Plan: | Dennenheuvel 2020 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0377.Dennenheuvel2020-VA01 |
Het bestemmingsplan 'Dennenheuvel 2020' met identificatienummer NL.IMRO.0377.Dennenheuvel2020-VA01 van de gemeente Bloemendaal.
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
Een bedrijfsmatige activiteit voorkomend in milieucategorie 1 of 2, of een naar aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen bedrijvigheid, die door zijn beperkte omvang in of bij een woonhuis, kan worden uitgeoefend. De woonfunctie blijft bestaan en het bedrijf wordt door de hoofdbewoner en eventueel personeel uitgeoefend, zoals een kapsalon of schoonheidssalon; een seksinrichting is uitgesloten.
Een dienstverlenend beroep, dat door de hoofdbewoner in of bij een woning wordt uitgeoefend. De woonfunctie blijft bestaan . De ruimtelijke uitstraling past bij de woonfunctie, zoals arts, notaris of advocaat; prostitutie is uitgesloten.
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
de aan een gebied toegekende waarde gebaseerd op de kennis en studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteit uit oude tijden.
Op de verdieping gelegen buitenruimte, bevestigd aan of uitstekend uit de buitenmuur van een gebouw en voorzien van een balustrade of borstwering.
Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
Kleinschalige overnachtingaccommodatie gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch en veelal kortdurend verblijf met het serveren van ontbijt. Een bed & breakfast is een aan het wonen ondergeschikte functie, gevestigd in een woonhuis of bijhuis en wordt gerund door de eigenaren van het betreffende huis.
Een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen of het bedrijfsmatig verlenen van diensten. Aan huis verbonden beroepen zijn niet inbegrepen.
De grens van een bestemmingsvlak.
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
Uitbreiding van een hoofdgebouw of functioneel verbonden met een zich op hetzelfde bouwperceel staand hoofdgebouw. Dit gebouw of bouwwerk kan wel of niet tegen het hoofdgebouw aangebouwd zijn. Het dak ervan en carports en overkappingen zijn inbegrepen.
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, en ook het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
De grens van een bouwvlak.
Een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke hoogte of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen binnenwerks is begrensd. De begane grond is inbegrepen, zolder en kelder zijn uitgesloten.
Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
Een grens van een bouwperceel.
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die direct of indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
de aan een bouwwerk of een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis heeft gemaakt van dat bouwwerk of dat gebied.
verblijf buitenshuis voor recreatieve doeleinden dat hoofdzakelijk plaatsvindt tussen zonsopgang en zonsondergang, zonder overnachting.
Een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich tussen de dakgoot en de nok van een dakvlak bevindt. Deze constructie ligt daarbij onder de noklijn en de onderzijde van de constructie is in het dakvlak geplaatst.
Een buitenruimte op het platte dak van een gebouw of gebouwdeel, voorzien van een balustrade of een borstwering.
Eén hellend vlak in een dak.
Bedrijfsmatige verkoop van goederen aan particulieren, waaronder begrepen de opslag, uitstalling, verkoop en levering ter plaatse van goederen, en vergelijkbare bedrijfsmatige persoonlijke dienstverlening.
De bouwlaag op de begane grond van een hoofdgebouw. Een souterrain of kelder valt hier niet onder.
Een ondergeschikte uitbouw aan de voor of zijkant van de woning ter vergroting van het woongenot. Een erker is aan drie zijden geheel of gedeeltelijk voorzien van glas.
Het bedrijfsmatig, of in een omvang alsof die bedrijfsmatig is, prostitutie aanbieden door een natuurlijke persoon of rechtspersoon, die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend, zoals escortservices en bemiddelingsbureaus.
Een één of meerdaagse voor het publiek toegankelijke verrichting van vermaak, of een betoging, samenkomst of vergadering als bedoeld in de Wet openbare manifestaties.
Doeleinden ten behoeve waarvan gebruik van gebouwen en/of gronden of aangewezen delen daarvan, is toegestaan.
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke overdekte geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
Een gebouw dat op een bouwperceel door zijn architectonische verschijningsvorm en functie als het belangrijkste gebouw valt aan te merken.
Het bedrijfsmatig bereiden en verstrekken van maaltijden of etenswaren voor directe consumptie en schenken van drank. Dit kan in samenhang met het bedrijfsmatig verstrekken van logies of exploiteren van een dansgelegenheid.
Een ruimte in een gebouw die nagenoeg geheel onder het maaiveld of ondergronds is gelegen (hieronder wordt geen souterrain verstaan).
De aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het waarneembare deel van het aardoppervlak, dat wordt bepaald door de onderlinge samenhang en beïnvloeding van niet levende en levende natuur.
De gemiddelde hoogte van het terrein, grenzende aan het bouwwerk, op het tijdstip van het van krachtworden van het bestemmingsplan. Dit is vastgelegd in de tekening "Hoogtegridkaart" van [naamdeskundige partij] op d.d. 24 oktober 2018, welke is opgenomen als Bijlage 1 aan de regels van dit bestemmingsplan.
Commerciële en niet-commerciële educatieve, sociale, medische, culturele, religieuze en levensbeschouwelijke voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening en soortgelijke voorzieningen, of een combinatie daarvan. Ondersteunende horeca, detailhandel, sport en recreatieve voorzieningen ten dienste van deze voorzieningen vallen daar ook onder.
Een als zodanig aangegeven aanduiding ten behoeve van het indelen van een bouwvlak of bestemmingsvlak, met het oog op een verschil in maatvoering en/of gebruik.
Normaal Amsterdams Peil
Werkzaamheden die regelmatig noodzakelijk zijn voor een goed beheer van de gronden en bouwwerken, waaronder begrepen de handhaving of de realisering van de bestemming.
Een (gedeelte van) een bouwwerk, waarvan de bovenkant van de vloer beneden peil ligt.
Een horecavoorziening binnen een andere bestemming dan horeca, waar bezoekers van de hoofdfunctie ter plaatse ook drank en etenswaren kunnen nuttigen.
Elke, al dan niet overdekte, stallingsgelegenheid voor gemotoriseerd verkeer.
Een grenslijn tussen (bouw)percelen onderling.
Bedrijfsmatige verkoop van goederen aan particulieren die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie.
Het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander persoon tegen vergoeding.
Een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang die daarop lijkt, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotische- of pornografische aard plaatsvinden. Hieronder wordt tevens verstaan een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, parenclub, (raam)prostitutiebedrijf en een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.
Een bedrijfsmatige activiteit gericht op het verrichten van seksuele handelingen en/of het verrichten van erotisch/pornografische vertoningen.
Een ruimte in een gebouw die gedeeltelijk onder het maaiveld of ondergronds ligt (hieronder wordt geen kelder verstaan).
Openbaar toegankelijke voorziening bestaande uit één of meer speeltoestellen en daarmee vergelijkbare bouwwerken, met de daarbij behorende voorzieningen.
Een inrichting bestemd voor vermaak of ontspanning, waarbij alleen van de zwaartekracht of de fysieke kracht van de mens gebruik wordt gemaakt.
De verbeelding van het bestemmingsplan 'Dennenheuvel 2020'.
Eén of meer naar de weg gekeerde gevels van een (hoofd)gebouw.
De lijn waarin de voorgevel van een hoofdgebouw is gelegen, en ook het verlengde daarvan.
Een woning zonder gemeenschappelijke wand(en) met een andere woning.
Voorzieningen die nodig zijn voor een goede wateraanvoer en -afvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie en waterkwaliteit. Hierbij kan gedacht worden aan duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen, inlaten etc.
Als in deze regels wordt verwezen naar wettelijke regelingen en verordeningen e.d., worden deze regelingen gelezen zoals deze luiden op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpplan, tenzij anders bepaald.
Een ruimte of complex van ruimten bestemd om te wonen, die beschikt over een eigen voordeur, douche, wc en keuken. Een wooneenheid in een intramurale zorginstelling valt daar niet onder.
De bovenste verdieping onder het schuine dak van een gebouw, welke meestal wordt gebruikt als berging.
het bewonen van zorgwoningen, al dan niet in combinatie met gemeenschappelijke (zorg)voorzieningen.
een woning of wooneenheid bestemd voor verzorgd wonen, waarvan de zorg beschikbaar is in de directe nabijheid van deze woning of wooneenheid. Deze woning is bestemd voor bewoner(s) die vanwege hun beperkte zelfredzaamheid op grond van een door de overheid opgezet systeem zijn aangewezen voor zorg.
Een afdekking van het zwembad ter voorkoming van warmteverlies, bevriezing, het invallen van bladeren en dergelijke, in de vorm van een zeil of een beweegbare constructie.
De wijze van meten volgens het Bouwbesluit is leidend. Wanneer het Bouwbesluit geen uitsluitsel geeft, zijn de volgende regels van toepassing op de wijze van meten:
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel. De goothoogte wordt gemeten daar waar de goot het hoogst is.
Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken, met inbegrip van erkers en dakkapellen.
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, trappenhuizen, liftkokers, installaties t.b.v. het reinigen van het gebouw (glazen wassen) en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren en/ of buitenzijde van de constructie van een ondergronds bouwwerk, geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Tussen de zijdelingse grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is.
Het bebouwd grondoppervlak wordt gemeten tussen de buitenzijde van de gevels en/of het hart van de scheidsmuren en/ of de buitenzijde van de constructie van een ondergronds bouwwerk die de betreffende ruimte(n) omhullen.
De diepte van een gebouw, gemeten loodrecht vanaf de gevel waaraan wordt gebouwd.
De diepte van een gebouw, gemeten vanaf het peil tot aan het diepste punt van het gebouw.
Gemeten tussen de buitenkanten van twee tegenover elkaar gelegen zijgevels van hetzelfde gebouw.
Tussen de bovenkant van het dak en het hoogste punt van de dakterrasafscheiding.
Bij toepassing van deze regels wordt gemeten tot of vanuit het hart van een lijn op de (digitale) verbeelding.
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Bij een woning mogen vergunningvrije bijbehorende bouwwerken worden gebouwd.
De bovenkant van de parkeergarage mag niet meer zijn dan op de verbeelding als 'hoogteligging vlak' is aangegeven.
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Er mogen alleen vergunningvrije bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd.
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Bij een woning mogen vergunningvrije bijbehorende bouwwerken worden gebouwd.
Ter plaatse van de aanduiding 'terras' zijn dakterrassen toegestaan onder de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 5.2.3 onder b, voor het toestaan van een open zwembad onder de volgende voorwaarden:
De maximum aantallen voor de toegestane functies bedragen:
De uitoefening van een aan huis verbonden beroep is toegestaan onder de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 5.4.1 voor het toestaan extra woningen in plaats van de 650 m2 bvo maatschappelijke voorzieningen onder de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 5.4.2 voor de uitoefening van een aan huis verbonden bedrijf onder de volgende voorwaarden:
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), ook bestemd voor behoud en de bescherming van te verwachten archeologische waarden van de gronden.
Voor het bouwen volgens de regels voor de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen levert de aanvrager van een omgevingsvergunning, voor bouwwerken met een oppervlakte groter dan 250 m² en dieper dan 30 cm, een rapport aan waarin de archeologische waarden van de gronden die door de ingreep zullen worden verstoord, naar oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld.
Als uit het in 6.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meer van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
Als uit het in lid 6.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden voor het verlenen van de omgevingsvergunning zullen worden verstoord zonder dat het mogelijk is om deze door de in lid 6.2.2 genoemde voorwaarden veilig te stellen, dan wordt de omgevingsvergunning geweigerd.
Het is verboden op de in lid 6.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren over een oppervlakte van meer dan 250 m2:
Het bepaalde onder 6.3.1 is niet van toepassing:
Het bevoegd gezag is bevoegd het plan te wijzigen door de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 3' op de verbeelding te laten vervallen, als uit nader onderzoek is gebleken, dat er geen sprake is van een gebied met archeologische waarde, of handhaving van de bestemming niet langer noodzakelijk is.
De voor 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), ook bestemd voor behoud en de bescherming van te verwachten archeologische waarden van de gronden.
Voor het bouwen volgens de regels voor de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen levert de aanvrager van een omgevingsvergunning, voor bouwwerken met een oppervlakte groter dan 250 m² en dieper dan 50 cm, een rapport aan waarin de archeologische waarden van de gronden die door de ingreep zullen worden verstoord, naar oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld.
Als uit het in 7.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meer van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
Als uit het in lid 7.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden voor het verlenen van de omgevingsvergunning zullen worden verstoord zonder dat het mogelijk is om deze door de in lid 7.2.2 genoemde voorwaarden veilig te stellen, dan wordt de omgevingsvergunning geweigerd.
Het is verboden op de in lid 7.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren over een oppervlakte van meer dan 250 m2:
Het bepaalde onder 7.3.1 is niet van toepassing:
Het bevoegd gezag is bevoegd het plan te wijzigen door de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 4' op de verbeelding te laten vervallen, als uit nader onderzoek is gebleken, dat geen sprake is van een gebied met archeologische waarde, of handhaving van de bestemming niet langer noodzakelijk is.
Het gebruik op grond van de regels in hoofdstuk 2 (oprichting van een bouwwerk, verandering van functie of uitbreiding van bestaand gebruik) is alleen toegestaan als er voldoende ruimte voor parkeergelegenheid en voor laden en lossen aanwezig is op of onder het gebouw, of op of onder het onbebouwde terrein dat bij het gebouw hoort.
Het bevoegd gezag kan afwijken van lid 8.1 als het voldoen aan die bepalingen door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit, er een bijzonder gemeentelijk belang is of op andere wijze in de nodige parkeer- of stallingruimte, of laad- of losruimte wordt voorzien.
Parkeergelegenheid voor auto's en fietsen, waarvan het aantal parkeerplaatsen en de omvang daarvan voldoet aan de richtlijnen van het CROW. De daarin opgenomen afwijkingsmogelijkheden zijn van toepassing zoals die gelden ten tijde van de vaststelling van dit bestemmingsplan. Worden deze beleidsregels gedurende de planperiode gewijzigd, dan moet worden voldaan aan die wijziging.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
De in deze regels opgenomen bepalingen ten aanzien van bouwgrenzen en bestemmingsgrenzen zijn niet van toepassing voor wat betreft overschrijdingen met betrekking tot:
Vlaggenmasten, antennemasten en schoorstenen, die deel uitmaken van een gebouw, mogen alleen binnen een bouwvlak worden opgericht en mogen de voor dat gebouw toegestane maximale hoogte met niet meer dan 5 meter overschrijden.
Dakopbouwen voor noodtrappen, luchtbehandelings- en liftinstallaties mogen niet hoger zijn dan 3,50 meter, gemeten vanaf bovenkant van de dakconstructie, en mogen geen grotere oppervlakte hebben dan 40% van de vloeroppervlakte van de bovenste laag van het gebouw, waarop zij worden geplaatst.
Onder gebruik van onbebouwde gronden in strijd met de bestemming als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) wordt in ieder geval verstaan:
Onder gebruik in strijd met de bestemming als bedoeld in artikel 2.1., lid 1 onder c van de Wet Algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval verstaan het gebruik ten behoeve van een seksinrichting, een escortbedrijf en voor detailhandelsdoeleinden, voor zover zulks niet expliciet is toegestaan ingevolge de bestemmingsomschrijving.
Lid 11.1.1 van dit artikel is niet van toepassing op:
Het bevoegd gezag kan van de in het plan genoemde bepalingen een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan verlenen voor de op de verbeelding of in de regels aangegeven maten en getallen, voor zover deze afwijking niet meer dan 10% bedraagt.
Bij de beoordeling van een verzoek om afwijking wordt rekening gehouden met eerder verleende afwijkingen op basis van dit artikel, om te beoordelen of maximale afwijkingsmogelijkheden niet worden overschreden.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, of gebouwd kan worden met een bouwvergunning of omgevingsvergunning en afwijkt van het plan, mag, als deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in lid 13.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in 13.1 met maximaal 10%.
Lid 13.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Het gebruik van gronden en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Voor het gebruik van overgangsrecht gelden de volgende voorwaarden:
Lid 13.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsregels van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het "bestemmingsplan Dennenheuvel 2020”.