder andere de maatgevende stoffen fijn stof (PM10) en stikstofdioxide.  

Invoergegevens

In de onderstaande tabel B9.1 zijn de verkeersintensiteiten langs maatgevende wegen vermeld. De verkeersintensiteiten en de voertuigverdeling zijn overgenomen uit de paragraaf verkeer. Voor het prognosejaar 2010 ontbreken gegevens. Daarom is in 2010 gerekend met de verkeersprognoses voor 2020 hetgeen resulteert in een overschatting van de situatie in 2010 aangezien de verkeersintensiteiten in 2010 lager zullen zijn dan in het prognosejaar 2020.

Tabel B9.1 Verkeersintensiteiten (mvt/etmaal, afgerond op 50-tallen)

straatnaam   2010   2020  
Brinklaan (Nieuwe Raadhuisstraat-Eslaan)   12400   12400  
Kerkstraat (Kapelstraat-Landstraat)   13000   13000  
Landstraat (Huizerweg-Havenstraat)   12500   12500  

Naast de verkeersintensiteiten wordt in het CAR II-programma nog een aantal basisgegevens ingevoerd (zie tabel B9.2). Conform de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007 (gewijzigd 19 juli 2008) worden de concentraties van stikstofdioxiden (NO2) en fijn stof bepaald op maximaal 10 m van de wegrand. In de berekeningen is uitgegaan van een afstand van 7 m tot de wegas zodat op dit punt wordt voldaan aan de Regeling beoordeling luchtkwaliteit.

Tabel B9.2 Overige invoergegevens

straatnaam   RD-coördinaten   voertuigverdeling (licht/middelzwaar zwaar verkeer)   wegtype   snelheidstype   bomenfactor   afstand tot de wegas  
  X   Y            
Brinklaan
(Nieuwe Raadhuisstraat- Eslaan)  
139673   476631   0,93/0,0543/0,0157   3a   normaal stads- verkeer   1,00   7  
Kerkstraat (Kapelstraat- Landstraat)   139885   476201   0,95/0,037/0,013   3a   normaal stads- verkeer   1,00   7  
Landstraat (Huizerweg- Havenstraat)   139896   476315   0,093/0,0536/0,0164   3a   normaal stads- verkeer   1,00   7  

Berekeningsresultaten

In tabel B9.3 zijn de resultaten van de berekening van de luchtkwaliteit weergegeven voor de prognosejaren 2010 en 2020. Op basis van de Regeling beoordeling luchtkwaliteit (2007) is de bijdrage van zeezout afgetrokken van de berekende waarden voor fijn stof, het resultaat is opgenomen in de tabel.

B9.3 Berekeningsresultaten luchtkwaliteit verkeersaantrekkende werking

weg   stikstofdioxide (NO2) jaargemiddelde
(µg/m³)  
fijn stof (PM10)
jaargemiddelde
(µg/m³)*  
fijn stof (PM10)
(aantal overschrijdingen 24-uurgemiddelde grenswaarde)  
  2010   2020   2010   2020   2010   2020  
Brinklaan   29,7   19,4   20,5   17,2   11   4  
Kerkstraat   30,6   19,9   20,8   17,4   12   5  
Landstraat   31,2   20,2   20,8   17,4   12   5  

* Inclusief aftrek bijdrage zeezout voor fijn stof.

Conclusie

Uit tabel B9.3 blijkt dat langs de onderzochte wegen in 2010 (worst case) en 2020 aan de grenswaarden uit de Walk wordt voldaan. Aangezien direct langs deze twee wegen aan de grenswaarden wordt voldaan zal dat ook gelden voor locaties die verder van deze wegen zijn gelegen. De concentraties luchtverontreinigende stoffen worden immers lager naarmate een locatie verder van de weg is gelegen. Op basis daarvan wordt geconcludeerd dat er ter plaatse het plangebied sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat.