direct naar inhoud van Artikel 3 Bedrijf
Plan: Bloemendaal 2012
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0377.BL2012-ow01

Artikel 3 Bedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving
3.1.1 Algemeen

De voor Bedrijf aangewezen gronden zijn bestemd voor gebouwen en/of terreinen ten behoeve van:

  • a. bedrijfsactiviteiten die zijn genoemd in Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten onder de categorieën 1 en 2, met uitzondering van zoneringsplichtige en risicovolle inrichtingen;
  • b. productiegebonden detailhandel, met uitzondering van detailhandel in voedings- en genotmiddelen.

3.1.2 Verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg

Ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg' zijn de gronden tevens bestemd voor een verkooppunt voor motorbrandstoffen, met uitzondering van lpg.

3.1.3 Nutsvoorziening

Ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening' zijn de gronden tevens bestemd voor een openbare nutsvoorziening.

3.1.4 Wonen

Ter plaatse van de aanduiding 'wonen' zijn de gronden tevens bestemd voor wonen op de verdiepingen.

3.1.5 Bedrijfswoning

Ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' zijn de gronden tevens bestemd voor een bedrijfswoning.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Gebouwen

Ten aanzien van de in lid 3.1.1 bedoelde gronden geldt dat:

  • a. gebouwen uitsluitend mogen worden gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte' de goothoogte niet meer mag bedragen dan aangegeven;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan aangegeven.

3.2.2 Nutsvoorziening

Ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening' geldt dat:

  • a. gebouwen uitsluitend gebouwd mogen worden binnen het bouwvlak;
  • b. de inhoud niet meer mag bedragen dan 50 m3;
  • c. de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 3 m.

3.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Ten aanzien van de in lid 3.1.1 bedoelde gronden geldt dat:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen die naar de openbare weg zijn gericht mag niet meer dan 1 m bedragen
  • b. vanaf 1 meter achter de voorgevelrooilijn mag de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen niet meer dan 2 m bedragen, mits de erf- of terreinafscheidingen niet naar de openbare weg zijn gericht;
  • c. de bouwhoogte van toegangshekken voor de voorgevelrooilijn mag ten hoogste 1,50 m bedragen;
  • d. de hoogte van vlaggenmasten mag niet meer dan 6 m bedragen;
  • e. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 m bedragen.
3.3 Nadere eisen

Het bevoegd gezag is bevoegd nadere eisen te stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. de parkeermogelijkheden in de naaste omgeving;
  • c. de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit;
  • d. de verkeersveiligheid;
  • e. de sociale veiligheid;
  • f. de brandveiligheid en rampenbestrijding.
3.4 Wijzigingsbevoegdheid
3.4.1 Wro-zone - wijzigingsgebied 2

Het bevoegd gezag is bevoegd de bestemming 'Bedrijf' te wijzigen in de bestemmingen 'Wonen' en 'Tuin' binnen de aangegeven 'wro-zone - wijzigingsgebied 2' met inachtneming van de volgende randvoorwaarden:

  • a. er mogen maximaal 3 aaneengebouwde woningen worden gebouwd;
  • b. de goothoogte mag ten hoogste 7 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte mag ten hoogte 10 m bedragen;
  • d. bij elke woning dienen tenminste 2 parkeerplaatsen op eigen terrein te worden gecreëerd;
  • e. aangetoond is dat voldaan wordt aan de wettelijke randvoorwaarden op het gebied van milieuhygiënische regelgeving, bodemkwaliteit, externe veiligheid, natuurwetgeving, wateraspecten, cultuurhistorie en archeologie.

3.4.2 Wro-zone - wijzigingsgebied 3

Het bevoegd gezag is bevoegd de bestemming 'Bedrijf' te wijzigen in de bestemming 'Kantoor' of 'Maatschappelijk' binnen de aangegeven 'wro-zone - wijzigingsgebied 3' met inachtneming van de volgende randvoorwaarden:

  • a. het bouwvlak mag niet worden gewijzigd;
  • b. de goothoogte mag niet worden gewijzigd;
  • c. de bouwhoogte mag niet worden gewijzigd;
  • d. parkeren dient op eigen terrein te geschieden, conform het gemeentelijk parkeerbeleid;
  • e. aangetoond is dat voldaan wordt aan de wettelijke randvoorwaarden op het gebied van milieuhygiënische regelgeving, bodemkwaliteit, externe veiligheid, natuurwetgeving, wateraspecten, cultuurhistorie en archeologie.