direct naar inhoud van Artikel 34 Algemene wijzigingsregels
Plan: Overveen 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0377.OV2012-vg02

Artikel 34 Algemene wijzigingsregels

34.1 Algemeen

Het bevoegd gezag is, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd het plan te wijzigen, indien de wijziging betrekking heeft op:

  • a. een enigszins andere situering en/of begrenzing van bouwpercelen, dan wel bestemmingsgrenzen, bouwgrenzen en bouwvlakken en/of aanduidingen, indien bij de uitvoering van het plan mocht blijken dat verschuivingen nodig zijn ter uitvoering van een bouwplan, op voorwaarde, dat de oppervlakte van het betreffende bouwperceel, bestemmingsvlak dan wel bouwvlak met niet meer dan 10% zal worden gewijzigd;
34.2 Wro-zone - wijzigingsgebied 1

Het bevoegd gezag is, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd het plan te wijzigen ter plaatse van de aanduiding 'Wro-zone - wijzigingsgebied 1' en toestaan de bestemming 'Bedrijf' te wijzigen in de bestemmingen 'Wonen', 'Tuin' en 'Verkeer-Verblijfsgebied', mits voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. Wanneer de bestaande gebouwen worden omgebouwd tot woningen, gelden de volgende randvoorwaarden:
    • 1. in de bestaande gebouwen mogen ten hoogste 4 woningen worden gecreëerd;
    • 2. de goothoogte van de woningen mag ten hoogste 7 meter bedragen;
    • 3. de nokhoogte van de woningen mag ten hoogste 11 meter bedragen;
    • 4. de goot- en nokhoogte ter plaatse van de aanduiding “berging” niet mag worden vergroot;
    • 5. het bouwvlak van de bestaande gebouwen mag niet worden vergroot;
  • b. Wanneer er sprake is van sloop/nieuwbouw, gelden de volgende randvoorwaarden:
    • 1. er mogen er ten hoogste 4 woningen worden gebouwd;
    • 2. de goothoogte van de woningen mag ten hoogste 7 meter bedragen;
    • 3. de nokhoogte van de woningen mag ten hoogste 11 meter bedragen;
    • 4. het bebouwd grondoppervlak van de hoofdgebouwen en bijgebouwen mag in totaal niet meer bedragen dan binnen het huidige bouwvlak is toegestaan.
    • 5. de afstand tussen de bouwvlakken van de woningen in het wijzigingsgebied en de bouwvlakken van de woningen buiten het wijzigingsgebied aan de Zijlweg en de Bloemendaalseweg ten zuiden en ten westen van het wijzigingsgebied dient ten minste 16 meter te bedragen;
    • 6. de afstand tussen de bouwvlakken van de woningen in het wijzigingsgebied en de bouwvlakken van de woningen buiten het wijzigingsgebied ten noorden en ten oosten van het wijzigingsgebied dient ten minste 5 meter te bedragen;
    • 7. bij elke woning dienen tenminste 2 parkeerplaatsen op eigen terrein te worden gecreëerd.
    • 8. de parkeerplaatsen dienen via de Zijlweg of via de Bloemendaalseweg te worden ontsloten;
    • 9. er dient te worden aangetoond dat het plan voldoet aan wettelijke randvoorwaarden op het gebied van geluidshinder, luchtkwaliteit, geurhinder, bodemkwaliteit, externe veiligheid, natuurwetgeving, wateraspecten, cultuurhistorie en archeologie.
34.3 Wro-zone - wijzigingsgebied 2

Het bevoegd gezag is, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd het plan te wijzigen ter plaatse van de aanduiding 'Wro-zone - wijzigingsgebied 2' en de bestemmingen 'Tuin - 2' en 'Wonen - 2' te wijzigen, mits voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. er mogen ten hoogste twee eenvormige bouwmassa's op het perceel met een maximale oppervlakte van 900 m2 worden gerealiseerd, waarvan:
    • 1. één appartementengebouw met een maximaal bouwvlak van 350 m2 met een maximale goothoogte van 8 meter en nokhoogte maximaal 12 meter. De afstand tot de Bloemendaalseweg bedraagt minimaal 5 meter en maximaal 30 meter. De afstand tot de zijpercelen bedraagt minimaal 10 meter;
    • 2. één appartementengebouw met een maximaal bouwvlak van 550 m2 met een maximale bouwhoogte van 10 meter. De afstand tot de Bloemendaalseweg bedraagt minimaal 30 meter. De afstand tot de zijpercelen bedraagt minimaal 5 meter.
  • b. de gronden buiten de bouwvlakken worden bestemd als 'Tuin - 2';
  • c. er mag een ondergrondse parkeergarage worden aangelegd van maximaal 700 m2;
  • d. er dient te worden aangetoond dat het plan verantwoord is:
    • 1. voor wat betreft locatiespecifieke stedenbouwkundige en architectonische aspecten, aangetoond door middel van een beeldkwaliteitplan;
    • 2. voor wat betreft de verkeersaspecten en de gemeentelijke parkeernorm;
    • 3. voor wat beteft eventueel aanwezig waardevol groen op het perceel;
    • 4. en voldoet aan wettelijke randvoorwaarden op het gebied van geluidshinder, luchtkwaliteit, geurhinder, bodemkwaliteit, externe veiligheid, natuurwetgeving, wateraspecten, cultuurhistorie en archeologie.