direct naar inhoud van Artikel 23 Leiding - Gas
Plan: Overveen 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0377.OV2012-vg02

Artikel 23 Leiding - Gas

23.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Leiding - Gas ' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

  • a. een (hoofd)gasleiding

23.1.1 Belangen
  • a. De belangen van de in lid 23.1 bedoelde dubbelbestemming zijn primair ten opzichte van de belangen van de andere daar voorkomende bestemmingen.
  • b. Indien de belangen van de dubbelbestemming 'Leiding - Gas' in strijd zijn met de belangen van een samenvallende andere dubbelbestemming, dan geldt de volgende prioriteitsvolgorde:
23.2 Bouwregels
23.2.1 Gebouwen

Ten aanzien van de in lid 23.1 genoemde bestemmingen geldt dat op of in deze gronden geen gebouwen mogen worden gebouwd.

23.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Ten aanzien van de in lid 23.1 genoemde bestemmingen geld dat de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten hoogte 3 meter mag bedragen.

23.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 23.2.1 en toestaan dat gebouwen ten behoeve van de ondergeschikte bestemming worden gebouwd, waarbij:

  • a. dient te worden aangetoond dat er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de onder 23.1 bedoelde leidingbelangen;
  • b. het bevoegd gezag ten behoeve van de beoordeling van de aanvraag om een afwijking advies inwint in bij de leidingbeheerder.
23.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen gebouw zijnde, of van werkzaamheden
23.4.1 Verbod

Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag op de in lid 23.1 bedoelde gronden de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het verrichten van exploratie en exploratieboringen ten behoeve van de winning van delfstoffen;
  • b. het aanleggen of verharden van wegen, paden, banen of parkeergelegenheden en het aanleggen van andere oppervlakteverhardingen;
  • c. het ontginnen, bodemverlagen, afgraven, ophogen of egaliseren van de grond;
  • d. het aanleggen van dijken of andere taluds of het vergraven of ontgraven van reeds bestaande dijken of taluds;
  • e. het aanleggen van waterlopen of het vergraven, verruimen, dempen van reeds bestaande waterlopen;
  • f. het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur, anders dan ten behoeve van de in lid 23.1 bedoelde gronden;
  • g. het indrijven van voorwerpen in de bodem, zoals lichtmasten, wegwijzers en ander straatmeubilair;
  • h. het bemalen of draineren van de grond, alsmede het winnen, toevoeren, afdammen of stuwen van water;
  • i. het planten van bomen.
23.4.2 Uitzondering

Het verbod als bedoeld in lid 23.4.1 is niet van toepassing op andere werken die:

  • a. het normale onderhoud, gebruik en beheer ten dienste van de bestemming betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  • c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.
23.4.3 Toelaatbaarheid

De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 23.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien en voor zover deze geen onevenredige schade toebrengen aan het leidingbelang.

23.4.4 Advies

Het bevoegd gezag wint ten behoeve van de beoordeling van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in lid 23.4.1 advies in bij de leidingbeheerder.